Details
Naam
De Huif, Driehuizerkweg 12, Driehuis
Aantal afbeeldingen: 20
IntroductieKleurrijk woonhuis met uniek dak, naar ontwerp van Christiaan Bartels.
AdresDriehuizerkerkweg 12
Postcode(s)1985 EL
PlaatsDriehuis
LandNederland
Vervaardiger Chris Bartels (Architect)
Datum1922
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
Opdrachtgever W. van Heijst
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieWoonhuis (vrijstaand)
Huidige functieWoonhuis (vrijstaand)
Type objectGebouw
AchtergrondHet vrijstaande woonhuis ‘De Huif’ werd in 1922 gebouwd door de aannemer W. van Heijst, naar ontwerp van architect Christiaan Bartels. De naam van het huis is ontleend aan de karakteristieke vorm van het dak.
Kunstenaar Johan Bernard Kamp heeft vanaf 1923 tot aan zijn dood in 1953 het pand bewoond. Kamp was van 1915 tot 1926 leraar aan de Haarlemse Kunstnijverheidsschool, de school waar veel bekende architecten hun opleiding genoten. Dit instituut heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van de Amsterdamse School-stijl. Kamp wilde zich met 'De Huif' als modern kunstenaar profileren door middel van de toen zeer modieuze architectuur van de Amsterdamse School.
Bij liefhebbers van het tijdschrift Wendingen is J.B. Kamp geen onbekende. In het zogenaamde 'Houtsneden-nummer' uit 1919 is een houtsnede van Kamp afgedrukt, getiteld 'De Greep'. De zeshoekige houtsnede toont een zeemeermin met weelderig haar, omspoeld door golven.
Kunstenaar Johan Bernard Kamp heeft vanaf 1923 tot aan zijn dood in 1953 het pand bewoond. Kamp was van 1915 tot 1926 leraar aan de Haarlemse Kunstnijverheidsschool, de school waar veel bekende architecten hun opleiding genoten. Dit instituut heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van de Amsterdamse School-stijl. Kamp wilde zich met 'De Huif' als modern kunstenaar profileren door middel van de toen zeer modieuze architectuur van de Amsterdamse School.
Bij liefhebbers van het tijdschrift Wendingen is J.B. Kamp geen onbekende. In het zogenaamde 'Houtsneden-nummer' uit 1919 is een houtsnede van Kamp afgedrukt, getiteld 'De Greep'. De zeshoekige houtsnede toont een zeemeermin met weelderig haar, omspoeld door golven.
BeschrijvingHet huis staat iets gedraaid ten opzichte van de loop van de Driehuizerkerkweg. Behalve de kleurstelling (groen, oranje, geel) is het schilddak zeer karakteristiek. De dakschilden boven de voor- en achtergevel zijn bijna verticaal geplaatst. De dakschilden boven de zijgevels hebben een zeer geringe hellingshoek en steken ver over de zijgevels heen. De kap lijkt als het ware een kwartslag gedraaid.
De gevels hebben een lage plint van paarsbruine baksteen, waarboven gele baksteen van Waalformaat. De voorgevel heeft in het midden de oorspronkelijke voordeur, die uit twee delen bestaat en met zijn harmonicavormen verwant lijkt aan het Tsjechische kubisme. Links ervan is een groot venster met een in 1936 toegevoegd glas-in-loodraam, waaronder een houten bankje is aangebracht.
De linker zijgevel is op de verdieping met rabatdelen bedekt. Hierin zit een groot liggend venster met vier ramen, de buitenste breed en de middelste smal. Het venster is voorzien van een naar het midden toe bollende, decoratieve onderdorpel, ondersteund door een eveneens uitbollende T-vormige console.
In 1936 ontwierp Bartels in opdracht van Kamp een rechthoekige aanbouw aan de achtergevel. Deze aanbouw is met zijn in staal gevatte ramen karakteristiek voor de jaren 30, maar doet geen afbreuk aan het oorspronkelijke ontwerp.
De gevels hebben een lage plint van paarsbruine baksteen, waarboven gele baksteen van Waalformaat. De voorgevel heeft in het midden de oorspronkelijke voordeur, die uit twee delen bestaat en met zijn harmonicavormen verwant lijkt aan het Tsjechische kubisme. Links ervan is een groot venster met een in 1936 toegevoegd glas-in-loodraam, waaronder een houten bankje is aangebracht.
De linker zijgevel is op de verdieping met rabatdelen bedekt. Hierin zit een groot liggend venster met vier ramen, de buitenste breed en de middelste smal. Het venster is voorzien van een naar het midden toe bollende, decoratieve onderdorpel, ondersteund door een eveneens uitbollende T-vormige console.
In 1936 ontwierp Bartels in opdracht van Kamp een rechthoekige aanbouw aan de achtergevel. Deze aanbouw is met zijn in staal gevatte ramen karakteristiek voor de jaren 30, maar doet geen afbreuk aan het oorspronkelijke ontwerp.
InterieurHet interieur is van bescheiden afmetingen en grotendeels gemoderniseerd, op de keuken na; die bevat nog originele elementen uit de bouwtijd.
Bronnen
Joke van der Aar en Michaël Lucassen, Driehuis, Velserbroek en de Zuid- en Noord-Spaarndammerpolder. Bebouwingsgeschiedenis en monumentale waarden (Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV, Haarlem 1993).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk fotografeerde het huis in de zomer van 2020 en kwam terug op een zonovergoten dag met verse sneeuw in 2021. Met dank aan de eigenaren voor de ontvangst en rondleiding.
Gerelateerde objecten