Details
Naam
Driehuizerkerkweg 4, Driehuis
Aantal afbeeldingen: 23
IntroductieHet allereerste huis dat architect Bartels voor een klant ontwierp werd de start van een bijzondere carrière.
AdresDriehuizerkerkweg 4
Postcode(s)1985 EL
PlaatsDriehuis
LandNederland
Vervaardiger Chris Bartels (Architect)
Datum1920 - 1921
Opdrachtgever W. van Heijst
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieWoonhuis (vrijstaand)
Huidige functieWoonhuis (vrijstaand)
Type objectGebouw, Gemeentelijk monument
AchtergrondIn 1920 werd begonnen met de bebouwing van het noordelijk deel van de Driehuizerkerkweg tussen de later aangelegde Waterloolaan en het park Schoonenberg. Een groot deel van de hier gebouwde huizen dateert uit de eerste helft van de jaren twintig en is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School of een afgeleide daarvan. Enkele leden van de beter gesitueerde sociale middenklasse van de gemeente Velsen, maar ook nieuwkomers uit steden als Amsterdam, kreeg de kans hier in het landschappelijk zeer aantrekkelijke gebied van Driehuis ‘buiten’ te wonen.
Architect Chris Bartels kreeg in 1920 de opdracht voor de bouw van dit huis van Willem van Heijst, aannemer te Driehuis aan (destijds) Driehuizerkerkweg 20. De tekeningen en vergunning dateren van december 1920 en de bouw zal de eerste maanden van 1921 in beslag hebben genomen.
Bartels was in 1920 met zijn vrouw aan de Driehuizerkerkweg neergestreken in een paviljoen-achtig huisje, genaamd 'De Kluis'. Naast zijn werk als tekenleraar aan de Ambachtsschool, hoopte hij als architect aan de slag te kunnen gaan. De opdracht van Van Heijst was zijn eerste opdracht en zou van groot belang blijken voor zijn carrière. De zeer invloedrijke Van Heijst realiseerde namelijk als aannemer in de jaren twintig en dertig tientallen zo niet honderden huizen in de gemeente Velsen. Bartels werd vaak ingeschakeld voor het ontwerp, zowel van individuele landhuizen als twee-onder-een-kap woningen (Vogelwijk). Van Heijst zou het huis tot ongeveer 1940 bewonen.
Het huis is een gemeentelijk monument. De gemeente Velsen acht het huis “van architectuurhistorische waarde a) vanwege de gave hoofdvorm en de gevelindeling, en b) als goed en representatief voorbeeld van de architectuur van de Amsterdamse School, met een voor die stijl zeer karakteristieke kapvorm.” Verder wordt het van sociaalhistorische betekenis geacht “als element uit de geschiedenis van het wonen in de gemeente Velsen, in casu het woonhuis van de belangrijkste exploitant van bouwgronden in het dorp Driehuis.”
Architect Chris Bartels kreeg in 1920 de opdracht voor de bouw van dit huis van Willem van Heijst, aannemer te Driehuis aan (destijds) Driehuizerkerkweg 20. De tekeningen en vergunning dateren van december 1920 en de bouw zal de eerste maanden van 1921 in beslag hebben genomen.
Bartels was in 1920 met zijn vrouw aan de Driehuizerkerkweg neergestreken in een paviljoen-achtig huisje, genaamd 'De Kluis'. Naast zijn werk als tekenleraar aan de Ambachtsschool, hoopte hij als architect aan de slag te kunnen gaan. De opdracht van Van Heijst was zijn eerste opdracht en zou van groot belang blijken voor zijn carrière. De zeer invloedrijke Van Heijst realiseerde namelijk als aannemer in de jaren twintig en dertig tientallen zo niet honderden huizen in de gemeente Velsen. Bartels werd vaak ingeschakeld voor het ontwerp, zowel van individuele landhuizen als twee-onder-een-kap woningen (Vogelwijk). Van Heijst zou het huis tot ongeveer 1940 bewonen.
Het huis is een gemeentelijk monument. De gemeente Velsen acht het huis “van architectuurhistorische waarde a) vanwege de gave hoofdvorm en de gevelindeling, en b) als goed en representatief voorbeeld van de architectuur van de Amsterdamse School, met een voor die stijl zeer karakteristieke kapvorm.” Verder wordt het van sociaalhistorische betekenis geacht “als element uit de geschiedenis van het wonen in de gemeente Velsen, in casu het woonhuis van de belangrijkste exploitant van bouwgronden in het dorp Driehuis.”
BeschrijvingHet meest in het oog springende deel van deze woning is het karakteristieke, hoge en gebroken tentdak met bijna verticale onderschilden. Het dak is in overstek met een brede bakgoot. Het wordt gedekt door rode Hollandse pannen en heeft in de top een grote piron. De gevels zijn opgetrokken van rode baksteen, gemetseld in Vlaams verband met terugliggende voeg. Het onderste deel van de gevel bestaat een strook paarsbruine baksteen, eveneens in Vlaams verband. Rond enkele vensters is een rand met dezelfde paarsbruine baksteen aangebracht.
De voorgevel heeft in het midden een vrij vlakke, tweekantige erker. De ronde houten scheiding tussen de beide delen is nu donkergroen, maar oorspronkelijk waren alleen de top en het onderste deel donker gelakt, zoals zichtbaar is op de foto uit de jaren twintig. De voordeur rechts hiervan is nog origineel. De linker hoek van het gebouw is afgeschuind en hier bevinden zich drie gekoppelde vensters. De kleine laddervensters aan weerszijden van het hoofdvenster waren oorspronkelijk nog voorzien van roedes die een pijl vormden.
Boven de hoek bevindt zich op de verdieping een uitsparing in het dak, waarin zich vroeger een balkon bevond, voorzien van een houten balkonhek. Tegenwoordig is er een venster met hoge borstwering aangebracht, nog altijd terug liggend van de hoek. Rechts van de voordeur staat als verlichting van het pad naar de voordeur een witte houten lantaarn voorzien van groen glas. Dit is een reconstructie van de oorspronkelijke lantaarn, hoewel op de eerder genoemde foto uit de jaren twintig te zien is dat de lantaarn donker gelakt was. De fraaie tuin met waterpartij wordt aan de voorzijde met een muurtje van de weg afgescheiden. Dit muurtje, evenals het houten toegangshekje aan de linkerkant, dateren nog uit de bouwtijd en zijn ook beschermd.
De voorgevel heeft in het midden een vrij vlakke, tweekantige erker. De ronde houten scheiding tussen de beide delen is nu donkergroen, maar oorspronkelijk waren alleen de top en het onderste deel donker gelakt, zoals zichtbaar is op de foto uit de jaren twintig. De voordeur rechts hiervan is nog origineel. De linker hoek van het gebouw is afgeschuind en hier bevinden zich drie gekoppelde vensters. De kleine laddervensters aan weerszijden van het hoofdvenster waren oorspronkelijk nog voorzien van roedes die een pijl vormden.
Boven de hoek bevindt zich op de verdieping een uitsparing in het dak, waarin zich vroeger een balkon bevond, voorzien van een houten balkonhek. Tegenwoordig is er een venster met hoge borstwering aangebracht, nog altijd terug liggend van de hoek. Rechts van de voordeur staat als verlichting van het pad naar de voordeur een witte houten lantaarn voorzien van groen glas. Dit is een reconstructie van de oorspronkelijke lantaarn, hoewel op de eerder genoemde foto uit de jaren twintig te zien is dat de lantaarn donker gelakt was. De fraaie tuin met waterpartij wordt aan de voorzijde met een muurtje van de weg afgescheiden. Dit muurtje, evenals het houten toegangshekje aan de linkerkant, dateren nog uit de bouwtijd en zijn ook beschermd.
InterieurHet huis is van binnen grotendeels gemoderniseerd.
Recente ontwikkelingenDe huidige eigenaar heeft het huis een aantal jaar geleden geheel laten restaureren, waarbij het hele dak inclusief de dakpannen zijn vervangen. Bij een aantal kozijnen is de oude detaillering gedeeltelijk of geheel teruggebracht. De tuin was vervallen geraakt en heeft inmiddels behalve zijn waterpartij ook zijn weelderige begroeiing terug.
Bronnen
Joke van der Aar, Michaël Lucassen, Driehuis, Velserbroek en de Zuid- en Noord-Spaarndammerpolder. Bebouwingsgeschiedenis en monumentale waarden (Schuyt & Co, Haarlem, 1993).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk fotografeerde het huis op een fietstocht door Driehuis en Velsen en raakte in gesprek met de eigenaar, die terecht trots is op zijn fraai gerestaureerde woning met prachtige tuin.
Gerelateerde objecten