Details
Name
Verenigingsgebouw Apostolisch Genootschap, Amsterdam - interieur
Number of images: 25
IntroductionNa het exterieur is nu de beurt aan een uitgebreide beschrijving van het interieur van dit kerkgebouw.
AddressArchimedesweg 97
Postal code(s)1098 JL
PlaceAmsterdam
CountryNederland
Creator Cornelis Kruyswijk (Architect)
Kees Kuiler (Kunstenaar)
Kees Kuiler (Kunstenaar)
Production date1930
BackgroundDit kerkgebouw aan de Amsterdamse Archimedesweg werd in 1930 naar ontwerp van Cornelis Kruyswijk gebouwd voor de Hersteld Apostolische Gemeente. Het werd in 1931 in gebruik genomen. De buitenkant is op deze website al uitvoerig gedocumenteerd. De binnenkant van de kerk is bijzonder rijk aangekleed, zorgvuldig gerestaureerd en liefdevol onderhouden. Grote delen dateren nog uit de bouwtijd.
DescriptionVia de hoofdingang aan de voorzijde betreden we een ruime vestibule met garderobe, die in 1956 en 1968 haar huidige aanzien heeft gekregen. Onder meer de granito vloer met ster werd toen aangelegd. Links en rechts voeren smalle trappen naar het balkon. In deze trappenhuizen vinden we smalle hoge glas in lood vensters met gekleurde blokjes en strookjes glas in primaire kleuren afgewisseld met doorzichtig glas. De compositie is sterk beïnvloed door De Stijl en doet aan Mondriaan denken. Alleen de Davidsster herinnert ons aan het feit dat wij ons in een kerk bevinden.
Eenmaal boven op het balkon zien we een deel van het reusachtige orgel. De pijpen steken uit de vloer en vormen zo haast een beeldhouwwerk links en rechts van het centrale venster. Het orgel bestaat uit twee delen en werd tussen 1970 en 1972 gebouwd. Eén deel bevindt zich op de galerij, het andere deel bevindt zich tegen de achtermuur van de kerk, boven de kansel. Het orgel beschikt over 1582 sprekende pijpen. De langste pijp is zes meter lang en 25cm dik. Van speeltafel naar zwelwerk is ca 15.000 meter draad verwerkt en van speeltafel naar hoofdwerk nog eens ca 10.000 meter. Er zijn wel 4.000 elektrische aansluitingen gemaakt.
Het centrale venster in de voorgevel heeft kleurige abstracte motieven en is mogelijk het werk van de Utrechtse kunstenaar Kees Kuiler, die veel ramen voor bouwwerken van Krusywijk heeft ontworpen. Het is wel zo dat deze ramen minder aansluiten bij de stijl van andere ramen die hij heeft ontworpen, zodat het allerminst vast staat dat hij de maker is. In het midden bevindt zich een bloemachtig motief. Tot in de jaren 50 zat hier het embleem van de Nieuw Apostolische Kerk. Links en rechts van het hoofdraam twee smallere ramen met onder meer een zwaanachtig motief. In de zijmuren zijn nog smalle langwerpige glas in lood ramen te vinden met een voorstelling die hier op aan sluit.
Het balkon biedt zicht op de kerkzaal. Een langwerpige ruimte met een hoog gewelfd plafond waarvan de vloer iets afloopt richting kansel. Tegen de achtermuur boven de kansel bevindt zich het andere deel van het orgel. De orgelkast en het houtwerk daar om heen, inclusief de kansel, zijn oorspronkelijk ontworpen door Kruyswijk maar later sterk gewijzigd. Een foto van Adrianus Meijer in het Stadsarchief Amsterdam toont de oorspronkelijke situatie van kansel en orgel. Het houtwerk van de in 1956 aangebrachte lambrisering sluit aan op dat van de kansel.
Links en rechts in de zijmuren van de kerkzaal vloeit het licht overvloedig binnen door maar liefst zestien grote glas in lood ramen die allemaal de zelfde voorstelling hebben. De voorstelling is figuratief zonder dat duidelijk is wat het voorstelt en doet verrassend organisch aan. Zij lijkt geïnspireerd op Ernst Haeckel, die onder meer inspiratiebron voor Willem Bogtman was. Dit is met name verrassend omdat het ontwerp uit 1930 dateert, toen deze organische stijl nauwelijks meer werd toegepast. Gezien de stijl van deze ramen is het onwaarschijnlijk dat Kees Kuiler de hand heeft gehad in het ontwerp.
Achter de kerkzaal leiden gangen onder meer naar het voormalige woonhuis achter de kerk. In 1968 werd het bij het gebouw getrokken om te voorzien in de behoefte aan meer bijzalen. In de grote zaal aan de achterkant is mooi abstract glas in lood te zien (blank glas en licht blauw) in een stijl die aansluit op de ramen in de trappenhuizen.
Eenmaal boven op het balkon zien we een deel van het reusachtige orgel. De pijpen steken uit de vloer en vormen zo haast een beeldhouwwerk links en rechts van het centrale venster. Het orgel bestaat uit twee delen en werd tussen 1970 en 1972 gebouwd. Eén deel bevindt zich op de galerij, het andere deel bevindt zich tegen de achtermuur van de kerk, boven de kansel. Het orgel beschikt over 1582 sprekende pijpen. De langste pijp is zes meter lang en 25cm dik. Van speeltafel naar zwelwerk is ca 15.000 meter draad verwerkt en van speeltafel naar hoofdwerk nog eens ca 10.000 meter. Er zijn wel 4.000 elektrische aansluitingen gemaakt.
Het centrale venster in de voorgevel heeft kleurige abstracte motieven en is mogelijk het werk van de Utrechtse kunstenaar Kees Kuiler, die veel ramen voor bouwwerken van Krusywijk heeft ontworpen. Het is wel zo dat deze ramen minder aansluiten bij de stijl van andere ramen die hij heeft ontworpen, zodat het allerminst vast staat dat hij de maker is. In het midden bevindt zich een bloemachtig motief. Tot in de jaren 50 zat hier het embleem van de Nieuw Apostolische Kerk. Links en rechts van het hoofdraam twee smallere ramen met onder meer een zwaanachtig motief. In de zijmuren zijn nog smalle langwerpige glas in lood ramen te vinden met een voorstelling die hier op aan sluit.
Het balkon biedt zicht op de kerkzaal. Een langwerpige ruimte met een hoog gewelfd plafond waarvan de vloer iets afloopt richting kansel. Tegen de achtermuur boven de kansel bevindt zich het andere deel van het orgel. De orgelkast en het houtwerk daar om heen, inclusief de kansel, zijn oorspronkelijk ontworpen door Kruyswijk maar later sterk gewijzigd. Een foto van Adrianus Meijer in het Stadsarchief Amsterdam toont de oorspronkelijke situatie van kansel en orgel. Het houtwerk van de in 1956 aangebrachte lambrisering sluit aan op dat van de kansel.
Links en rechts in de zijmuren van de kerkzaal vloeit het licht overvloedig binnen door maar liefst zestien grote glas in lood ramen die allemaal de zelfde voorstelling hebben. De voorstelling is figuratief zonder dat duidelijk is wat het voorstelt en doet verrassend organisch aan. Zij lijkt geïnspireerd op Ernst Haeckel, die onder meer inspiratiebron voor Willem Bogtman was. Dit is met name verrassend omdat het ontwerp uit 1930 dateert, toen deze organische stijl nauwelijks meer werd toegepast. Gezien de stijl van deze ramen is het onwaarschijnlijk dat Kees Kuiler de hand heeft gehad in het ontwerp.
Achter de kerkzaal leiden gangen onder meer naar het voormalige woonhuis achter de kerk. In 1968 werd het bij het gebouw getrokken om te voorzien in de behoefte aan meer bijzalen. In de grote zaal aan de achterkant is mooi abstract glas in lood te zien (blank glas en licht blauw) in een stijl die aansluit op de ramen in de trappenhuizen.
Recent developmentsHet gebouw is in de jaren na 1998 uitgebreid gerestaureerd, waardoor het zo veel mogelijk is teruggebracht in de oorspronkelijke stijl van 1931.
Sources
Amsterdam-Watergraafsmeer geheel gerestaureerd. Een uitgave van Het Apostolisch Genootschap Archimedeweg, Amsterdam (Watergraafsmeer, zonder jaartal).
Radboud van Beekum, Amsterdamse School architect Cornelis Kruyswijk 1884-1935 (Bussum, 2006).
Submitted by Gert-Jan Lobbes
Professional or personal relationHet exterieur stond al een tijd op deze website. Zoals het zo vaak gaat word je dan nieuwsgierig naar wat zich achter de façade bevindt, zeker als aan de buitenkant zichtbaar is dat er mooie glas in lood ramen zijn. Corrie Groen en ik kregen de gelegenheid om het interieur uitgebreid te bekijken en te fotograferen, waarvoor wij het Apostolisch Genootschap bedanken.
Related objects