Details
Name
De Bijenkorf, Den Haag
Number of images: 61
IntroductionDe Bijenkorf in Den Haag is een warenhuis in Amsterdamse School-stijl dat is ontworpen in 1923 en gebouwd tussen 1924 en 1926 door de Amsterdamse architect Piet Kramer. Bij het eindontwerp en de uitvoering waren bijna twintig verschillende kunstenaars betrokken. De Bijenkorf is daarmee een perfect voorbeeld van de benadering van het gebouw als Gesamtkunstwerk en wordt beschouwd als één van de topstukken die de beweging heeft voortgebracht.
AddressWagenstraat 32
Postal code(s)2512 AX
PlaceDen Haag
CountryNederland
Creator Piet Kramer (Architect)
Johan Polet (Kunstenaar)
Adriaan Remiëns (Kunstenaar)
Mien Visser-Düker (Kunstenaar)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Joh. Linse (Kunstenaar)
A. Kremer (Kunstenaar)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Jaap Gidding (Kunstenaar)
Pieter A.H. Hofman (Kunstenaar)
John Rädecker (Kunstenaar)
Jan Trapman (Kunstenaar)
Marinus Vreugde (Kunstenaar)
Tjipke Visser (Kunstenaar)
Henri van der Stok (Kunstenaar)
Leo Visser (Kunstenaar)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Joep Nicolas (Kunstenaar)
Toon Rädecker (Kunstenaar)
Jacob van 't Hof (Kunstenaar)
Johan Polet (Kunstenaar)
Adriaan Remiëns (Kunstenaar)
Mien Visser-Düker (Kunstenaar)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Joh. Linse (Kunstenaar)
A. Kremer (Kunstenaar)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Jaap Gidding (Kunstenaar)
Pieter A.H. Hofman (Kunstenaar)
John Rädecker (Kunstenaar)
Jan Trapman (Kunstenaar)
Marinus Vreugde (Kunstenaar)
Tjipke Visser (Kunstenaar)
Henri van der Stok (Kunstenaar)
Leo Visser (Kunstenaar)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Joep Nicolas (Kunstenaar)
Toon Rädecker (Kunstenaar)
Jacob van 't Hof (Kunstenaar)
Production date1924 - 1926
Current conditionDeels uitgebreid of vernieuwd (nieuwbouw)
Current ownerSelfridges Group
Original usageWarenhuis
Current usageWarenhuis
Object typeRijksmonument, Gebouw
Monument number459713
BackgroundToen de Grote Marktstraat in Den Haag werd aangelegd als doorbraak van de stad, zag de directie van de Amsterdamse Bijenkorf mogelijkheden om op die locatie een tweede vestiging te openen. De Bijenkorf kocht in 1923 een perceel en schreef een prijsvraag uit om de juiste architect voor het project te vinden. Het pand in Amsterdam had door zijn zeer traditionele architectuur veel kritiek ontvangen in de pers en in vakbladen. Gerenommeerde architecten werden uitgenodigd om een schetsontwerp in te leveren: naast Piet Kramer waren dat Michel de Klerk, Jan Frederik Staal, de gebroeders J. G. en A. D. N. van Gendt, J.M. Luthmann en W. Hamdorff. Ook enkele Haagse architecten namen deel, zoals Jan Wils, Louis de Wolf, Lodewijk Simons en J. C. van Dorsser. Vier andere architecten, waaronder A. P. B. Otten, leverden ongevraagd ook een ontwerp in.
De vakjury, bestaande uit H. P. Berlage, J. Gratama en A. Steeman, koos het ontwerp van Staal als beste uit. De directie besloot echter dat de esthetiek te weinig aansloot bij een warenhuis en selecteerde uiteindelijk het ontwerp van Kramer. In het daaropvolgende jaar werkte Kramer zijn ontwerp uit, waarna in 1924 begonnen werd met de bouw.
De opening was gepland op 15 maart 1926, maar werd uiteindelijk tien dagen uitgesteld. Bij de gelegenheid werd een publicatie uitgegeven met fotomateriaal en informatie, waarin verschillende aspecten van het gebouw werden besproken. Hierin werd het gebouw het ‘kasteel der genietingen’ en het ‘paleis der levensvreugde’ genoemd. Hoewel de gemeente Den Haag uiteraard blij was met de komst van een dergelijke economische stimulans, gingen er ook verontruste stemmen op: zou een dergelijk groot warenhuis waar alles werd verkocht niet een te grote concurrentie vormen voor andere winkels in de stad?
De vakjury, bestaande uit H. P. Berlage, J. Gratama en A. Steeman, koos het ontwerp van Staal als beste uit. De directie besloot echter dat de esthetiek te weinig aansloot bij een warenhuis en selecteerde uiteindelijk het ontwerp van Kramer. In het daaropvolgende jaar werkte Kramer zijn ontwerp uit, waarna in 1924 begonnen werd met de bouw.
De opening was gepland op 15 maart 1926, maar werd uiteindelijk tien dagen uitgesteld. Bij de gelegenheid werd een publicatie uitgegeven met fotomateriaal en informatie, waarin verschillende aspecten van het gebouw werden besproken. Hierin werd het gebouw het ‘kasteel der genietingen’ en het ‘paleis der levensvreugde’ genoemd. Hoewel de gemeente Den Haag uiteraard blij was met de komst van een dergelijke economische stimulans, gingen er ook verontruste stemmen op: zou een dergelijk groot warenhuis waar alles werd verkocht niet een te grote concurrentie vormen voor andere winkels in de stad?
DescriptionHet gebouw van de Haagse Bijenkorf valt niet alleen op vanwege zijn karakteristieke ronde gevel op de hoek van de Grote Marktstraat en de Wagenstraat, maar ook vanwege zijn omvang. Met een lengte van 102 meter, een hoogte van 24 meter en een vloeroppervlak van 3.000 vierkante meter - waarop 74 afdelingen waren te vinden - was het bij voltooiing het grootste warenhuis van Nederland en het grootste gebouw van Den Haag. Het pand is opgebouwd rondom een betonnen skeletconstructie, met een bakstenen niet-dragende buitengevel. Deze gevel begint pas op de eerste verdieping boven een uitkragende (vooruitstekende) koperen luifel. De golvende rode bakstenen gevel daarboven is ingedeeld in negen vlakken, door middel van acht verticale geveldelen die als dubbele plooien uit het metselwerk naar voren komen. In de vlakken zijn telkens zes (en op de kop negen) verticale banden met ramen in koperen kozijnen geplaatst. Aan de bovenzijde van de gevel wordt deze compositie verder uitgewerkt met natuurstenen details en beeldhouwwerk.
Omdat de gevel pas op de eerste verdieping lijkt te beginnen, is wel geschreven dat het gebouw lijkt te zweven, of slechts steunt op het glas van de begane grond. Dit effect kon worden bereikt doordat de buitengevel geen dragende functie heeft. Het is een oplossing die voortkomt uit de verheerlijking van de esthetiek, en niet uit de constructie: een typische Amsterdamse School-benadering.
Rondom het gebouw siert beeldhouwwerk de gevel. Hiervoor waren Johan Polet, Adriaan Remiëns, Hildo Krop, John Rädecker, Toon Rädecker, Louise Beijermans, Hendrik van den Eijnde en Gijs Jacobs van den Hof verantwoordelijk.
Omdat de gevel pas op de eerste verdieping lijkt te beginnen, is wel geschreven dat het gebouw lijkt te zweven, of slechts steunt op het glas van de begane grond. Dit effect kon worden bereikt doordat de buitengevel geen dragende functie heeft. Het is een oplossing die voortkomt uit de verheerlijking van de esthetiek, en niet uit de constructie: een typische Amsterdamse School-benadering.
Rondom het gebouw siert beeldhouwwerk de gevel. Hiervoor waren Johan Polet, Adriaan Remiëns, Hildo Krop, John Rädecker, Toon Rädecker, Louise Beijermans, Hendrik van den Eijnde en Gijs Jacobs van den Hof verantwoordelijk.
InteriorIn het interieur is tegenwoordig weinig terug te zien van de oorspronkelijke detailleringen. In het gebouw was houtsnijwerk van Hendrik van den Eijnde, Jan Trapman, Marinus Vreugde, Tjipke Visser, Adriaan Remiëns, H. Kaas, H.J. Jansen van Galen, Louise Beijermans en Hildo Krop aanwezig. Hoewel het grootste deel is verdwenen, zijn de houten trappen met houtsnijwerk er nog wel.
Ook het glas in lood bij de bordessen van de trappen is nog aanwezig. Hiervoor waren Joh. Linse (1e verdieping), H. van der Stok (2e), Pieter Hofman (3e) en Leo Visser (5e) verantwoordelijk. Andere glaskunstenaars die een bijdrage hebben geleverd waren Mien Visser-Düker, Jaap Gidding, Willem Bogtman en Joep Nicolas.
Ook een plaquette die door het personeel van het Amsterdamse filiaal aan de directie was aangeboden bij de opening is nog altijd te zien.
Ook het glas in lood bij de bordessen van de trappen is nog aanwezig. Hiervoor waren Joh. Linse (1e verdieping), H. van der Stok (2e), Pieter Hofman (3e) en Leo Visser (5e) verantwoordelijk. Andere glaskunstenaars die een bijdrage hebben geleverd waren Mien Visser-Düker, Jaap Gidding, Willem Bogtman en Joep Nicolas.
Ook een plaquette die door het personeel van het Amsterdamse filiaal aan de directie was aangeboden bij de opening is nog altijd te zien.
Recent developmentsHet gebouw heeft in 1962 en 1997 ingrijpende renovaties ondergaan, die vooral grote invloed hebben gehad op het interieur. In 1962 is het gebouw gemoderniseerd, waarbij niet alleen een complete vide, maar ook vrijwel al het gedetailleerde houtwerk uit het interieur zijn verwijderd. Een aantal van de details zijn ondergebracht in het Centraal Museum in Utrecht. Bij de renovatie uit 1997 is een deel van de oude indeling teruggebracht. Zo is er een nieuwe vide in het gebouw aangebracht.
Architectenbureau Rijnboutt heeft tussen 2009 en 2013 gewerkt aan het vergroten van het winkeloppervlak van De Bijenkorf. Hiervoor is aan de achterzijde een extra vleugel aangebouwd. Sinds 2011 is De Bijenkorf in handen van de internationale Selfridges Group. In de zomer van 2013 maakte het concern bekend dat het een deel van de Bijenkorf-filialen afstoot, om te kunnen investeren in zogeheten flagship stores. Hierbij is besloten dat het filiaal in Den Haag wordt behouden.
Architectenbureau Rijnboutt heeft tussen 2009 en 2013 gewerkt aan het vergroten van het winkeloppervlak van De Bijenkorf. Hiervoor is aan de achterzijde een extra vleugel aangebouwd. Sinds 2011 is De Bijenkorf in handen van de internationale Selfridges Group. In de zomer van 2013 maakte het concern bekend dat het een deel van de Bijenkorf-filialen afstoot, om te kunnen investeren in zogeheten flagship stores. Hierbij is besloten dat het filiaal in Den Haag wordt behouden.
Sources
Tijdschrift Wendingen, 1925, nr 11/12
s.n., 'De Bijenkorf te 's-Gravenhage', Bouwkundig Weekblad 28 (1924) nr. 6, blz. 28.
Jan Gratama, 'Het gebouw van De Bijenkorf', Architectura 19 (1925)
s.n., 'Het nieuwe gebouw van De Bijenkorf te 's-Gravenhage', Architectura 20 (1926) nr. 15, blz. 141.
Ph. Ritter, B. Bakker Schut & H.Th. Wijdeveld, De Bijenkorf, (De Bijenkorf 1926; in 2001 verscheen hiervan een facsimile-uitgave).
Bernhard Kohlenbach, Pieter Lodewijk Kramer, Architect van de Amsterdamse School, (V+K Publishing 1994).
Links
Related objects