Details
Naam
Van Wassenaar Obdamstraat 20-28, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 16
IntroductieDit is één van de vroege ontwerpen van Kruyswijk, die bekend is van onder andere de twee enorme woonblokken aan het Victorieplein in Amsterdam-Zuid.
AdresJacob van Wassenaar Obdamstraat 28I
Postcode(s)1057 JS
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Cornelis Kruyswijk (Architect)
Datum1922
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverParticuliere opdrachtgever
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectGeen beschermde status, Blok
AchtergrondDe (katholieke) Chassébuurt in Amsterdam-West behoort tot de eerste Amsterdamse woonwijken die na de Eerste Wereldoorlog onder het strenge regime van de Schoonheidscommissie werden volgebouwd. Na succesvolle experimenten in de sociale woningbouw moest de Amsterdamse School zich hier bewijzen aan particuliere opdrachtgevers, die veel minder ruimte boden aan dure creativiteit dan de woningbouwcorporaties. Bovendien bebouwden particulieren vaak maar een paar percelen tegelijk.
In het stratenplan van de Chassébuurt gaat de middeleeuwse polderverkaveling onhandig over in een op speculatiebouw gericht uitbreidingsplan, dat Amsterdam van de opgeheven gemeente Sloten had geërfd. De nog jonge architect Kruyswijk heeft onder deze moeilijke omstandigheden geprobeerd van vijf panden iets bijzonders te maken.
De tekst van deze bijdrage is grotendeels ontleend aan de Atlas Gordel 20-40.
In het stratenplan van de Chassébuurt gaat de middeleeuwse polderverkaveling onhandig over in een op speculatiebouw gericht uitbreidingsplan, dat Amsterdam van de opgeheven gemeente Sloten had geërfd. De nog jonge architect Kruyswijk heeft onder deze moeilijke omstandigheden geprobeerd van vijf panden iets bijzonders te maken.
De tekst van deze bijdrage is grotendeels ontleend aan de Atlas Gordel 20-40.
BeschrijvingHet blok van vijf panden ligt in de smalle Jacob van Wassenaar Obdamstraat, genoemd naar een Nederlandse admiraal uit de zeventiende eeuw, opvolger van Maarten Tromp. De Atlas Gordel 20-40 spreekt van "een achterafstraat". Er tegenover zou een paar jaar later (1927) de katholieke Chassékerk van architect Tholens verrijzen. Inmiddels is dit een salsaschool en is de pastorie tot hotel omgebouwd. De schrijver Kees Fens groeide op in deze katholieke enclave en schreef er vaak over.
De gevel van het blok van Kruyswijk is overvloedig ingevuld met zware beton-omlijste portieken, veelhoekige erkers, decoratief metselwerk, een met tegels beklede daklijst en elegant smeedwerk op de hijsbalken. Deze modern vormgegeven onderdelen zijn samengebracht in een traditionele compositie, met een horizontale verdeling in onderbouw, middendeel en bekroning. In de breedte is gezocht naar symmetrie, hetgeen door het oneven aantal panden niet helemaal uit de verf komt. Door deze compositorische zwakte en de te drukke versiering is dit project in het kader van de Gordel 20-40 gewaardeerd in de architectonische orde 3. De Atlas Gordel 20-40 schrijft dat "latere gevelcomposities van Kruyswijk, bijvoorbeeld in de nabij gelegen Mercatorstraat, wat eleganter en beheerster gedetailleerd (zijn), maar ook voorzien van de ongewone plastiek."
De gevel van het blok van Kruyswijk is overvloedig ingevuld met zware beton-omlijste portieken, veelhoekige erkers, decoratief metselwerk, een met tegels beklede daklijst en elegant smeedwerk op de hijsbalken. Deze modern vormgegeven onderdelen zijn samengebracht in een traditionele compositie, met een horizontale verdeling in onderbouw, middendeel en bekroning. In de breedte is gezocht naar symmetrie, hetgeen door het oneven aantal panden niet helemaal uit de verf komt. Door deze compositorische zwakte en de te drukke versiering is dit project in het kader van de Gordel 20-40 gewaardeerd in de architectonische orde 3. De Atlas Gordel 20-40 schrijft dat "latere gevelcomposities van Kruyswijk, bijvoorbeeld in de nabij gelegen Mercatorstraat, wat eleganter en beheerster gedetailleerd (zijn), maar ook voorzien van de ongewone plastiek."
InterieurOver het interieur is mij niets bekend, maar er is geen reden om aan te nemen dat de architect er bijzondere aandacht aan heeft besteed. Achter de voordeuren liggen steile smalle trappen naar de verdiepingen. Eén van de portieken valt echter op, omdat deze aan de onderkant is betegeld en daarboven is voorzien van een schildering van twee kaketoes. De (kwetsbare) schildering is vermoedelijk met sjablonen gemaakt en toont een overgangsstijl tussen Jugendstil en Amsterdamse School.
Recente ontwikkelingenDit blok was nog vrijwel ongeschonden toen het eind negentiger jaren werd gerenoveerd. Alleen de borstweringen van de balkons boven de erkers waren verdwenen. Wel waren veel van de bijzondere onderdelen, zoals de keramiek in de gevelbekroning en het siersmeedwerk, sterk vervallen. Bij de renovatie kwam het er op aan de karakteristieke details goed te reconstrueren en deze te herstellen in moderne en degelijke materialen. Mede door de welwillendheid van de eigenaar is dit goed geslaagd.
Bronnen
Gijs Bolhuis, De Atlas Gordel 20-40 (Amsterdam, 2000).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandHet waren vooral de fraai versierde hijsbalken die mij naar dit pand brachten en het feit dat het een vroeg werk van Kruyswijk betreft. Het is een wat hybride geheel, wel geweldig dat het zo mooi is gerenoveerd.
Gerelateerde objecten