Details
Naam
Woonblokken Vrolikstraat-Eikenweg, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 20
IntroductieHet 'debuut' van Cornelis Kruyswijk, waarin de invloed van Michel de Klerks Hillehuis te zien valt.
AdresVrolikstraat 196-200 + 202-202A-204, Eikenweg 27 en 72
Postcode(s)1092 TS
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Cornelis Kruyswijk (Architect)
Datum1917
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectGeen beschermde status, Blok
AchtergrondRuim een jaar voordat Cornelis Kruyswijk zich officieel als zelfstandig architect vestigde zijn deze twee bij elkaar behorende woningblokjes onder zijn naam gebouwd. Voordeuren liggen zowel aan de Vrolikstraat als aan de Eikenweg. De opzet van deze blokjes is geweest dat zij met de Eikenweg een entree zouden vormen naar de daarna te bouwen Transvaalbuurt. Er zou een overgang komen over het spoor van de Gooische Stoomtram en de trein van en naar Utrecht, die daar op straatniveau reden. De Gooische tram reed van het toenmalige Weesperplein Station via de Middenweg in de gemeente Watergraafsmeer naar het Gooi. De tram werd door de vele dodelijke ongelukken die zich in de loop der jaren voordeden - 114 slachtoffers in 60 jaar- de Gooische Moordenaar genoemd. Ook het spoor van Utrecht naar het Centraal Station lag gelijkvloers.
Aan deze toestand kwam een eind toen in de dertiger jaren van de twintigste eeuw het spoor op een dijk kwam te liggen, het Amstel en het Muiderpoort Station werden geopend en de Gooische Stoomtram overging tot vervoer met bussen. Het spoorwegviaduct werd over de Linnaeusstraat gelegd in plaats van de destijds geplande overgang naar de Transvaalbuurt.
Aan deze toestand kwam een eind toen in de dertiger jaren van de twintigste eeuw het spoor op een dijk kwam te liggen, het Amstel en het Muiderpoort Station werden geopend en de Gooische Stoomtram overging tot vervoer met bussen. Het spoorwegviaduct werd over de Linnaeusstraat gelegd in plaats van de destijds geplande overgang naar de Transvaalbuurt.
BeschrijvingIn de Vrolikstraat, een smalle straat met stadshuizen van rond de wisseling van de 19e naar de 20e eeuw, zijn de huizen van Kruyswijk weinig opvallende blokjes. Een verschil met de oudere woningen is onder andere dat de huizen van Kruyswijk aan de straatzijde geen balkon hebben. De huizen bestaan uit vier woonlagen en een zolderverdieping. Nog een afwijking van de oude bestaande huizen is het mansarde dak met rode pannen. Doordat de straat smal is en de huizen hoog zijn valt dat niet direct op.
De plinten zijn gemetseld in verticaal halfsteensverband van twee en halve steen hoog. Daarop een horizontale laag strekkende stenen. De schuine vensterbanken bestaan uit verticaal geplaatste stenen met op de hoeken een afwerking van graniet. Tussen de stenen vensterbanken een fantasielaag in blokjesvorm. De muren zijn in kruisverband gemetseld in gemêleerd rode baksteen.
Voor iedere partij boven elkaar liggende woningen zijn twee deuren: een voor het benedenhuis en een voor de drie daarboven gelegen woningen. In het midden van het blok liggen vier deuren naast elkaar. Alle deuren zijn hetzelfde en hebben hooguit een andere kleur. De drempels zijn van natuursteen. De bovenlichten hebben van oorsprong een fantasie-indeling. Aan de zijkanten van de deuren een iets vooruitspringende bakstenen pilaster, aan de onder- en bovenzijde afgewerkt met natuursteen dat verder gaat in een verticale smalle bakstenen lijn. Boven de houten kozijnen van twee deuren een bakstenen rollaag die overgaat in een soort timpaan van baksteen in fantasiemetselwerk. In de trappenhuizen smalle ramen met roedeverdeling.
Tussen deze ramen vierkante stenen reliëfwerkjes - waaraan de tand des tijds danig geknaagd heeft - met onder andere een konijn op de achterpoten, een aapje, een trolachtig mannetje dat in een spiegel kijkt, nog zo’n merkwaardig mannetje dat een pijp rookt, en aan de Eikenweg een, zo te zien modern, reliëfje, dat niet uitgehakt is maar een ingekerfd eikenblad heeft.
De ramen van de kamers hebben een roedeverdeling. Bij veel woningen is die originele raamindeling nog aanwezig, Onder de ramen vensterbanken met een metalen rekje, waarin planten geplaatst kunnen worden. Een van de meest kenmerkende details van deze huizen zijn de houten koven boven de trappartijen. Zijn doen denken aan het Hillehuis aan de Johannes Vermeerstraat van Michel de Klerk. In de koven en als afsluiting van de gevel onder de iets overkragende dakgoten weer een rand met fantasie metselwerk.
De ramen aan de Eikenweg hebben per woning een smalle erker, die “rust” op twee consoles. De rand tussen de geschilderde betonnen of stenen rand en het metselwerk van de erker is een sierlijk afgewerkte loodrand. Het mansarde dak is op de straathoeken wat hoger dan de rest van het dak. Huisnummer 202 heeft extra puntje op de hoek van het dak.
In het bijna verticale gedeelte van het dak liggen dakkapellen met een al dan niet meer aanwezige hijsbalk. Als extraatje staat op de hoek van de Eikenweg tegen huis nummer 202 nog een Amsterdamse School schakelkast van het GEB.
De plinten zijn gemetseld in verticaal halfsteensverband van twee en halve steen hoog. Daarop een horizontale laag strekkende stenen. De schuine vensterbanken bestaan uit verticaal geplaatste stenen met op de hoeken een afwerking van graniet. Tussen de stenen vensterbanken een fantasielaag in blokjesvorm. De muren zijn in kruisverband gemetseld in gemêleerd rode baksteen.
Voor iedere partij boven elkaar liggende woningen zijn twee deuren: een voor het benedenhuis en een voor de drie daarboven gelegen woningen. In het midden van het blok liggen vier deuren naast elkaar. Alle deuren zijn hetzelfde en hebben hooguit een andere kleur. De drempels zijn van natuursteen. De bovenlichten hebben van oorsprong een fantasie-indeling. Aan de zijkanten van de deuren een iets vooruitspringende bakstenen pilaster, aan de onder- en bovenzijde afgewerkt met natuursteen dat verder gaat in een verticale smalle bakstenen lijn. Boven de houten kozijnen van twee deuren een bakstenen rollaag die overgaat in een soort timpaan van baksteen in fantasiemetselwerk. In de trappenhuizen smalle ramen met roedeverdeling.
Tussen deze ramen vierkante stenen reliëfwerkjes - waaraan de tand des tijds danig geknaagd heeft - met onder andere een konijn op de achterpoten, een aapje, een trolachtig mannetje dat in een spiegel kijkt, nog zo’n merkwaardig mannetje dat een pijp rookt, en aan de Eikenweg een, zo te zien modern, reliëfje, dat niet uitgehakt is maar een ingekerfd eikenblad heeft.
De ramen van de kamers hebben een roedeverdeling. Bij veel woningen is die originele raamindeling nog aanwezig, Onder de ramen vensterbanken met een metalen rekje, waarin planten geplaatst kunnen worden. Een van de meest kenmerkende details van deze huizen zijn de houten koven boven de trappartijen. Zijn doen denken aan het Hillehuis aan de Johannes Vermeerstraat van Michel de Klerk. In de koven en als afsluiting van de gevel onder de iets overkragende dakgoten weer een rand met fantasie metselwerk.
De ramen aan de Eikenweg hebben per woning een smalle erker, die “rust” op twee consoles. De rand tussen de geschilderde betonnen of stenen rand en het metselwerk van de erker is een sierlijk afgewerkte loodrand. Het mansarde dak is op de straathoeken wat hoger dan de rest van het dak. Huisnummer 202 heeft extra puntje op de hoek van het dak.
In het bijna verticale gedeelte van het dak liggen dakkapellen met een al dan niet meer aanwezige hijsbalk. Als extraatje staat op de hoek van de Eikenweg tegen huis nummer 202 nog een Amsterdamse School schakelkast van het GEB.
Bronnen
Radboud van Beekum, Amsterdamse School architect Cornelis Kruyswijk, 1884-1935 (Uitgeverij Thoth 2006).
G. Bolhuis, Atlas Gordel 20-40 (Amsterdam 2004).
Ingezonden door Corrie Groen- Pickhard
Professionele of persoonlijke band.
Gerelateerde objecten