Details
Naam
Lutherkapel, Amsterdam - interieur
Aantal afbeeldingen: 34
IntroductieEen unieke blik in deze door Gerrit Jan Rutgers ontworpen kerk, die toen nog steeds als gebedshuis in gebruik was. Tegenwoordig zit er een sportschool in.
AdresGerrit van der Veenstraat 38
Postcode(s)1077 EE
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Gerrit Jan Rutgers (Architect)
Gerrit Jan Rutgers (Kunstenaar)
Gerrit Jan Rutgers (Kunstenaar)
Datum1929
OpdrachtgeverHersteld Evangelisch-Lutherse Gemeente
Huidige eigenaarHersteld Apostolische Zendingsgemeente
AchtergrondDe Lutherkapel (zie exterieur) werd in 1930 gebouwd in opdracht van de "Stichting Fonds voor een eigen gebouw in de zuidelijke wijk der Hersteld Evangelisch-Lutherse Gemeente". Voor het uitbreidingsplan van Berlage voor Amsterdam-Zuid werden destijds pleinen waaraan kerken gesitueerd werden, als uitgangspunt gekozen, ‘want een plein zonder openbaar gebouw is geen plein’. Gebouwen als de Lutherkapel werden aldus markeringspunten in nieuwe stadswijken.
Daar de kerkeraad, om financiële redenen, weinig voelde voor de bouw van een nieuwe kapel of kerk, riepen vooraanstaande zakenlieden onder leiding van ds. P. Neideck de hierboven genoemde stichting in het leven voor de bouw. Men besloot tot produktiebouw, dat wil zeggen een kapel met een aansluitend complex woonhuizen. De kapel, naar ontwerp van Gerrit Jan Rutgers, kostte fl. 100.000,-. Op 7 december 1929 werd door ds. Neideck de eerste steen gelegd en op 14 september 1930 werd de kapel ingewijd. Neideck zou tot zijn dood in 1942 in de kapel voorgaan.
In 1930 zijn ook diverse door Rutgers ontworpen omliggende blokken aan de Euterpestraat en Bachstraat gebouwd. In de Bachstraat sluit de gevel van de kapel direct aan op de Eerste Openbare Montessorischool (Publieke Werken, 1927). Na de Tweede Wereldoorlog is de naam Euterpestraat veranderd in de Gerrit van der Veenstraat, vernoemd naar beeldhouwer en verzetsstrijder Gerrit van der Veen (1902-1944).
Daar de kerkeraad, om financiële redenen, weinig voelde voor de bouw van een nieuwe kapel of kerk, riepen vooraanstaande zakenlieden onder leiding van ds. P. Neideck de hierboven genoemde stichting in het leven voor de bouw. Men besloot tot produktiebouw, dat wil zeggen een kapel met een aansluitend complex woonhuizen. De kapel, naar ontwerp van Gerrit Jan Rutgers, kostte fl. 100.000,-. Op 7 december 1929 werd door ds. Neideck de eerste steen gelegd en op 14 september 1930 werd de kapel ingewijd. Neideck zou tot zijn dood in 1942 in de kapel voorgaan.
In 1930 zijn ook diverse door Rutgers ontworpen omliggende blokken aan de Euterpestraat en Bachstraat gebouwd. In de Bachstraat sluit de gevel van de kapel direct aan op de Eerste Openbare Montessorischool (Publieke Werken, 1927). Na de Tweede Wereldoorlog is de naam Euterpestraat veranderd in de Gerrit van der Veenstraat, vernoemd naar beeldhouwer en verzetsstrijder Gerrit van der Veen (1902-1944).
BeschrijvingDe ingangen liggen links en rechts van de hoofdgevel aan de Gerrit van der Veenstraat, onder het ver doorlopende dak. Openslaande deuren, omlijst door glas in lood raampjes, leiden naar een vestibule. In de linker vestibule is een plaquette te zien die herinnert aan de bouw van de kapel van 1929 tot 1930 en de inwijding op 14 september 1930. Aan de voet van de trap naar de gaanderij staat sinds 2011 de kerkklok van het gebouw, die uit de toren is gehaald. De klok van 150 kilo is gegoten door John Taylor en Co in Loughborough in Engeland in 1928.
Via de vestibule betreden we het interieur van de kapel. Hoewel het woord kapel associaties met een kleine ruimte kan oproepen, is hier in werkelijkheid sprake van een imposante kerkruimte. Het interieur is nog grotendeels in oorspronkelijke staat. De ruimte is vierkant. Aan drie kanten bevinden zich ruime gaanderijen met zitplaatsen (aan elkaar geschakelde klapstoelen) en aan de kanselzijde een minder diepe gaanderij waarop het orgel staat. Op de halfronde gaanderij van het orgel staat de tekst "Een vaste burcht is onze God". Vanaf drie zijden komt diffuus licht binnen.
Op de begane grond via boogvensters met mat gekleurd glas en een gekleurd motief in het midden - tegenwoordig slecht zichtbaar vanwege een metalen stijl. Op de verdiepingen komt het licht via van bakstenen gevormde vensters van verschillende grootte. Aan de zijde van de Gerrit van der Veenstraat is het venster driehoekig en zo hoog als de wand. Aan de zijde van de Bachstraat is het venster kleiner en ruitvormig. Achter het orgel is het venster kruisvormig. De westelijke gevel heeft hoog bovenin het enige figuratieve glas-in-lood: een opvliegende duif, symbool van de heilige geest, boven blauwe vormen die op golven lijken met achter de duif de zon. De stijl van dit laatste raam doet aan Atelier Bogtman denken. Het glas-in-lood in de overige ramen is abstract en bestaat uit stroken blank, rood, oranje, blauw en paars glas.
Het interieur heeft nog grotendeels de oorspronkelijke met elkaar verbonden stoelen met klapzittingen. Met de rondom aangebrachte gaanderijen konden hier ongeveer 500 mensen zitten. De stoelen staan concentrisch gericht op de zware houten avondmaalstafel (“Vrede zy ulieden”), waarachter de eveneens zware donkere kansel. Deze staat onder de vooruitstekende orgelgaanderij. De huidige gebruiker van het gebouw heeft op de muur achter de kansel het woord Maranatha aangebracht. Het orgel, in 1931 gebouwd door de fa. Valkx en van Kouteren te Rotterdam, is pneumatisch. Oorspronkelijk droeg het drie beelden. In het midden een groot Christusbeeld, dat vandaag de dag niet meer aanwezig is. Links en rechts twee kleinere beeldjes “Overgave” en “Toewijding”. Ik heb niet kunnen achterhalen wie de maker van de beeldjes is.
De beroemde Piet van Egmond was van 1931 tot 1938 organist van de Lutherkapel. Van Egmond solliciteerde in 1931 naar de organistenpost in de Lutherkapel omdat hij daar, naar eigen zeggen, ook een koor tot zijn beschikking had. Met zijn koor 'Cantate Dominum' en het koor van de Lutherkapel kon hij Bachs Matthäus-Passion uitvoeren, waarvoor twee koren vereist zijn. De Lutherkapel stond ook bekend om de 'kinderkerk' en had een eigen kinderkoor. Het was in deze kerk dat Piet van Egmond op 8 april 1936 voor de eerste maal Bachs Matthäus-Passion uitvoerde met het koor en kinderkoor van de Lutherkapel en het Chr. Gemengd Zangkoor Cantate Dominum, "met medewerking van eenige jongens van de Vereniging 'Zanglust'" van Willem Hespe. Solisten en orkest formeerde hij met behulp van vrienden en studiegenoten van het conservatorium; zijn verloofde Ina Funke nam alle sopraanaria's voor haar rekening, zijn zuster Jo speelde altviool en zelf dirigeerde hij het gehele ensemble vanaf de orgelbank. De toegangsprijs was 30 cent! Vanwege de gordijntjes werd de orgelgalerij door sommigen ook wel 'de kraamkamer van Van Egmond' genoemd.
De drie lantaarns die van de zoldering naar beneden hangen behoren tot de grootste kostbaarheden van de kapel. Het gaat om vier rechthoekige matglazen panelen gevat in een ijzeren frame met diverse geometrische versieringen. Aan de onderkant hangen vier kleine opalen bollen. Wie de ontwerper van deze bijzondere lampen is, is mij niet bekend. Vermoedelijk zijn ze speciaal voor dit gebouw ontworpen.
De zoldering is grijs beschilderd. Dit geeft een merkwaardig effect. Hierdoor lijkt de zoldering van beton en niet van hout.
Via de vestibule betreden we het interieur van de kapel. Hoewel het woord kapel associaties met een kleine ruimte kan oproepen, is hier in werkelijkheid sprake van een imposante kerkruimte. Het interieur is nog grotendeels in oorspronkelijke staat. De ruimte is vierkant. Aan drie kanten bevinden zich ruime gaanderijen met zitplaatsen (aan elkaar geschakelde klapstoelen) en aan de kanselzijde een minder diepe gaanderij waarop het orgel staat. Op de halfronde gaanderij van het orgel staat de tekst "Een vaste burcht is onze God". Vanaf drie zijden komt diffuus licht binnen.
Op de begane grond via boogvensters met mat gekleurd glas en een gekleurd motief in het midden - tegenwoordig slecht zichtbaar vanwege een metalen stijl. Op de verdiepingen komt het licht via van bakstenen gevormde vensters van verschillende grootte. Aan de zijde van de Gerrit van der Veenstraat is het venster driehoekig en zo hoog als de wand. Aan de zijde van de Bachstraat is het venster kleiner en ruitvormig. Achter het orgel is het venster kruisvormig. De westelijke gevel heeft hoog bovenin het enige figuratieve glas-in-lood: een opvliegende duif, symbool van de heilige geest, boven blauwe vormen die op golven lijken met achter de duif de zon. De stijl van dit laatste raam doet aan Atelier Bogtman denken. Het glas-in-lood in de overige ramen is abstract en bestaat uit stroken blank, rood, oranje, blauw en paars glas.
Het interieur heeft nog grotendeels de oorspronkelijke met elkaar verbonden stoelen met klapzittingen. Met de rondom aangebrachte gaanderijen konden hier ongeveer 500 mensen zitten. De stoelen staan concentrisch gericht op de zware houten avondmaalstafel (“Vrede zy ulieden”), waarachter de eveneens zware donkere kansel. Deze staat onder de vooruitstekende orgelgaanderij. De huidige gebruiker van het gebouw heeft op de muur achter de kansel het woord Maranatha aangebracht. Het orgel, in 1931 gebouwd door de fa. Valkx en van Kouteren te Rotterdam, is pneumatisch. Oorspronkelijk droeg het drie beelden. In het midden een groot Christusbeeld, dat vandaag de dag niet meer aanwezig is. Links en rechts twee kleinere beeldjes “Overgave” en “Toewijding”. Ik heb niet kunnen achterhalen wie de maker van de beeldjes is.
De beroemde Piet van Egmond was van 1931 tot 1938 organist van de Lutherkapel. Van Egmond solliciteerde in 1931 naar de organistenpost in de Lutherkapel omdat hij daar, naar eigen zeggen, ook een koor tot zijn beschikking had. Met zijn koor 'Cantate Dominum' en het koor van de Lutherkapel kon hij Bachs Matthäus-Passion uitvoeren, waarvoor twee koren vereist zijn. De Lutherkapel stond ook bekend om de 'kinderkerk' en had een eigen kinderkoor. Het was in deze kerk dat Piet van Egmond op 8 april 1936 voor de eerste maal Bachs Matthäus-Passion uitvoerde met het koor en kinderkoor van de Lutherkapel en het Chr. Gemengd Zangkoor Cantate Dominum, "met medewerking van eenige jongens van de Vereniging 'Zanglust'" van Willem Hespe. Solisten en orkest formeerde hij met behulp van vrienden en studiegenoten van het conservatorium; zijn verloofde Ina Funke nam alle sopraanaria's voor haar rekening, zijn zuster Jo speelde altviool en zelf dirigeerde hij het gehele ensemble vanaf de orgelbank. De toegangsprijs was 30 cent! Vanwege de gordijntjes werd de orgelgalerij door sommigen ook wel 'de kraamkamer van Van Egmond' genoemd.
De drie lantaarns die van de zoldering naar beneden hangen behoren tot de grootste kostbaarheden van de kapel. Het gaat om vier rechthoekige matglazen panelen gevat in een ijzeren frame met diverse geometrische versieringen. Aan de onderkant hangen vier kleine opalen bollen. Wie de ontwerper van deze bijzondere lampen is, is mij niet bekend. Vermoedelijk zijn ze speciaal voor dit gebouw ontworpen.
De zoldering is grijs beschilderd. Dit geeft een merkwaardig effect. Hierdoor lijkt de zoldering van beton en niet van hout.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandHet was moeilijk te bepalen of het gebouw nog gebruikt wordt. Op reliwiki werd gemeld dat het buiten gebruik is gesteld. Niets blijkt minder waar. Het is nog steeds in gebruik. Op een zonnige zondag na de dienst mocht ik foto's maken. Het interieur is nog grotendeels in oorspronkelijke staat met prachtige lampen en glas in lood. De hier afgebeelde foto's zijn de eerste kleurenfoto's van het interieur op het internet.
Gerelateerde objecten