Details
Naam
Dambordhuizen, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 19
IntroductieSchreeuwerig of alleen maar decoratief?
AdresHacquartstraat 6-28
Postcode(s)1071 SH
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger F.A. Warners (Architect)
Datum1921 - 1924
Huidige staatGerealiseerd
OpdrachtgeverAantal particuliere bouwondernemers
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieRijtjeshuizen
Huidige functieRijtjeshuizen
Type objectRijksmonument, Blok
Monumentnummer505917
AchtergrondDit woningblok van twaalf geschakelde herenhuizen is tussen 1921 en 1924 ontstaan voor verschillende opdrachtgevers. De nrs. 6-16 zijn gebouwd in 1921-1922 in opdracht van Allert de Lange. Nr. 18 is gebouwd in 1923-1924 in opdracht van S. Kloots. Nr. 20 is gebouwd in 1923-1924 in opdracht van G.A.O. Krause. De nrs. 22-28 zijn gebouwd in 1923-1924 in opdracht van J. Rozenstraten. Vanwege de decoratie worden de huizen ook wel de dambordhuizen of dobbelsteenhuizen genoemd.
Het blok is rijksmonument wegens de combinatie van een op internationale invloeden (Frank Lloyd Wright) geïnspireerde vormgeving en in Amsterdamse School-stijl uitgevoerde detailleringen. Eveneens van belang in het oeuvre van F.A. Warners.
Het blok is rijksmonument wegens de combinatie van een op internationale invloeden (Frank Lloyd Wright) geïnspireerde vormgeving en in Amsterdamse School-stijl uitgevoerde detailleringen. Eveneens van belang in het oeuvre van F.A. Warners.
BeschrijvingHet blok is opgetrokken uit baksteen bepleisterd met een laag basterd mortel. Door deze mortel en door de decoratie ziet het er heel anders uit dan de omringende blokken en doet het on-Amsterdams aan, zelfs on-Nederlands. Warners combineerde internationale stijlkenmerken (onder meer Frank Lloyd Wright) met Amsterdamse School. De voortuinen worden aan de straatzijde afgesloten door een in Amsterdamse School-stijl gedetailleerd houten hek, dat ook onder de monumentenbescherming valt.
De geschakelde woonhuizen bestaande uit drie of vier woonlagen hebben een plat dak met deels een overstekende betonnen daklijst onder een attiek. Er is sprake van een strakke horizontale geleding door de overstekende daklijst, de herhaling van de vensters, de tegelversiering en de houten pergola boven de doorlopende balkons. Het door in- en uitspringende muurdelen ontstane gevelritme aan de voorzijde herhaalt zich op een variabele wijze in de achtergevel.
De gevelwand is opgebouwd uit drie verschillend vormgegeven muurvlakken: de nrs. 6 t/m 14; de nrs. 16 t/m 22 en de nrs. 24 t/m 28. De gevelwand van nr. 6 t/m 14 bestaat uit drie bouwlagen onder een uitkragende betonnen daklijst. De bovenliggende attiek is bij nr. 14 iets hoger uitgevoerd waarbij de achter de attiek opgemetselde schoorsteen is voorzien van een zwart- en witgekleurde vierkante tegeldecoratie. De nrs. 8 en 14 zijn beganegronds voorzien van een vijfhoekserker onder een ruim betonnen overstek met bovenliggend balkon. De balkonmuur is bij nr. 14 bekleed met een wisselend patroon van zwarte en witte vierkante tegels. Tussen de erkervensters halfzuiltjes eveneens met vierkante zwart/wit tegelversiering. De diepliggende rechthoekige deuren zijn alle gedetailleerd in Amsterdamse School-stijl en voorzien van een smal, door houten roeden onderverdeeld, laddervenster. De bovenlichten van de entree zijn in het muurvlak aangebracht en bestaan uit ruitjesramen. De vensters zijn beganegronds in drieën verdeeld met ladderramen als bovenlichten. Op de eerste verdieping een rij vensters dat deels vervangen is door moderne ramen. De vensters in de bovenverdieping, waarvan de meeste nog voorzien zijn van de oorspronkelijke roedenverdeling, liggen tussen met zwarte en witte tegels beklede muurvlakken. Nr. 12 heeft op deze verdieping een inpandig balkon. In de gevel zijn gemetselde ventilatieroosters aangebracht. De overgang van voor- naar zijgevel bij nr. 6 geschiedt via een afgeschuinde hoektravee waarin vensters met ladderramen. De smalle ingangstravee ligt sterk teruggerooid.
De gevelwand van nr. 16 t/m 22 bestaat eveneens uit drie bouwlagen en is ter hoogte van de twee bovenste verdiepingen teruggerooid. De eerste verdieping ligt achter een opengewerkt muurvlak waarvan de vlakken zijn voorzien van een wisselend patroon van zwart en witte tegels. Deze muurvlakken dragen een houten pergola boven een doorlopend balkon. De in drieën onderverdeelde vensters in de bovenste verdieping zijn voorzien van ladderramen. Beganegronds zijn de vensters in drie eenruitsramen onderverdeeld met eveneens ladderramen als bovenlichten. De deuren zijn gedetailleerd als hierboven beschreven. Nr. 22 heeft over alle verdiepingen een vierhoekserker onder een betonnen overstek met bovenliggend attiek. De vensters zijn voorzien van ladderramen.
De risalerende gevelwand van de nrs. 24 t/m 28 bestaat uit vier bouwlagen onder een betonnen overstek met bovenliggend attiek. De schoorstenen zijn voorzien van een blokpatroon van zwarte en witte vierkantetegels. De rij smalle vensters met ladderramen op de bovenverdieping wordt in het midden onderbroken door een inpandig balkon. Op de eerste en tweede verdieping diepliggende vensters met eveneens ladderramen. De vensters beganegronds zijn in drieën onderverdeeld met ladderramen als bovenlichten. Nr. 28 heeft beganegronds een vijfhoekserker onder een betonnen overstek met bovenliggend balkon. De vensters worden onderverdeeld door met zwart en witte tegels gedecoreerde halfzuiltjes.
De geschakelde woonhuizen bestaande uit drie of vier woonlagen hebben een plat dak met deels een overstekende betonnen daklijst onder een attiek. Er is sprake van een strakke horizontale geleding door de overstekende daklijst, de herhaling van de vensters, de tegelversiering en de houten pergola boven de doorlopende balkons. Het door in- en uitspringende muurdelen ontstane gevelritme aan de voorzijde herhaalt zich op een variabele wijze in de achtergevel.
De gevelwand is opgebouwd uit drie verschillend vormgegeven muurvlakken: de nrs. 6 t/m 14; de nrs. 16 t/m 22 en de nrs. 24 t/m 28. De gevelwand van nr. 6 t/m 14 bestaat uit drie bouwlagen onder een uitkragende betonnen daklijst. De bovenliggende attiek is bij nr. 14 iets hoger uitgevoerd waarbij de achter de attiek opgemetselde schoorsteen is voorzien van een zwart- en witgekleurde vierkante tegeldecoratie. De nrs. 8 en 14 zijn beganegronds voorzien van een vijfhoekserker onder een ruim betonnen overstek met bovenliggend balkon. De balkonmuur is bij nr. 14 bekleed met een wisselend patroon van zwarte en witte vierkante tegels. Tussen de erkervensters halfzuiltjes eveneens met vierkante zwart/wit tegelversiering. De diepliggende rechthoekige deuren zijn alle gedetailleerd in Amsterdamse School-stijl en voorzien van een smal, door houten roeden onderverdeeld, laddervenster. De bovenlichten van de entree zijn in het muurvlak aangebracht en bestaan uit ruitjesramen. De vensters zijn beganegronds in drieën verdeeld met ladderramen als bovenlichten. Op de eerste verdieping een rij vensters dat deels vervangen is door moderne ramen. De vensters in de bovenverdieping, waarvan de meeste nog voorzien zijn van de oorspronkelijke roedenverdeling, liggen tussen met zwarte en witte tegels beklede muurvlakken. Nr. 12 heeft op deze verdieping een inpandig balkon. In de gevel zijn gemetselde ventilatieroosters aangebracht. De overgang van voor- naar zijgevel bij nr. 6 geschiedt via een afgeschuinde hoektravee waarin vensters met ladderramen. De smalle ingangstravee ligt sterk teruggerooid.
De gevelwand van nr. 16 t/m 22 bestaat eveneens uit drie bouwlagen en is ter hoogte van de twee bovenste verdiepingen teruggerooid. De eerste verdieping ligt achter een opengewerkt muurvlak waarvan de vlakken zijn voorzien van een wisselend patroon van zwart en witte tegels. Deze muurvlakken dragen een houten pergola boven een doorlopend balkon. De in drieën onderverdeelde vensters in de bovenste verdieping zijn voorzien van ladderramen. Beganegronds zijn de vensters in drie eenruitsramen onderverdeeld met eveneens ladderramen als bovenlichten. De deuren zijn gedetailleerd als hierboven beschreven. Nr. 22 heeft over alle verdiepingen een vierhoekserker onder een betonnen overstek met bovenliggend attiek. De vensters zijn voorzien van ladderramen.
De risalerende gevelwand van de nrs. 24 t/m 28 bestaat uit vier bouwlagen onder een betonnen overstek met bovenliggend attiek. De schoorstenen zijn voorzien van een blokpatroon van zwarte en witte vierkantetegels. De rij smalle vensters met ladderramen op de bovenverdieping wordt in het midden onderbroken door een inpandig balkon. Op de eerste en tweede verdieping diepliggende vensters met eveneens ladderramen. De vensters beganegronds zijn in drieën onderverdeeld met ladderramen als bovenlichten. Nr. 28 heeft beganegronds een vijfhoekserker onder een betonnen overstek met bovenliggend balkon. De vensters worden onderverdeeld door met zwart en witte tegels gedecoreerde halfzuiltjes.
Bronnen
A. Pasveer, F.A. Warners (1888-1952) (Rotterdam 2004).
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandRichard Keijzer 2016: Het hoogste punt, aan het linkerpand, zie je al van verre vanwege de schreeuwerige zwart-witte betegeling.
Gert-Jan Lobbes 2018: Tekst van deze bijdrage uitgebreid aan de hand van de beschrijving in het monumentenregister. Als ik in deze straat loop en deze huizen zie heb ik altijd het gevoel dat ik in Wenen of Engeland beland ben.
Gert-Jan Lobbes 2018: Tekst van deze bijdrage uitgebreid aan de hand van de beschrijving in het monumentenregister. Als ik in deze straat loop en deze huizen zie heb ik altijd het gevoel dat ik in Wenen of Engeland beland ben.
Gerelateerde objecten