Details
Naam
Westerveld, 2e columbarium
Aantal afbeeldingen: 18
IntroductieOp begraafplaats Westerveld achter Kramers crematorium de overgang naar Dudoks stijl.
AdresDuin- en Kruidbergerweg 2
Postcode(s)1985 HG
PlaatsDriehuis
LandNederland
Vervaardiger Willem Dudok (Architect)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Datum1925 - 1926
Huidige staatGerealiseerd
OpdrachtgeverBegraafplaats Westerveld
Huidige eigenaarBegraafplaats Westerveld
Oorspronkelijke functieBegraafplaats
Huidige functieBegraafplaats
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer520668
AchtergrondEerste columbarium (urnengalerij) werd al vrij kort na de bouw van het crematorium te klein. Crematie werd snel algemeen geaccepteerd waardoor de behoefte aan uitbreiding ontstond. Legalisatie van crematie vond pas plaats nadat deze funeraire praktijk al jarenlang gedoogd werd.
BeschrijvingHet gebouw ligt direct achter het crematoriumgebouw. Het is duidelijk een 'echte' Dudok, maar de voedingsbodem van de Amsterdamse School is tastbaar; in de details en in de manier waarop met volumes is gespeeld. Dudok ontwierp meer gebouwen op Westerveld, alle zijn rijksmonument. Net als de begraafplaats zelf overigens.
Prof. ir. J.G. Wattjes zag in een artikel in Bouwbedrijf in 1927 het Columbarium als bewijs "welk een bekwaam architect wij in Ir. W.M. Dudok bezitten." Wattjes noemde de opgaaf een "opeenhoping van moeilijkheden" vanwege een combinatie van drie factoren. Het ging om een bergruimte van urnen, die een stemmig, zelfs wijdingsvol karakter moest krijgen, aan te leggen in een zeer geaccidenteerd duinlandschap waarmee het gebouw moest harmoniëren. Bovendien moest het gebouw aansluiten op de koepelbouw van het bestaande crematorium, dat uitgesproken verticaal is terwijl het columbarium vooral laag en lang gestrekt moest worden. "Hoezeer architect Dudok er in geslaagd is deze drie moeilijkheden te overwinnen, is niet voldoende door zelfs de allerbeste foto's duidelijk te maken; men moet dit in natura zien."
Wattjes gaf de volgende beschrijving van het gebouw in zijn omgeving:
"Het gebouw is gegroepeerd om een grote naar de zijde van het afhellend duinlandschap open hof met gazon. Op dit open hof geeft een hoger liggend gesloten hof, met een strenge door stenen muurtjes omrande vijver, uitzicht. Als contrast tegen deze laagbouw en als tegenwicht met het door een gang verbonden Crematorium, is een toren met een fel wit zwart en goudkleurige bekroning geplaatst. De overige strak kubistisch gehouden laagbouw is in een mooie kleurige handvormsteen in levendig verband en verdiepte voeg uitgevoerd. Dit metselwerk met zijn onregelmatig als het ware natuurlijk en niet kunstmatig oppervlak met de dakpanafdekking van de beide langsvleugels langs de grote hof, vormt een sterk contrast met de in onderlinge verhoudingen uiterst gevoelig gecomponeerde, door en door kunstmatige, dwz mensen hand en mensen wil en mensen geest verradende strakke, rechtlijnige, platvlakkige, meetkundigheid van het gebouwcomplex als geheel. Velen is wellicht evenals voor mij dit contrast hier wat te sterk en zou een strakkere steen, een strakkere voeg, eenvoudiger en streng regelmatig verbad hier beter hebben voldaan. Ook is naar mijn gevoel het kleine koepeltje bij de verbindingsgang met de bestaande Crematoriumkoepel minder geslaagd en vestigt deze juist hinderlijk de aandacht op het verschil in karakter van de architectuur van de beide gebouwen. Deze kleine opmerkingen nemen niet weg, dat wij hier met een hoogst belangrijkee architectuur-schepping van onze tijd te doen hebben. Buitengewoon is de inwendig zichtbare overgang van het architectonische waterbekken, de open hof en het sterk golvend duinlandschap. Ook van de buitenkant gezien past deze rechtlijninge en platvlakkige bouwmassa goed in het sterk romantische landschap" (Bouwbedrijf 23 december 1927, blz 585-586, spelling gemoderniseerd).
Prof. ir. J.G. Wattjes zag in een artikel in Bouwbedrijf in 1927 het Columbarium als bewijs "welk een bekwaam architect wij in Ir. W.M. Dudok bezitten." Wattjes noemde de opgaaf een "opeenhoping van moeilijkheden" vanwege een combinatie van drie factoren. Het ging om een bergruimte van urnen, die een stemmig, zelfs wijdingsvol karakter moest krijgen, aan te leggen in een zeer geaccidenteerd duinlandschap waarmee het gebouw moest harmoniëren. Bovendien moest het gebouw aansluiten op de koepelbouw van het bestaande crematorium, dat uitgesproken verticaal is terwijl het columbarium vooral laag en lang gestrekt moest worden. "Hoezeer architect Dudok er in geslaagd is deze drie moeilijkheden te overwinnen, is niet voldoende door zelfs de allerbeste foto's duidelijk te maken; men moet dit in natura zien."
Wattjes gaf de volgende beschrijving van het gebouw in zijn omgeving:
"Het gebouw is gegroepeerd om een grote naar de zijde van het afhellend duinlandschap open hof met gazon. Op dit open hof geeft een hoger liggend gesloten hof, met een strenge door stenen muurtjes omrande vijver, uitzicht. Als contrast tegen deze laagbouw en als tegenwicht met het door een gang verbonden Crematorium, is een toren met een fel wit zwart en goudkleurige bekroning geplaatst. De overige strak kubistisch gehouden laagbouw is in een mooie kleurige handvormsteen in levendig verband en verdiepte voeg uitgevoerd. Dit metselwerk met zijn onregelmatig als het ware natuurlijk en niet kunstmatig oppervlak met de dakpanafdekking van de beide langsvleugels langs de grote hof, vormt een sterk contrast met de in onderlinge verhoudingen uiterst gevoelig gecomponeerde, door en door kunstmatige, dwz mensen hand en mensen wil en mensen geest verradende strakke, rechtlijnige, platvlakkige, meetkundigheid van het gebouwcomplex als geheel. Velen is wellicht evenals voor mij dit contrast hier wat te sterk en zou een strakkere steen, een strakkere voeg, eenvoudiger en streng regelmatig verbad hier beter hebben voldaan. Ook is naar mijn gevoel het kleine koepeltje bij de verbindingsgang met de bestaande Crematoriumkoepel minder geslaagd en vestigt deze juist hinderlijk de aandacht op het verschil in karakter van de architectuur van de beide gebouwen. Deze kleine opmerkingen nemen niet weg, dat wij hier met een hoogst belangrijkee architectuur-schepping van onze tijd te doen hebben. Buitengewoon is de inwendig zichtbare overgang van het architectonische waterbekken, de open hof en het sterk golvend duinlandschap. Ook van de buitenkant gezien past deze rechtlijninge en platvlakkige bouwmassa goed in het sterk romantische landschap" (Bouwbedrijf 23 december 1927, blz 585-586, spelling gemoderniseerd).
Bronnen
Prof Ir. J.G. Wattjes, 'Columbarium op de begraafplaats Westerveld. Architect W.M. Dudok'. In: Bouwbedrijf 23 december 1927, blz 583-586.
Links
Ingezonden door Rieks Witte
Professionele of persoonlijke bandIk kende het gebouw van een vele jaren geleden uitgezonden tv- documentaire over Dudok. Architectuurcriticus Ids Haagsma leidde de kijker rond. Pas vele jaren later ging ik er zelf eens kijken en was zeer verrast door de kwaliteit van de architectuur. Gebouw is een omweg waard, en als ik in de buurt ben maak ik die dan ook vaak. Een van de hoogtepunten uit Dudoks oeuvre.
Gerelateerde objecten