Details
Naam
Hogeweg 76, Venlo
Aantal afbeeldingen: 15
IntroductieDe Hilversumse architect Andriessen geeft in dit statige huis een romantische interpretatie van de Amsterdamse School, met een dramatische afwisseling van vormen, kleuren en open en gesloten elementen.
AdresHogeweg 76
Postcode(s)5914 BE
PlaatsVenlo
LandNederland
Vervaardiger Nico Andriessen (Architect)
Datum1933 - 1934
Huidige staatDeels uitgebreid of vernieuwd (nieuwbouw)
Opdrachtgever A.A.A. van Beek
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieVilla
Huidige functieVilla
Type objectRijksmonument, Gebouw
AchtergrondDeze villa annex artsenpraktijk is in 1933 gebouwd naar ontwerp van architect Nico Andriessen in opdracht van dr. Adam A.A. van Beek (1899-1963), chirurg bij het destijds tegenover de villa liggende Venlose ziekenhuis. De eerste steen van de villa werd op 18 mei 1933 gelegd door Bram van Beek jr. De arts had zijn praktijk aan huis, aan de achterzijde.
De villa geldt als rijksmonument. Het monumentenregister geeft hiervoor de volgende onderbouwing: "De cultuurhistorische waarden van de villa worden overwegend bepaald door de oorspronkelijke typologie. De villa geeft sterk uiting aan de maatschappelijke positie van de opdrachtgever in de bouwperiode. De villa beschikt over aanzienlijke architectonische waarden vanwege de zakelijk expressionistische bouwstijl en de hiermee sterk samenhangende materiaaltoepassingen. De villa beschikt over een redelijk tot hoge mate van gaafheid. Voornoemde waarden zijn tenslotte in bovenregionaal opzicht zeldzaam."
De villa geldt als rijksmonument. Het monumentenregister geeft hiervoor de volgende onderbouwing: "De cultuurhistorische waarden van de villa worden overwegend bepaald door de oorspronkelijke typologie. De villa geeft sterk uiting aan de maatschappelijke positie van de opdrachtgever in de bouwperiode. De villa beschikt over aanzienlijke architectonische waarden vanwege de zakelijk expressionistische bouwstijl en de hiermee sterk samenhangende materiaaltoepassingen. De villa beschikt over een redelijk tot hoge mate van gaafheid. Voornoemde waarden zijn tenslotte in bovenregionaal opzicht zeldzaam."
BeschrijvingDe villa van twee bouwlagen is grotendeels opgetrokken in een smal formaat lichtrode baksteen, gemetseld in halfsteensverband en voorzien van open voegen. De plattegrond is langgerekt met trapsgewijs verspringende bouwdelen. Het woonvolume aan de voorkant wordt gedekt door een hoog, samengesteld schild- annex zadeldak met een steile dakhelling. Het achterliggende praktijkdeel heeft een schilddak met een aanzienlijk lagere hoogte.
De vensters zijn deels uitgevoerd in staal, deels in hout en zijn in veel gevallen voorzien van roedenverdeling en glas in lood.
De voorgevel wordt gedomineerd door een aanzienlijke halfronde woonkamererker, die onder een samengesteld tentdak risaleert ten opzichte van de voorgevel. Deze erker wordt rondom in de plint omgeven door een uitgemetselde bakstenen bloembak met rollaag. De erker heeft een karakteristiek gecombineerd houten raamkozijn met stalen venstervleugels en een zwaar gedimensioneerde reeks bovenlichten met kleine roedenverdeling en glas in lood. Achter de erker rijst de schoorsteen hoog op.
Centraal in de tweede bouwlaag van de voorgevel bevindt zich een loggia onder een risalerende betonlatei. In de topgevel, ter hoogte van de zolderverdieping, een zeer smal hoog zoldervenster met een halfronde strek een een smalle betonnen sluitsteen.
In de compositie van de linker zijgevel is het functionele onderscheid tussen woonhuis- en praktijkdeel herkenbaar. Het woonhuisvolume kenmerkt zich allereerst door een aanzienlijk grotere dakhoogte. Het woonhuis heeft in de linker zijgevel voorts een sterk risalerende entreepartij, die op het hoofdvolume is ingestoken onder een schilddak. Deze entreepartij kenmerkt zich door een portiek met een rondboogvormige toegang, dat bereikbaar is via een bakstenen trap.
In de linker zijgevel van het praktijkgedeelte bevindt zich wederom een onder een schilddak op het hoofdvolume ingestoken vooruitspringende entreepartij, voorzien van een oorspronkelijk bakstenen toegangstrap. De linker zijgevel wordt beëindigd door een rechthoekige dubbele houten garagedeur, waarin een niet-oorspronkelijke loopdeur is geplaatst.
(Het bovenstaande is een verkorte weergave van de beschrijving uit het monumentenregister)
De vensters zijn deels uitgevoerd in staal, deels in hout en zijn in veel gevallen voorzien van roedenverdeling en glas in lood.
De voorgevel wordt gedomineerd door een aanzienlijke halfronde woonkamererker, die onder een samengesteld tentdak risaleert ten opzichte van de voorgevel. Deze erker wordt rondom in de plint omgeven door een uitgemetselde bakstenen bloembak met rollaag. De erker heeft een karakteristiek gecombineerd houten raamkozijn met stalen venstervleugels en een zwaar gedimensioneerde reeks bovenlichten met kleine roedenverdeling en glas in lood. Achter de erker rijst de schoorsteen hoog op.
Centraal in de tweede bouwlaag van de voorgevel bevindt zich een loggia onder een risalerende betonlatei. In de topgevel, ter hoogte van de zolderverdieping, een zeer smal hoog zoldervenster met een halfronde strek een een smalle betonnen sluitsteen.
In de compositie van de linker zijgevel is het functionele onderscheid tussen woonhuis- en praktijkdeel herkenbaar. Het woonhuisvolume kenmerkt zich allereerst door een aanzienlijk grotere dakhoogte. Het woonhuis heeft in de linker zijgevel voorts een sterk risalerende entreepartij, die op het hoofdvolume is ingestoken onder een schilddak. Deze entreepartij kenmerkt zich door een portiek met een rondboogvormige toegang, dat bereikbaar is via een bakstenen trap.
In de linker zijgevel van het praktijkgedeelte bevindt zich wederom een onder een schilddak op het hoofdvolume ingestoken vooruitspringende entreepartij, voorzien van een oorspronkelijk bakstenen toegangstrap. De linker zijgevel wordt beëindigd door een rechthoekige dubbele houten garagedeur, waarin een niet-oorspronkelijke loopdeur is geplaatst.
(Het bovenstaande is een verkorte weergave van de beschrijving uit het monumentenregister)
InterieurDe indeling en uitmonstering van het interieur is in hoofdlijnen in tact gebleven. Bij de aanpassingen sedert 1978 ten behoeve van meervoudige bewoning zijn de oorspronkelijke verblijfsruimten overwegend in tact gelaten. De mogelijkheid tot meervoudige bewoning is gerealiseerd door onder meer het plaatsen van nieuwe wanden in enkele gangen, het maken van enkele nieuwe appartementsingangen c.q. verbindingsdeuren en het dichten van oorspronkelijke deuropeningen. In de halruimte is de oorspronkelijke trap vervangen. In dit interieur zijn onder meer van belang de tegellambriseringen van de vestibule, van de gang tussen de voormalige wachtkamer en dokterskamer.
Recente ontwikkelingenIn 1945 is de oorlogsschade aan de villa hersteld. In 1954 werd de terreinafscheiding grotendeels vernieuwd. In 1978 volgende aanpassing van het interieur voor groepshuisvesting, inclusief brandveiligheidsvoorzieningen. Na 1978 volgde de aanbouw van een garage.
Bronnen
'Architectuur in Noord- en Midden-Limburg 1900-2000'. BNA Kring Noord- en Midden-Limburg, 2000.
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandTijdens mijn verkenningstocht door Venlo stond dit prachtige pand hoog op mijn lijst.
Gerelateerde objecten