Details
Naam
Brug 336 en 337, Amsterdam


























Aantal afbeeldingen: 26
IntroductieTwee onlosmakelijk met elkaar verbonden bruggen.
AdresArchimedesplantsoen
Postcode(s)1098 JV
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectGeen beschermde status, Brug
Vervaardiger Piet Kramer (Architect)
Publieke Werken Amsterdam (Architect)
Publieke Werken Amsterdam (Architect)
Datum - 1928
MateriaalBaksteen, Graniet, Smeedijzer, Hout
Huidige staatLocatie ongewijzigd en nog altijd in gebruik
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarGemeente Amsterdam
AchtergrondOmdat in het voormalige dorp Watergraafsmeer een plein ontbrak is het Galileïplantsoen aangelegd met vier monumentale bruggen.
BeschrijvingBrug 336 en 337 zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Het zijn vaste bruggen met duiker over de kom die is ontstaan, omdat de Molenwetering hier een haakse bocht maakt. Tezamen vormen de bruggen het kruispunt Archimedesweg, Galileïplantsoen, Archimedesplantsoen. Deze waterpartij sluit het Galileïplantsoen af met aan de ene kant het Verenigingsgebouw van de Apostolische Gemeente en haaks daarop een blok woningen van architect Barend van den Nieuwen Amstel. De Molenwetering maakt deel uit van een ecolint. Vandaar de dichte begroeiing van de randen van de kom.Het meest opmerkelijke van brug 336 is de rond gevormde bank aan de kant van de "kerk" met een met hout beklede zitting en rug. De bank is gemaakt van baksteen en afgewerkt met graniet. Evenals de bovenkant van de brug- en kadeleuningen zijn hiervoor rondgevormde bakstenen gebruikt in staand metselverband. De stenen zijn op de kopse kant gezet. De bestrating tussen bank en brugleuning, met een klein opstapje, is in model gelegd, in verschillende patronen en kleuren.
Aan de waterkant van de vijver is een verschil te zien tussen de duiker-bruggedeelten en de hoge kades. In hoofdzaak is blok metselverband gebruikt . Bij de onderdoorgangen zijn de lateien van graniet, evenals de rand die het water raakt.
Die rand heeft een golvend reliëf. Dat geeft een leuk effect in het water. De kanten van de bruggen die aan de kant van de wetering liggen zijn eenvoudiger afgewerkt. De bruggenhoofden eindigen in het talud van de oever. Alle balustrades van deze bruggen zijn afgewerkt met smeedijzeren hekjes die op de bruggen anders van vorm en kleur zijn dan die op de kademuren en de muren die op het talud rusten.
De bruggen zijn helaas slecht onderhouden. Op veel plaatsen zijn de voegen verdwenen en stenen gescheurd. Onkruid groeit in brug 337 tussen de stenen. Dat resulteert in natte plekken, die b.v. bij vorst uitzetten en de stenen kapot drukken.
Aan de waterkant van de vijver is een verschil te zien tussen de duiker-bruggedeelten en de hoge kades. In hoofdzaak is blok metselverband gebruikt . Bij de onderdoorgangen zijn de lateien van graniet, evenals de rand die het water raakt.
Die rand heeft een golvend reliëf. Dat geeft een leuk effect in het water. De kanten van de bruggen die aan de kant van de wetering liggen zijn eenvoudiger afgewerkt. De bruggenhoofden eindigen in het talud van de oever. Alle balustrades van deze bruggen zijn afgewerkt met smeedijzeren hekjes die op de bruggen anders van vorm en kleur zijn dan die op de kademuren en de muren die op het talud rusten.
De bruggen zijn helaas slecht onderhouden. Op veel plaatsen zijn de voegen verdwenen en stenen gescheurd. Onkruid groeit in brug 337 tussen de stenen. Dat resulteert in natte plekken, die b.v. bij vorst uitzetten en de stenen kapot drukken.
Bronnen
Wim de Boer en Peter Evers, Amsterdamse bruggen, 1910-1950 (Amsterdamse Raad voor de Stedebouw 1983).
Ingezonden door Corrie Groen- Pickhard
Gerelateerde objecten