Details
Naam
Burgemeester Seinenstraat 72, Aduard
Aantal afbeeldingen: 28
IntroductieFantasievol ontwerp van Willem Reitsema. Met name het glas in lood en de trapornamenten zijn echte blikvangers.
AdresBurgemeester Seinenstraat 72
Postcode(s)9831 PZ
PlaatsAduard
LandNederland
Vervaardiger Willem Reitsema Tzn (Architect)
Datum1931 - 1932
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverParticuliere opdrachtgever
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieWoonhuis (vrijstaand)
Huidige functieWoonhuis (vrijstaand)
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer516311
AchtergrondDit is waarschijnlijk Reitsema's meest bijzondere en fantasievolle ontwerp. Het wordt dan ook vaak afgebeeld in boeken over de Amsterdamse School in Groningen. Het huis is ontworpen in 1931 en gebouwd in 1932.
Het huis, officieel een "landhuisje", werd gebouwd in opdracht van mej. wed. W. Kuiper te Fransum. Bij het ontwerp en de bouw is men beslist niet over één nacht ijs gegaan. Het bestek en voorwaarden voor de bouw werden neergelegd in een bij drukkerij Ozinga te Leens gedrukt boekwerkje van liefst 20 bladzijden, opgemaakt te Leens op 13 mei 1931. Hierin wordt tot in detail beschreven hoe het huis tot stand dient te komen, welke materialen er gebruikt moeten worden, wat de afmetingen en de kosten zijn. "Alle buitenmuren na het metselen 1 1/2 cm. diep uitkrabben en schoongemaakt met zoutzuur, daarna netjes te voegen met holle voegen" lezen we in artikel 8. In artikel 9: "De kamerdeuren te laten draaien aan 3 pamelles hoog 11 cm., de kastdeuren aan 3 klepscharnieren hoog 3 duims. In de kamerdeuren Holland-Lipssloten." Over de wc wordt gemeld: "Voor de inkoop van een closetpot + ijzeren buisleiding f 40,00 te rekenen, de pot te stellen op een eiken postje 3,5 cm." Het bestek is in handen van de huidige bewoner. Tekeningen bevinden zich in het Reitsema-archief (Groninger Archieven).
Het woonhuis is rijksmonument als voorbeeld van een woonhuis uit 1932 in de provincie Groningen in Amsterdamse School-stijl; vanwege de opvallende vormgeving en kenmerkende detaillering; vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur; als goed voorbeeld van het oeuvre van architect W. Reitsema, evenals vanwege de markante ligging aan de doorgaande weg van Aduard.
Het huis, officieel een "landhuisje", werd gebouwd in opdracht van mej. wed. W. Kuiper te Fransum. Bij het ontwerp en de bouw is men beslist niet over één nacht ijs gegaan. Het bestek en voorwaarden voor de bouw werden neergelegd in een bij drukkerij Ozinga te Leens gedrukt boekwerkje van liefst 20 bladzijden, opgemaakt te Leens op 13 mei 1931. Hierin wordt tot in detail beschreven hoe het huis tot stand dient te komen, welke materialen er gebruikt moeten worden, wat de afmetingen en de kosten zijn. "Alle buitenmuren na het metselen 1 1/2 cm. diep uitkrabben en schoongemaakt met zoutzuur, daarna netjes te voegen met holle voegen" lezen we in artikel 8. In artikel 9: "De kamerdeuren te laten draaien aan 3 pamelles hoog 11 cm., de kastdeuren aan 3 klepscharnieren hoog 3 duims. In de kamerdeuren Holland-Lipssloten." Over de wc wordt gemeld: "Voor de inkoop van een closetpot + ijzeren buisleiding f 40,00 te rekenen, de pot te stellen op een eiken postje 3,5 cm." Het bestek is in handen van de huidige bewoner. Tekeningen bevinden zich in het Reitsema-archief (Groninger Archieven).
Het woonhuis is rijksmonument als voorbeeld van een woonhuis uit 1932 in de provincie Groningen in Amsterdamse School-stijl; vanwege de opvallende vormgeving en kenmerkende detaillering; vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur; als goed voorbeeld van het oeuvre van architect W. Reitsema, evenals vanwege de markante ligging aan de doorgaande weg van Aduard.
BeschrijvingHet vrijstaande woonhuis met aangebouwde schuur ligt aan de doorgaande weg in Aduard. Het is één verdieping hoog en deels onderkelderd. De gebruikte baksteen is een bruine bezande steen op een trasraam van gesinterde baksteen. Op enkele plaatsen is ook een gele baksteen gebruikt. Het pand wordt gedekt door een zadeldak waarop donkere Gotische pannen. Een hoge gemetselde schoorsteen bevindt zich aan de rechterkant en aan de achterzijde is sprake van een nokschoorsteen. De houten goot is overkragend. De gevels worden geleed door liggende vensters onder een uitkragende betonlatei, uitgezonderd de achtergevel.
De vlakke hoge topgevel wordt aan de voorzijde doorbroken door rechthoekige volumes die boven de gootlijst uitsteken. Centraal in de topgevel aan de voorzijde (westgevel) bevindt zich een liggend venster met zijlicht waarboven twee keramische pijpen als ornamenten.
De inpandige entree bevindt zich aan de linkerzijde van de voorgevel en bestaat uit een houten deur, met aan de onderzijde geklonken staalplaat, waarin roedenverdeling, gekleurd glas-in-lood, melkglas en een brievenbus. De vloer en de drie treden hoge stoep zijn gemaakt van bruine tegels. Boven de entree is sprake van een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een geel geschilderde betonnen zuil en rust op een gemetselde onderbouw met aan de voorzijde een rechthoekige gemetselde bloembak.
Boven de entree is de gevel doorgetrokken boven de gootlijst en wordt afgedekt met beton. Aan weerszijden van dit rechthoekige volume is een klein liggend venster aangebracht, met op de hoek een betonnen stijl (geel geschilderd). Aan de rechterzijde van de voorgevel is sprake van een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een rechthoekige betonnen pijler (rood geschilderd); aan de voorzijde bevindt zich een liggend venster met zijlicht en aan de rechterzijde een liggend venster. Boven de luifel bevindt zich een risalerend rechthoekig volume van gele baksteen afgedekt met beton dat boven de gootlijst uitsteekt. Aan weerszijden van dit volume is een liggend venster aangebracht (groter dan de liggende vensters in het linker volume), met op de hoek een betonnen stijl (rood geschilderd), waaronder uitstekende rechthoekige betonelementen (donkergrijs geschilderd). Deze betonelementen dienden mogelijk voor bloembakken. In de hoek met de schoorsteen bevinden zich nog drie horizontale betonelementen.
In de linker zijgevel (noord) bevinden zich vier liggende vensters waarin gekleurd glas in lood en melkglas. Deze voorzien de hal van licht. Tussen de vensters bevinden zich stijlen van gele baksteen onder een betonlatei. Onder de vensters is sprake van metselmozaïek. Links daarvan bevindt zich een klein staand venster waarin glas in lood. Voor het linker geveldeel bevindt zich een platte aanbouw (schuur) met aan de voorzijde de zijingang. De zijingang bestaat uit een houten deur waarin roedenverdeling, gekleurd glas in lood, melkglas en een brievenbus, en een drie treden hoge gemetselde stoep. De schuur onder plat dak is tegen de hoge topgevel aan de achterzijde (oostgevel) aangebouwd.
De vlakke hoge topgevel wordt aan de voorzijde doorbroken door rechthoekige volumes die boven de gootlijst uitsteken. Centraal in de topgevel aan de voorzijde (westgevel) bevindt zich een liggend venster met zijlicht waarboven twee keramische pijpen als ornamenten.
De inpandige entree bevindt zich aan de linkerzijde van de voorgevel en bestaat uit een houten deur, met aan de onderzijde geklonken staalplaat, waarin roedenverdeling, gekleurd glas-in-lood, melkglas en een brievenbus. De vloer en de drie treden hoge stoep zijn gemaakt van bruine tegels. Boven de entree is sprake van een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een geel geschilderde betonnen zuil en rust op een gemetselde onderbouw met aan de voorzijde een rechthoekige gemetselde bloembak.
Boven de entree is de gevel doorgetrokken boven de gootlijst en wordt afgedekt met beton. Aan weerszijden van dit rechthoekige volume is een klein liggend venster aangebracht, met op de hoek een betonnen stijl (geel geschilderd). Aan de rechterzijde van de voorgevel is sprake van een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een rechthoekige betonnen pijler (rood geschilderd); aan de voorzijde bevindt zich een liggend venster met zijlicht en aan de rechterzijde een liggend venster. Boven de luifel bevindt zich een risalerend rechthoekig volume van gele baksteen afgedekt met beton dat boven de gootlijst uitsteekt. Aan weerszijden van dit volume is een liggend venster aangebracht (groter dan de liggende vensters in het linker volume), met op de hoek een betonnen stijl (rood geschilderd), waaronder uitstekende rechthoekige betonelementen (donkergrijs geschilderd). Deze betonelementen dienden mogelijk voor bloembakken. In de hoek met de schoorsteen bevinden zich nog drie horizontale betonelementen.
In de linker zijgevel (noord) bevinden zich vier liggende vensters waarin gekleurd glas in lood en melkglas. Deze voorzien de hal van licht. Tussen de vensters bevinden zich stijlen van gele baksteen onder een betonlatei. Onder de vensters is sprake van metselmozaïek. Links daarvan bevindt zich een klein staand venster waarin glas in lood. Voor het linker geveldeel bevindt zich een platte aanbouw (schuur) met aan de voorzijde de zijingang. De zijingang bestaat uit een houten deur waarin roedenverdeling, gekleurd glas in lood, melkglas en een brievenbus, en een drie treden hoge gemetselde stoep. De schuur onder plat dak is tegen de hoge topgevel aan de achterzijde (oostgevel) aangebouwd.
InterieurDe voordeur en de deur van de zijingang zijn gelijk en bevatten in een halfronde vorm aangebrachte glas in lood. Hal en toilet bevatten ook nog oorspronkelijke elementen, zoals betegeling, glas in lood, houten paneeldeuren, de bel en geometrische decoraties op de trap, gedeeltelijk van triplex. De decoraties op de trap zijn vergelijkbaar met decoraties in andere woningen van Reitsema, zoals in Niekerk (Hoofdstraat 23) en Zuidhorn (Wilhelminalaan 24). Zijlichten in de rechter zijgevel bevatten oorspronkelijk ook glas in lood. Deze zijn vervangen, maar de oude zijlichten zijn wel bewaard gebleven.
In de voordeur zitten verrassingen. De rood/witte glas-in-loodband bestaat uit dubbele plaatjes van rood en wit op elkaar. Als het licht er op valt is de kleur van het bovenliggende plaatje te zien. Als er licht doorheen schijnt, mengen wit en rood tot oranje. Verder heeft de brievenbus een schuifje.
In de voordeur zitten verrassingen. De rood/witte glas-in-loodband bestaat uit dubbele plaatjes van rood en wit op elkaar. Als het licht er op valt is de kleur van het bovenliggende plaatje te zien. Als er licht doorheen schijnt, mengen wit en rood tot oranje. Verder heeft de brievenbus een schuifje.
Bronnen
Anja Reenders en Cees Stolk, Versteende Welvaart. Amsterdamse School op het Groninger Hoogeland (Uitgeverij Noordboek 2008).
Bertus Fennema, Annelike Brinkman, Henk Bolt, Willem Reitsema. Architect op het Hogeland (Friese Pers/uitgeverij Noordboek, 2008).
Bestek en Voorwaarden 13 mei 1931, in het bezit van de huidige bewoner.
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk reisde naar Aduard om daar de twee bijzondere huizen van Reitsema te zien die op korte afstand van elkaar liggen. Met dank aan de bewoner voor de enthousiaste rondleiding, het verschaffen van informatie en de mogelijkheid om foto's van het interieur te maken.
Gerelateerde objecten