Details
Name
Henk Steenmeijer Dros
Number of images: 8
IntroductionDe levensbeschrijving van H.L. Steenmeijer Dros is het bijzondere verhaal van een architect die slechts eenmaal een huis heeft kunnen bouwen. Hieronder volgt een uittreksel uit het boekje Belemmerd talent: het leven van architect H.L. Steenmeijer Dros (1908-1989), dat onder links hieronder te downloaden is.
NameHenk Steenmeijer Dros
BornAmsterdam 09-12-1908
DiedZwolle 31-10-1989
OccupationsArchitect
BiographyHendrik Leendert Dros werd op 9 december 1908 op de Rozengracht 90 te Amsterdam geboren. Als zoon van een zoetwarenfabrikant in de Jordaan ondervond hij de sociale misstanden, de armoede in die wijk weliswaar niet persoonlijk, maar hij zag het wel gebeuren. Zo werd hij een dwars, maar sociaal denkend mens. Tegen de wil van zijn vader – die wou dat hij legerofficier zou worden – verkoos hij een opleiding bij de Ambachtsschool Concordia Inter Nos. Daar leerde hij het handwerk dat iedere architect eerst zou moeten leren. Timmeren, metselen, stukadoren, noem maar op. Vanaf de basis werd hij een alleskunner in het bouwvak en ‘s avonds volgde hij cursussen in architectuur. Steenmeijer Dros was getuige van de uitvoering van het Plan Zuid en Plan West van architect Berlage, een wonder dat tot in de kleinste details schitterende wijken opleverde.
Uit deze periode zijn een aantal inspiratie- en/of studiebronnen bewaard gebleven. Dit zijn, chronologisch: het verfrissende Probleme des Bauens der Wohnbau (Müller & Kiepenheuer Verlag, Potsdam, 1928, een boek over de toenmalige actuele ontwikkeling in de woningbouw), Architectuur-Perspectief door Fritz Stark (N.V. Uitgevers Maatschappij V.H. van Mantgem & De Does, Amsterdam, 1930) en Rationalisatie in Woningbouw door Z. Gulden (z.d.). Voorts An International guild - A project with 16 illustrations by H.Th. Wijdeveld (C.A. Mees, Santpoort, 1931). Steenmeijer Dros was gefascineerd door het vernieuwende elan dat Rusland in de vroege jaren twintig in de bouw voortbracht. Hiervoor is van El Lissitzky een bijzonder boek over architectuur illustratief. In zijn kleine maar fijne bibliotheek had Steenmeijer Dros het waardevolle Russland – Die rekonstruktion der Architektur in der Sowjetunion (Anton Schroll & Co, Wien, 1930) met omslagontwerp van Lissitzky zelf. Het staat vol met progressieve ontwerpen waarvan de wereld tegenwoordig nog zou kunnen smikkelen en smullen, ware het niet dat vele prachtige plannen nooit uitgevoerd worden.
In oktober 1929 crashte in Wall Street de beurs. Er ontstond al snel ook in Nederland toenemende economische neergang en in die malaise kon Steenmeijer Dros zijn droom te gaan bouwen aan de wilgen hangen.Toch kwam het ervan, één enkele keer. Hij zag een oorlog aankomen en wist in 1930 de familie te overtuigen dat de beste oplossing dat te overleven de koop van een stuk grond ver buiten Amsterdam zou zijn. Het moest genoeg voedsel kunnen opbrengen voor de hele familie. Er zou een boomgaard met kersen, appels en peren komen en een flinke moestuin. Zo gezegd, zo gedaan. De familie kocht een langgerekt stuk weiland aan de Noorderakerweg. Henk zou er een huis op bouwen, groot genoeg voor beide takken van de familie. Hij zou met zijn moeder gaan wonen in nummer 153 en zuslief Gerritje Berendsen-Steenmeijer Dros in nummer 151, met haar man en dochter die op 18 april 1928 geboren was. In de zich alras funest ontwikkelende economische crisis was braakliggende grond in de Middelveldse Akerpolder niet al te duur. Datzelfde gold voor het bouwen van een huis, te meer daar de architect die hierbij de leiding had alles zelf kon, van de bouwtekening tot het bouwen. Voor de woning van zijn zus timmerde hij zelfs eigenhandig een ensemble van meubels, zeer modern trouwens, zgn. “sluitmeubelen”, van muur tot muur of deur.
Eindelijk kon Henk Steenmeijer Dros zijn eerste bouwwerk plaatsen, zeer modern voor die tijd, met ruime badkamer en centrale verwarming! Op 30 mei 1931 ontving hij de bouwvergunning. Henk was nog niet eens 23 jaar oud. Er zat een plan voor de toekomst achter. Dit zou een modelwoning worden, van alle toenmalige luxe voorzien, in de hoop dat dit huis meer opdrachten zou genereren voor woningbouw gemaakt door Steenmeijer Dros. Het huis werd direct een fenomeen in de kale polder. Nog steeds is het sowieso het hoogste huis in de hele straat, maar destijds was het bovendien qua vormgeving ongekend! Stalen ramen, hemelsblauw geschilderd, wat het pand de naam “het blauwe huis” gaf, naast ook “het hoge huis”. Dit was de benaming van de boeren en tuinders. Gek genoeg leek dit solide gebouw al naar gelang de polder inklonk vanzelf steeds hoger te worden dan het toch al was. Terwijl de boerderijen in de omgeving met het inklinken van de polder meezakten, bleef Noorderakerweg 151/153 letterlijk staan als een huis, want het was op de Noorderakerweg het eerste pand gefundeerd op palen.
Inpandig heeft Steenmeijer Dros zijn decoratieve details gekozen uit de fraaie catalogus van Heystee’s Tegelhandel in Amsterdam, Reguliersdwarsstraat 108-114. Het prachtige keramische tegelwerk dat hij niet alleen in de badkamers toepaste, maar ook als eenheid met de gang naar de achterdeur, kwam van deze firma. Het gaat om de kleurcombinatie Nº 29 uit de catalogus. Ook het gebruik van de citroengele glazuurtegels voor de vensterbanken is een detail van speciale schoonheid. Andere bouwelementen waren gestandaardiseerd. In woningen in de Amsterdamse Admiralenbuurt, onder andere in de Joos de Moorstraat, zijn precies dezelfde deuren, trappen en trapleuningen toegepast als die welke Steenmeijer Dros voor zijn woonhuis koos. Zelfs de gietijzeren deurkrukken zijn van hetzelfde type. Voorts vinden we de vensters in zijn dakkapellen terug in een erker op de hoek van de Pieter van der Doesstraat. Maar niet alle details zijn vergelijkenderwijs identiek. Op de Noorderakerweg zijn de deurkozijnen bijvoorbeeld van ijzer. De voor- en achterdeuren die Steenmeijer Dros toepaste, wel weer in houten kozijnen, zijn niet mis te verstaan Amsterdamse School met in de voordeur sinds 1932 tot op de dag van vandaag een origineel Bauhaus deurkruk.
Ging Henk Steenmeijer Dros de lift in, als architect? Helaas niet. Zoals miljoenen anderen werd hij wat zijn wensen en ambities aangaat een slachtoffer van zijn tijd. Dit voorbeeldige huis had de doorslag moeten geven. Er is geen reden aan te nemen dat dit niet had kunnen gebeuren, ware het niet dat de economische crisis van de jaren dertig en de oorlog 1939-1945 een krasse streep door de mogelijkheden haalde. In 1939 verhuisde zijn werkgever, ITF (Internationale Transportarbeiders Federatie) naar Londen en Steenmeijer Dros ging mee. Toen in 1940 dankzij Hitler ook voor Engeland alles veranderde, kwam de architect in spé noodgedwongen in contact met een wereld waar hij eigenlijk nooit iets mee te maken wou hebben. Hij meldde zich voor militaire dienst en kwam terecht in het opleidingskamp in Wolverhampton. Vanaf juni 1944 nam Steenmeijer Dros in de rang van luitenant deel aan de geallieerde invasie tegen de Duitsers. Hij maakte de verschrikkingen van het Ardennenoffensief als verbindingsofficier mee en hield daar genoeg trauma aan over om er nooit meer over te praten.
De gemankeerde architect kreeg trouwens gelijk. Tijdens de oorlog hadden zijn achtergebleven familieleden niet onder honger te lijden. In de jaren dertig trouwens al niet. Er was het hele jaar volop groente en fruit, kippen zorgden voor eieren en vlees en tijdens de oorlog werd er illegaal ook wel eens wat anders geslacht. In de hongerwinter van 1944-1945 stierven in het centrum van Amsterdam enige duizenden mensen aan ondervoeding, maar in de Middelveldse Akerpolder, geen acht kilometer westelijk van de stad, kwam dat niet voor. Wie weet hoe het afgelopen zou zijn als de familie op de Rozengracht 90 was blijven wonen!
Na de Tweede Wereldoorlog heerste in Nederland niet het beste klimaat voor architecten die van de wereld iets moois wilden maken. Zeker, er was genoeg te doen in de wederopbouw, maar dat met minimale middelen. Dat gaf Steenmeijer Dros, zo lang als hij weggeweest was, niet meer de gelegenheid waarop hij ooit gehoopt had. Na de oorlog doceerde Steenmeijer Dros aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Bij het Vrouwelijk Hulp Corps leerde hij de vrouw kennen met wie hij zou trouwen, Evelien Brummelenkamp. Hij vertelde nooit over wat hij in de oorlog meemaakte en was, wellicht door heftige belevenissen, een nors en stug individu geworden met vele illusies armer. Enige vrede zocht hij op latere leeftijd in zijn schilderkunst. Hendrik Leendert Steenmeijer Dros overleed op 31 oktober 1989 te Zwolle als kolonel van de Nederlandse landmacht. Het was een status die hij als jongeman nooit had geambieerd. Hij wou architect worden en zijn, maar debet aan het tijdsgewricht dat hem parten speelde, kwam hij nooit verder dan dat ene hoge, blauwe prachthuis op de Noorderakerweg 151/153, tegenwoordig Noorderakerweg 21/23.
Dit is een extract uit het rijk geïllustreerde boekje Belemmerd talent: het leven van architect H.L. Steenmeijer Dros (1908-1989) van Jasper Wielaert en Mimi Wielaert-Berendsen.
Uit deze periode zijn een aantal inspiratie- en/of studiebronnen bewaard gebleven. Dit zijn, chronologisch: het verfrissende Probleme des Bauens der Wohnbau (Müller & Kiepenheuer Verlag, Potsdam, 1928, een boek over de toenmalige actuele ontwikkeling in de woningbouw), Architectuur-Perspectief door Fritz Stark (N.V. Uitgevers Maatschappij V.H. van Mantgem & De Does, Amsterdam, 1930) en Rationalisatie in Woningbouw door Z. Gulden (z.d.). Voorts An International guild - A project with 16 illustrations by H.Th. Wijdeveld (C.A. Mees, Santpoort, 1931). Steenmeijer Dros was gefascineerd door het vernieuwende elan dat Rusland in de vroege jaren twintig in de bouw voortbracht. Hiervoor is van El Lissitzky een bijzonder boek over architectuur illustratief. In zijn kleine maar fijne bibliotheek had Steenmeijer Dros het waardevolle Russland – Die rekonstruktion der Architektur in der Sowjetunion (Anton Schroll & Co, Wien, 1930) met omslagontwerp van Lissitzky zelf. Het staat vol met progressieve ontwerpen waarvan de wereld tegenwoordig nog zou kunnen smikkelen en smullen, ware het niet dat vele prachtige plannen nooit uitgevoerd worden.
In oktober 1929 crashte in Wall Street de beurs. Er ontstond al snel ook in Nederland toenemende economische neergang en in die malaise kon Steenmeijer Dros zijn droom te gaan bouwen aan de wilgen hangen.Toch kwam het ervan, één enkele keer. Hij zag een oorlog aankomen en wist in 1930 de familie te overtuigen dat de beste oplossing dat te overleven de koop van een stuk grond ver buiten Amsterdam zou zijn. Het moest genoeg voedsel kunnen opbrengen voor de hele familie. Er zou een boomgaard met kersen, appels en peren komen en een flinke moestuin. Zo gezegd, zo gedaan. De familie kocht een langgerekt stuk weiland aan de Noorderakerweg. Henk zou er een huis op bouwen, groot genoeg voor beide takken van de familie. Hij zou met zijn moeder gaan wonen in nummer 153 en zuslief Gerritje Berendsen-Steenmeijer Dros in nummer 151, met haar man en dochter die op 18 april 1928 geboren was. In de zich alras funest ontwikkelende economische crisis was braakliggende grond in de Middelveldse Akerpolder niet al te duur. Datzelfde gold voor het bouwen van een huis, te meer daar de architect die hierbij de leiding had alles zelf kon, van de bouwtekening tot het bouwen. Voor de woning van zijn zus timmerde hij zelfs eigenhandig een ensemble van meubels, zeer modern trouwens, zgn. “sluitmeubelen”, van muur tot muur of deur.
Eindelijk kon Henk Steenmeijer Dros zijn eerste bouwwerk plaatsen, zeer modern voor die tijd, met ruime badkamer en centrale verwarming! Op 30 mei 1931 ontving hij de bouwvergunning. Henk was nog niet eens 23 jaar oud. Er zat een plan voor de toekomst achter. Dit zou een modelwoning worden, van alle toenmalige luxe voorzien, in de hoop dat dit huis meer opdrachten zou genereren voor woningbouw gemaakt door Steenmeijer Dros. Het huis werd direct een fenomeen in de kale polder. Nog steeds is het sowieso het hoogste huis in de hele straat, maar destijds was het bovendien qua vormgeving ongekend! Stalen ramen, hemelsblauw geschilderd, wat het pand de naam “het blauwe huis” gaf, naast ook “het hoge huis”. Dit was de benaming van de boeren en tuinders. Gek genoeg leek dit solide gebouw al naar gelang de polder inklonk vanzelf steeds hoger te worden dan het toch al was. Terwijl de boerderijen in de omgeving met het inklinken van de polder meezakten, bleef Noorderakerweg 151/153 letterlijk staan als een huis, want het was op de Noorderakerweg het eerste pand gefundeerd op palen.
Inpandig heeft Steenmeijer Dros zijn decoratieve details gekozen uit de fraaie catalogus van Heystee’s Tegelhandel in Amsterdam, Reguliersdwarsstraat 108-114. Het prachtige keramische tegelwerk dat hij niet alleen in de badkamers toepaste, maar ook als eenheid met de gang naar de achterdeur, kwam van deze firma. Het gaat om de kleurcombinatie Nº 29 uit de catalogus. Ook het gebruik van de citroengele glazuurtegels voor de vensterbanken is een detail van speciale schoonheid. Andere bouwelementen waren gestandaardiseerd. In woningen in de Amsterdamse Admiralenbuurt, onder andere in de Joos de Moorstraat, zijn precies dezelfde deuren, trappen en trapleuningen toegepast als die welke Steenmeijer Dros voor zijn woonhuis koos. Zelfs de gietijzeren deurkrukken zijn van hetzelfde type. Voorts vinden we de vensters in zijn dakkapellen terug in een erker op de hoek van de Pieter van der Doesstraat. Maar niet alle details zijn vergelijkenderwijs identiek. Op de Noorderakerweg zijn de deurkozijnen bijvoorbeeld van ijzer. De voor- en achterdeuren die Steenmeijer Dros toepaste, wel weer in houten kozijnen, zijn niet mis te verstaan Amsterdamse School met in de voordeur sinds 1932 tot op de dag van vandaag een origineel Bauhaus deurkruk.
Ging Henk Steenmeijer Dros de lift in, als architect? Helaas niet. Zoals miljoenen anderen werd hij wat zijn wensen en ambities aangaat een slachtoffer van zijn tijd. Dit voorbeeldige huis had de doorslag moeten geven. Er is geen reden aan te nemen dat dit niet had kunnen gebeuren, ware het niet dat de economische crisis van de jaren dertig en de oorlog 1939-1945 een krasse streep door de mogelijkheden haalde. In 1939 verhuisde zijn werkgever, ITF (Internationale Transportarbeiders Federatie) naar Londen en Steenmeijer Dros ging mee. Toen in 1940 dankzij Hitler ook voor Engeland alles veranderde, kwam de architect in spé noodgedwongen in contact met een wereld waar hij eigenlijk nooit iets mee te maken wou hebben. Hij meldde zich voor militaire dienst en kwam terecht in het opleidingskamp in Wolverhampton. Vanaf juni 1944 nam Steenmeijer Dros in de rang van luitenant deel aan de geallieerde invasie tegen de Duitsers. Hij maakte de verschrikkingen van het Ardennenoffensief als verbindingsofficier mee en hield daar genoeg trauma aan over om er nooit meer over te praten.
De gemankeerde architect kreeg trouwens gelijk. Tijdens de oorlog hadden zijn achtergebleven familieleden niet onder honger te lijden. In de jaren dertig trouwens al niet. Er was het hele jaar volop groente en fruit, kippen zorgden voor eieren en vlees en tijdens de oorlog werd er illegaal ook wel eens wat anders geslacht. In de hongerwinter van 1944-1945 stierven in het centrum van Amsterdam enige duizenden mensen aan ondervoeding, maar in de Middelveldse Akerpolder, geen acht kilometer westelijk van de stad, kwam dat niet voor. Wie weet hoe het afgelopen zou zijn als de familie op de Rozengracht 90 was blijven wonen!
Na de Tweede Wereldoorlog heerste in Nederland niet het beste klimaat voor architecten die van de wereld iets moois wilden maken. Zeker, er was genoeg te doen in de wederopbouw, maar dat met minimale middelen. Dat gaf Steenmeijer Dros, zo lang als hij weggeweest was, niet meer de gelegenheid waarop hij ooit gehoopt had. Na de oorlog doceerde Steenmeijer Dros aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Bij het Vrouwelijk Hulp Corps leerde hij de vrouw kennen met wie hij zou trouwen, Evelien Brummelenkamp. Hij vertelde nooit over wat hij in de oorlog meemaakte en was, wellicht door heftige belevenissen, een nors en stug individu geworden met vele illusies armer. Enige vrede zocht hij op latere leeftijd in zijn schilderkunst. Hendrik Leendert Steenmeijer Dros overleed op 31 oktober 1989 te Zwolle als kolonel van de Nederlandse landmacht. Het was een status die hij als jongeman nooit had geambieerd. Hij wou architect worden en zijn, maar debet aan het tijdsgewricht dat hem parten speelde, kwam hij nooit verder dan dat ene hoge, blauwe prachthuis op de Noorderakerweg 151/153, tegenwoordig Noorderakerweg 21/23.
Dit is een extract uit het rijk geïllustreerde boekje Belemmerd talent: het leven van architect H.L. Steenmeijer Dros (1908-1989) van Jasper Wielaert en Mimi Wielaert-Berendsen.
Related people
Related objects