Details
Name
Kloppersingelkerk (vm), Haarlem
Number of images: 31
IntroductionMeesterwerk van architect Boeyinga, die school maakte met deze kerk. Helaas is het in 2003 door brand volledig verwoest.
AddressKloppersingel 57
Postal code(s)2021 CS
PlaceHaarlem
CountryNederland
Creator Berend Boeyinga (Architect)
Theo van Reijn (Kunstenaar)
Atelier De Vonk (Kunstenaar)
Theo van Reijn (Kunstenaar)
Atelier De Vonk (Kunstenaar)
Production date1926 - 1927
Current conditionGesloopt
ClientGereformeerde Kerk
Original usageKerk
Object typeGebouw
BackgroundIn maart 2003 trof een grote tragedie Haarlem. Bij een brand werd de belangrijkste kerk van Boeyinga en zijn mooiste Amsterdamse School- schepping, de Kloppersingelkerk, volledig verwoest. Daarbij vonden ook nog eens drie brandweerlieden de dood. Dit item gaat dus over een gebouw dat niet meer bestaat.
De gereformeerde Kloppersingelkerk was de eerste kerk die Boeyinga, architect van gereformeerde huize, kon realiseren. Hij maakte school met dit ontwerp en werd onder meer nagevolgd in Zeist (Oosterkerk, architect Plooy), Maartensdijk (Tuindorpkerk, Van der Kraan), Lisse (kerk van Fresen) en Amsterdam (Elthetokerk, Kruyswijk). Elementen van dit ontwerp keren terug in een paar van zijn andere kerken, onder meer in Bergen op Zoom en Bergen (NH), maar geen van die andere kerken evenaart zijn eerste meesterwerk.
De gereformeerde Kloppersingelkerk was de eerste kerk die Boeyinga, architect van gereformeerde huize, kon realiseren. Hij maakte school met dit ontwerp en werd onder meer nagevolgd in Zeist (Oosterkerk, architect Plooy), Maartensdijk (Tuindorpkerk, Van der Kraan), Lisse (kerk van Fresen) en Amsterdam (Elthetokerk, Kruyswijk). Elementen van dit ontwerp keren terug in een paar van zijn andere kerken, onder meer in Bergen op Zoom en Bergen (NH), maar geen van die andere kerken evenaart zijn eerste meesterwerk.
DescriptionDe kerk lag op een prominente plaats aan de Haarlemse Kloppenburgsingel en was daardoor van verre zichtbaar. Niet eens zozeer door de hoogte maar door de bouwmassa. Het meest opvallende waren wel de grote vlakken van de daken, die op sommige plaatsen bijna tot op de straat reikten. De kapconstructie was heel speciaal; Bouwbedrijf wijdde er een apart artikel aan.
Het gebouw bestond uit drie schepen met een hoog oplopend dak, die elkaar onder een scherpe hoek troffen. De vorm van het uitwendige vloeide voort uit het inwendige, waarvoor Boeyinga zich sterk liet beïnvloeden door de geschriften van Abraham Kuyper betreffende de inrichting van de liturgie. Deze schreven onder meer voor dat de kerkbanken in waaiervorm richting kansel werden opgesteld. Alleen de topgevels boven de twee hoofdingangen vloeiden niet echt uit het interieur voort. Deze gevels werden doorbroken door grote verticale ramen uit Atelier De Vonk van glazeniers Schrier en De Ru.
De Kloppersingelkerk vertoonde veel kenmerken van de Amsterdamse School: baksteen in diverse metselverbanden gecombineerd met natuursteen, expressieve vormen die hier niet alleen bepaalde functies accentueerden maar er deels ook uit voortkwamen. Daarnaast was er het streven naar gemeenschapskunst: een harmonieus samengaan van architectuur en beeldende kunst. De beeldende kunsttoepassingen bij de Kloppersingelkerk bestonden voornamelijk uit de al genoemde glas-in-loodramen en sculptuur. Voor de sculptuur was de beeldhouwer Theo van Reijn verantwoordelijk. Bij de verschillende entrees van de kerk waren kopstukken uit de calvinistische geschiedenis uitgehakt, zoals Luther, Calvijn, Kuyper en Bavinck. Kleine natuurstenen versieringen aan het exterieur, ook van Van Reijn, waren ontleend aan de natuur.
Een artikel in Het Bouwbedrijf van 7 januari 1927 biedt een interessant zij het zeer technisch inzicht in "Het maken der spanten" en "Het opstellen der spanten" dat gebeurde volgens de toen nieuwe "Bulldog" methode met "Bulldog" kramplaten. De spanten werden opgesteld met een ongeveer 29m hoge mast met giek. De nokligger (gewicht ongeveer 4 ton) werd geplaatst op ong. 18m hoge hulpjukken. Tegen de nokligger werden de ongeveer 4 ton zware helft van spant I, welke beneden steun vonden op twee punten, geplaatst. Nadat de nokligger en spant I voldoende getuid waren, was een vast kruis over het gebouw verkregen, waartegen de overige spanten gemakkelijk konden worden opgebouwd. "Dit ontwerp liet in prijs alle aanbiedingen van ijzerconstructie- en patenthoutconstructie-firma's achter zich. (..) Het maken van spant IV bijvoorbeeld met 24 knooppunten duurde nog geen twee dagen. Hieraan werkten zes timmerlieden, welke allen voor het eerst met "Bulldog" kennis maakten." (Het Bouwbedrijf 7 januari 1927, p 13-15)
Het gebouw bestond uit drie schepen met een hoog oplopend dak, die elkaar onder een scherpe hoek troffen. De vorm van het uitwendige vloeide voort uit het inwendige, waarvoor Boeyinga zich sterk liet beïnvloeden door de geschriften van Abraham Kuyper betreffende de inrichting van de liturgie. Deze schreven onder meer voor dat de kerkbanken in waaiervorm richting kansel werden opgesteld. Alleen de topgevels boven de twee hoofdingangen vloeiden niet echt uit het interieur voort. Deze gevels werden doorbroken door grote verticale ramen uit Atelier De Vonk van glazeniers Schrier en De Ru.
De Kloppersingelkerk vertoonde veel kenmerken van de Amsterdamse School: baksteen in diverse metselverbanden gecombineerd met natuursteen, expressieve vormen die hier niet alleen bepaalde functies accentueerden maar er deels ook uit voortkwamen. Daarnaast was er het streven naar gemeenschapskunst: een harmonieus samengaan van architectuur en beeldende kunst. De beeldende kunsttoepassingen bij de Kloppersingelkerk bestonden voornamelijk uit de al genoemde glas-in-loodramen en sculptuur. Voor de sculptuur was de beeldhouwer Theo van Reijn verantwoordelijk. Bij de verschillende entrees van de kerk waren kopstukken uit de calvinistische geschiedenis uitgehakt, zoals Luther, Calvijn, Kuyper en Bavinck. Kleine natuurstenen versieringen aan het exterieur, ook van Van Reijn, waren ontleend aan de natuur.
Een artikel in Het Bouwbedrijf van 7 januari 1927 biedt een interessant zij het zeer technisch inzicht in "Het maken der spanten" en "Het opstellen der spanten" dat gebeurde volgens de toen nieuwe "Bulldog" methode met "Bulldog" kramplaten. De spanten werden opgesteld met een ongeveer 29m hoge mast met giek. De nokligger (gewicht ongeveer 4 ton) werd geplaatst op ong. 18m hoge hulpjukken. Tegen de nokligger werden de ongeveer 4 ton zware helft van spant I, welke beneden steun vonden op twee punten, geplaatst. Nadat de nokligger en spant I voldoende getuid waren, was een vast kruis over het gebouw verkregen, waartegen de overige spanten gemakkelijk konden worden opgebouwd. "Dit ontwerp liet in prijs alle aanbiedingen van ijzerconstructie- en patenthoutconstructie-firma's achter zich. (..) Het maken van spant IV bijvoorbeeld met 24 knooppunten duurde nog geen twee dagen. Hieraan werkten zes timmerlieden, welke allen voor het eerst met "Bulldog" kennis maakten." (Het Bouwbedrijf 7 januari 1927, p 13-15)
InteriorAlle zichtlijnen in de drie schepen van de kerk, tevens voorzien van balkons die plaats boden aan de gelovigen, waren gericht naar het centrum: de kansel met daarboven een reusachtige orgelfacade. De houten gewelfconstructie was fraai paraboolvormig afgewerkt. Ik ben geen kleurenfoto's van het interieur tegengekomen maar ga ervan uit dat de banken, de kansel en de lambriseringen gekleurd zijn geweest. De ramen van Schrier en De Ru bevatten kleurige geabstraheerde voorstellingen van onder meer techniek, wetenschap, handel en landbouw.
De kansel werd - tegen de wensen van Kuyper in - tamelijk monumentaal uitgevoerd. Het middenstuk, waarachter de voorganger stond, had de vorm van een halve cirkel. Aan beide zijden bevond zich een opgang met een leuning. Op verschillende hoogtes in de leuning bracht Van Reijn sobere sculptuurelementen aan met motieven uit de dierenwereld. Ook het doopvont werd door Van Reijn ontworpen. Het ging om een ronde zilveren schaal die steunde op uit coromandelhout gesneden dragers. De dragende vormen stelden gestileerde vissen voor, die door golfmotieven werden omgeven. Deze schaal was volgens het artikel van Westerink in handen van het wijkgebouw van de Noorderkerk te Haarlem en bestaat daarom vermoedelijk nog.
De kansel werd - tegen de wensen van Kuyper in - tamelijk monumentaal uitgevoerd. Het middenstuk, waarachter de voorganger stond, had de vorm van een halve cirkel. Aan beide zijden bevond zich een opgang met een leuning. Op verschillende hoogtes in de leuning bracht Van Reijn sobere sculptuurelementen aan met motieven uit de dierenwereld. Ook het doopvont werd door Van Reijn ontworpen. Het ging om een ronde zilveren schaal die steunde op uit coromandelhout gesneden dragers. De dragende vormen stelden gestileerde vissen voor, die door golfmotieven werden omgeven. Deze schaal was volgens het artikel van Westerink in handen van het wijkgebouw van de Noorderkerk te Haarlem en bestaat daarom vermoedelijk nog.
Recent developmentsTen tijde van de brand was de kerk, sinds 1959 Koningkerk geheten, in handen van de Evangelische gemeente Zuiderkapel. De kerk van Boeyinga is niet herbouwd maar op de plaats staat nu de nieuw ontworpen Koningkerk.
Sources
Radboud van Beekum, B.T. Boeyinga. Amsterdamse School architect (Bussum, 2003).
Jaap Grootenboer, Boeyinga en de gereformeerde kerkbouw-architectuur (Venlo, 2006).
Geraart Westerink, 'Sculptuur van Theo van Reijn voor een kerk van B.T. Boeyinga te Haarlem'. In: Kunstlicht jrg. 14 (1993), nr. 2.
Ir. J.H.J. Op den Oordt, c.i. 'Een moderne kapconstructie'. In: Het Bouwbedrijf, 7 januari 1927, p 13-15.
Submitted by Gert-Jan Lobbes
Professional or personal relationOm dit gebouw eens van buiten en binnen te kunnen zien zou ik graag een tijdreis maken. De kerk is heel gebrekkig gedocumenteerd. De paar foto's die er zijn, zijn meestal oud. In openbare bronnen ben ik tot nu toe nauwelijks kleurenfoto's tegengekomen, al helemaal niet van het interieur of het glas in lood. Hopelijk meldt zich naar aanleiding van deze bijdrage een fotograaf die het gebouw voor de brand in al zijn glorie en details heeft vastgelegd.
Related objects