Details
Name
Prijsvraagontwerp Kerk Elshout











Number of images: 11
IntroductionMet dit spectaculaire, bijzonder organische ontwerp – een prijsvraag voor een kerkje in Elshout – presenteerde het architectenduo Eibink en Snellebrand zich aan de wereld.
PlaceElshout
CountryNederland
Creator A. Eibink (Architect)
J.A. Snellebrand (Architect)
J.A. Snellebrand (Architect)
Production date1916
Current conditionNooit gerealiseerd
Object typeGebouw
BackgroundIn 1916 schreef het bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk te Nieuw-Lekkerland, dat een groot legaat had mogen ontvangen, een prijsvraag uit voor een nieuw kerkgebouw in Elshout. De eisen: het moest geschikt zijn voor circa 500 zitplaatsen, de bouwkosten mochten niet hoger zijn dan ƒ 32.000 en in het ontwerp moesten de banken, de preekstoel en het afsluithek worden opgenomen. De eerste prijs bedroeg ƒ 400, de tweede ƒ 300, de derde ƒ 200 en de vierde 100. Alle in Nederland gevestigde Hervormde bouwkundigen mochten mededingen.
Ook het duo Snellebrand en Eibink deed mee. Zoals alle inzenders gaven ook zij de kerk een motto: ‘Leo, het brandend hart der wereld’. Hun ontwerp – één van de 41 die werden ingestuurd – was een spectaculair organisch bouwwerk. Het was echter niet iets wat de driekoppige jury – met hierin J. Kleyburg, de president-kerkvoogd van de Hervormde Kerk te Nieuw-Lekkerland, en de architecten C.N. van Goor en Herman van de Kloot Meyburg – voor ogen had. Het juryrapport, dat werd gepubliceerd in het blad Architectura, wond er dan ook geen doekjes om:
'De jury meent dit ontwerp te moeten beschouwen als een uiting van hoog opgevoerde fantasie, die echter niet geleid heeft tot de oplossing van de vraag, in welk opzicht ook, naar een eenvoudige dorpskerk. Hoeveel verdienste dit ontwerp, op zichzelf beschouwd, ook moge bezitten, zal het in de aangegeven situatie niet op zijn plaats kunnen zijn, nog afgezien daarvan dat de bezwaren aan de uitvoering verbonden zeer groot zullen zijn en de bouwkosten de gestelde som zeer aanmerkelijk zullen overtreffen'.
Het ontwerp is nooit uitgevoerd. De ontwerptekeningen illustreerden in 1919 nog een artikel van Eibink in het blad Wendingen over de toepassingen van gewapend beton, maar het ontwerp raakte hierna een beetje in de vergetelheid. Net zoals dat bij de algemene waardering voor de Amsterdamse School het geval was, waren het buitenlandse auteurs die, vanaf de jaren 60, als eerste goed de unieke kwaliteiten van dit ontwerp wisten in te schatten.
Ook het duo Snellebrand en Eibink deed mee. Zoals alle inzenders gaven ook zij de kerk een motto: ‘Leo, het brandend hart der wereld’. Hun ontwerp – één van de 41 die werden ingestuurd – was een spectaculair organisch bouwwerk. Het was echter niet iets wat de driekoppige jury – met hierin J. Kleyburg, de president-kerkvoogd van de Hervormde Kerk te Nieuw-Lekkerland, en de architecten C.N. van Goor en Herman van de Kloot Meyburg – voor ogen had. Het juryrapport, dat werd gepubliceerd in het blad Architectura, wond er dan ook geen doekjes om:
'De jury meent dit ontwerp te moeten beschouwen als een uiting van hoog opgevoerde fantasie, die echter niet geleid heeft tot de oplossing van de vraag, in welk opzicht ook, naar een eenvoudige dorpskerk. Hoeveel verdienste dit ontwerp, op zichzelf beschouwd, ook moge bezitten, zal het in de aangegeven situatie niet op zijn plaats kunnen zijn, nog afgezien daarvan dat de bezwaren aan de uitvoering verbonden zeer groot zullen zijn en de bouwkosten de gestelde som zeer aanmerkelijk zullen overtreffen'.
Het ontwerp is nooit uitgevoerd. De ontwerptekeningen illustreerden in 1919 nog een artikel van Eibink in het blad Wendingen over de toepassingen van gewapend beton, maar het ontwerp raakte hierna een beetje in de vergetelheid. Net zoals dat bij de algemene waardering voor de Amsterdamse School het geval was, waren het buitenlandse auteurs die, vanaf de jaren 60, als eerste goed de unieke kwaliteiten van dit ontwerp wisten in te schatten.
DescriptionHet gebouw oogt even organisch als exotisch. De plattegrond – waarvan twee varianten zijn getekend voor de bijgebouwen – heeft nauwelijks rechte hoeken; het heeft van boven wel iets weg van een kever. Het plastisch vormgegeven dak – dat oploopt vanaf de entree tot de toren – heeft de vorm van een zadeldak, met eronder twee grote stalen vakwerkliggers die de ruggengraat vormen voor de dakliggers van gewapend beton. Deze ‘ribben’ van het dak lopen door in de gevel; hiertussen zitten grote raamopeningen waar hoogstwaarschijnlijk glas in lood had moeten komen.
Het preekgestoelte is geïntegreerd in de voet van de toren. De openingen voor de klok in deze toren zijn voorzien van buitenproportioneel grote houten schoepen, die, zoals Van de Pijpekamp en Jansen treffend zeggen, 'de toren het uiterlijk van een bloem geven'. Rond de toren zijn, in twee varianten, de dienstvertrekken gesitueerd. De hoofdentree is tegenover de toren en wordt geaccentueerd door twee omhoogstekende, betonnen punten, met hierin een golvend patroon. Ze doen denken aan de cerci (uitsteeksels aan het achterlijf) van sommige insectensoorten.
Het preekgestoelte is geïntegreerd in de voet van de toren. De openingen voor de klok in deze toren zijn voorzien van buitenproportioneel grote houten schoepen, die, zoals Van de Pijpekamp en Jansen treffend zeggen, 'de toren het uiterlijk van een bloem geven'. Rond de toren zijn, in twee varianten, de dienstvertrekken gesitueerd. De hoofdentree is tegenover de toren en wordt geaccentueerd door twee omhoogstekende, betonnen punten, met hierin een golvend patroon. Ze doen denken aan de cerci (uitsteeksels aan het achterlijf) van sommige insectensoorten.
Sources
Arjan van de Pijpekamp en Bregit Jansen, A. Eibink (1893-1975), J.A. Snellebrand (1891-1963) (BONAS, 2003).
Links
Submitted by Marcel Westhoff
Professional or personal relationWát een ontwerp! Een soort Calatrava avant la lettre.
Related objects