Details
Name
't Reigersnest, tuinmanshuis, Oostvoorne
Number of images: 27
Introduction’t Reigersnest, een Amsterdamse School-landhuis in Oostvoorne, gebouwd tussen 1918 en 1920 door het duo Pieter Vorkink en Jacobus Philippus Wormser als vakantieverblijf voor de heer en mevrouw Hudig-Hoogewerff en hun zes kinderen. Het is nog steeds in bezit van de familie.
Het ontwerp omvatte tevens een tuinmanswoning, vaak over het hoofd gezien in publicaties.
Het Tijdschrift Wendingen wijdde er na oplevering een volledig nummer aan: jaargang 4, nummer 6 (1921). Bernard Eilers maakte in die periode een aantal prachtige foto's die in het Nieuwe Instituut worden bewaard.
Het ontwerp omvatte tevens een tuinmanswoning, vaak over het hoofd gezien in publicaties.
Het Tijdschrift Wendingen wijdde er na oplevering een volledig nummer aan: jaargang 4, nummer 6 (1921). Bernard Eilers maakte in die periode een aantal prachtige foto's die in het Nieuwe Instituut worden bewaard.
AddressZwartelaan 1-3
Postal code(s)3233 AX
PlaceOostvoorne
CountryNederland
Creator Pieter Vorkink (Architect)
Jacobus Wormser (Architect)
Jacobus Wormser (Architect)
Production date1918 - 1920
Current conditionGerealiseerd
Current ownerParticuliere eigenaar
Current usageTuinhuis
Object typeRijksmonument, Gebouw
Monument number38894 (Landhuis); 38895 (Tuinmanswoning); 38896 (Toegangshek)
BackgroundHet landgoed ’t Reigersnest is een deel van het Mildenburgbos dat omstreeks 1785 werd aangelegd in het gebied achter de duinen.
Het tuinmanshuis werd tegelijk met het landhuis ontworpen en gebouwd.
Tegenwoordig is het landhuis te bezichtigen op monumentendagen en na een afspraak. Voor verhuur, zie de link.
Het tuinmanshuis werd tegelijk met het landhuis ontworpen en gebouwd.
Tegenwoordig is het landhuis te bezichtigen op monumentendagen en na een afspraak. Voor verhuur, zie de link.
DescriptionDe tuinmanswoning, net als ’t Reigersnest zelf, is opgetrokken in baksteen en hout en heeft een rieten overkapping.
Verdere kenmerken zijn vloeiende lijnen van de muren en het dak, de schoorstenen, de kleine ramen. Het geheel ademt een organische verbondenheid met de natuurlijke omgeving. In alles uit zich de aandacht voor het detail: het metselwerk, het houtwerk, de kozijnen en ramen , het interieur. De tuinmanswoning vertoont in tegenstelling tot het grote huis een ver doorgevoerde symmetrie. Ook hier zijn opvallende uitspringende raampartijen, een dominante rieten kap en sculpturaal metselwerk. Men noemt dit wel de plastisch organische richting in de Amsterdamse School; inspiratie werd ontleend aan de natuur, de golven, de wind, schelpen; er zijn weinig rechte hoeken, veel lijkt in beweging. Het geheel vormt een mooie uitdrukking van de rijkdom, de vrijheid en vitaliteit van de inspiratie in die tijd.
Er is een samengaan van ambacht, kunstnijverheid, beeldende kunst en architectuur in een “totaal kunstwerk”. De bouwmaterialen, hout, steen en riet zijn tevens ambachtelijk bewerkt ter versiering. De plastisch organische elementen in de bouw zijn bijvoorbeeld het dak van de tuinmanswoning. Hierin kan een golf worden herkend.
Verdere kenmerken zijn vloeiende lijnen van de muren en het dak, de schoorstenen, de kleine ramen. Het geheel ademt een organische verbondenheid met de natuurlijke omgeving. In alles uit zich de aandacht voor het detail: het metselwerk, het houtwerk, de kozijnen en ramen , het interieur. De tuinmanswoning vertoont in tegenstelling tot het grote huis een ver doorgevoerde symmetrie. Ook hier zijn opvallende uitspringende raampartijen, een dominante rieten kap en sculpturaal metselwerk. Men noemt dit wel de plastisch organische richting in de Amsterdamse School; inspiratie werd ontleend aan de natuur, de golven, de wind, schelpen; er zijn weinig rechte hoeken, veel lijkt in beweging. Het geheel vormt een mooie uitdrukking van de rijkdom, de vrijheid en vitaliteit van de inspiratie in die tijd.
Er is een samengaan van ambacht, kunstnijverheid, beeldende kunst en architectuur in een “totaal kunstwerk”. De bouwmaterialen, hout, steen en riet zijn tevens ambachtelijk bewerkt ter versiering. De plastisch organische elementen in de bouw zijn bijvoorbeeld het dak van de tuinmanswoning. Hierin kan een golf worden herkend.
Recent developmentsSinds 1983 zijn de verschillende bouwwerken in het complex aangewezen als rijksmonumenten. Er is een maquette van het huis en informatie in het Nederlands Architectuurinstituut (Het Nieuwe Instituut). Verder is informatie te vinden in tal van boeken gewijd aan de Nederlandse architectuur en met name de Amsterdamse School, zoals het in het boek Verbeelde idealen (2011) van Museum Het Schip.
Sources
Menno Jonker, Floris Leeuwenberg en Alice Roegholt, Amsterdamse School, Verbeelde Idealen (Amsterdam 2011)
Wendingen 4 (1921), 6.
Links
Submitted by Ron Conijn
Related objects