Details
Name
De Rode Olifant, Den Haag - interieur
Number of images: 60
IntroductionMinstens zo indrukwekkend als het exterieur is het verrassend goed bewaard gebleven interieur van dit statige kantoorpand in Den Haag.
AddressZuid-Hollandlaan 7
Postal code(s)2596 AL
PlaceDen Haag
CountryNederland
Creator Herman de Roos (Architect)
Willem Overeijnder (Architect)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Christiaan de Moor (Kunstenaar)
H.J. Winkelman (Kunstenaar)
Willem Overeijnder (Architect)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Christiaan de Moor (Kunstenaar)
H.J. Winkelman (Kunstenaar)
Production date1924
Current ownerNSI
Monument number452740
BackgroundAan het exterieur is op Wendingen een aparte bijdrage gewijd. Daarin wordt ook de achtergrond beschreven.
DescriptionNet als het exterieur is de uitstraling van het interieur statig, luxe. Links van de voorgevel aan de Zuid-Hollandlaan komt je via expressief vormgegeven voordeuren in de voormalige ontvangstruimte met gebrandschilderd glas over twee verdiepingen van de firma Winkelman & Van der Bijl. Het zeskantige motief in het glas in lood doet denken aan een vereenvoudigde weergave van benzeenmoleculen.
In deze ruimte bevinden zich een zestal lampen, die samen met twee exemplaren in de centrale hal de meest uitgesproken en expressieve Amsterdamse School-elementen in het gebouw zijn. Aan het plafond van het hoogste gedeelte van de hal hangt een lang exemplaar; een korter soortgelijk exemplaar hangt aan het plafond nabij de trap. Deze trap wordt geflankeerd door twee hoge staande lampen met een onnavolgbare vormgeving: de armatuur staat op concave zuilen op korte natuurstenen (syeniet?) verhogingen. Op de eerste verdieping bevinden zich twee kleinere wandlampen op pilasters, hoogstwaarschijnlijk van smeedijzer.
Twee wandlantaarns (eveneens hoogstwaarschijnlijk van smeedijzer) bevinden zich in de hoge centrale hal. Van een van de lampen bevindt zich een foto in het archief van de firma Winkelman & van der Bijl in het Stadsarchief van Amsterdam. Waarschijnlijk is de Amsterdamse firma verantwoordelijk geweest voor de uitvoering (en wellicht ook ontwerp?) van alle lampen van het gebouw.
De hal is overkapt met een enorm glazen glas-in-loodraam, waarin spaarzaam kleuren zijn toegepast. De uitsparingen van de galerijen hebben een art deco uitstraling. Aan weerszijden van de centrale hal bevinden zich trappenhuizen. Aan de zijde van de voormalige ontvangsthal bevindt zich een brede trap met natuursteen en mooi vormgegeven leuningen. Het veel kleinere trappenhuis in een halfronde uitbouw aan de andere zijde van de hal heeft smalle gecurvde ruitjes met gekleurd glas die de openingen in de wand die helemaal bedekken. Volgens Han Timmer was Atelier Bogtman uit Haarlem betrokken bij het gebouw. Veel glas-in-lood zal dus van Bogtman zijn.
Op de halfronde gevel van het trappenhuis hangt een klok op de bovenrand van een breed, op linnen geschilderde fries van Christiaan de Moor. Dit omcirkelt de gehele hal. De schildering op het trappenhuis doet qua lijnenspel denken aan Wijdevelds Wendingen; hierin staat, pal onder de klok, verticaal de originele naam van het gebouw: Petrolea.
Toch wel curieus is de rest van het 50 meter lange fries van Christiaan de Moor. Hierop staan groepjes noeste arbeiders afgebeeld die aan het werk zijn, waarbij de uitstraling van de industriële setting versterkt wordt door de overwegend bruine tinten. Qua onderwerp en stijl is dit iets wat je eerder in een of andere socialistische omgeving zou verwachten aan te treffen, dan in het hoofdkantoor van een oliemaatschappij - een uitgesproken symbool van het grootkapitalisme.
Op de eerste verdieping van het gebouw bevinden zich nog enkele voormalige bestuurskamers waarvan de interieurs grotendeels origineel zijn, zoals de houten lambrisering, de lampen en de plaatbronzen verwarmingsbakken. De houten deuren hiervan hebben kleine glas-in-loodvenstertjes. In de overige vleugels is het interieur ingrijpend gewijzigd.
Ook in de toren bevindt zich glas in lood. De vorm van zowel het raam als de vormen hierin doen denken aan de vorm van de toren zelf. Net als de sluitsteen boven bij de ingang, waarop de toren van het gebouw te herkennen is, lijkt dit dus een 'knipoog naar zichzelf'. Helaas zijn de blauw-turquoise kleuren van het glas in lood van buitenaf niet goed zichtbaar. Zou de toren ooit van binnenuit verlicht zijn?
In deze ruimte bevinden zich een zestal lampen, die samen met twee exemplaren in de centrale hal de meest uitgesproken en expressieve Amsterdamse School-elementen in het gebouw zijn. Aan het plafond van het hoogste gedeelte van de hal hangt een lang exemplaar; een korter soortgelijk exemplaar hangt aan het plafond nabij de trap. Deze trap wordt geflankeerd door twee hoge staande lampen met een onnavolgbare vormgeving: de armatuur staat op concave zuilen op korte natuurstenen (syeniet?) verhogingen. Op de eerste verdieping bevinden zich twee kleinere wandlampen op pilasters, hoogstwaarschijnlijk van smeedijzer.
Twee wandlantaarns (eveneens hoogstwaarschijnlijk van smeedijzer) bevinden zich in de hoge centrale hal. Van een van de lampen bevindt zich een foto in het archief van de firma Winkelman & van der Bijl in het Stadsarchief van Amsterdam. Waarschijnlijk is de Amsterdamse firma verantwoordelijk geweest voor de uitvoering (en wellicht ook ontwerp?) van alle lampen van het gebouw.
De hal is overkapt met een enorm glazen glas-in-loodraam, waarin spaarzaam kleuren zijn toegepast. De uitsparingen van de galerijen hebben een art deco uitstraling. Aan weerszijden van de centrale hal bevinden zich trappenhuizen. Aan de zijde van de voormalige ontvangsthal bevindt zich een brede trap met natuursteen en mooi vormgegeven leuningen. Het veel kleinere trappenhuis in een halfronde uitbouw aan de andere zijde van de hal heeft smalle gecurvde ruitjes met gekleurd glas die de openingen in de wand die helemaal bedekken. Volgens Han Timmer was Atelier Bogtman uit Haarlem betrokken bij het gebouw. Veel glas-in-lood zal dus van Bogtman zijn.
Op de halfronde gevel van het trappenhuis hangt een klok op de bovenrand van een breed, op linnen geschilderde fries van Christiaan de Moor. Dit omcirkelt de gehele hal. De schildering op het trappenhuis doet qua lijnenspel denken aan Wijdevelds Wendingen; hierin staat, pal onder de klok, verticaal de originele naam van het gebouw: Petrolea.
Toch wel curieus is de rest van het 50 meter lange fries van Christiaan de Moor. Hierop staan groepjes noeste arbeiders afgebeeld die aan het werk zijn, waarbij de uitstraling van de industriële setting versterkt wordt door de overwegend bruine tinten. Qua onderwerp en stijl is dit iets wat je eerder in een of andere socialistische omgeving zou verwachten aan te treffen, dan in het hoofdkantoor van een oliemaatschappij - een uitgesproken symbool van het grootkapitalisme.
Op de eerste verdieping van het gebouw bevinden zich nog enkele voormalige bestuurskamers waarvan de interieurs grotendeels origineel zijn, zoals de houten lambrisering, de lampen en de plaatbronzen verwarmingsbakken. De houten deuren hiervan hebben kleine glas-in-loodvenstertjes. In de overige vleugels is het interieur ingrijpend gewijzigd.
Ook in de toren bevindt zich glas in lood. De vorm van zowel het raam als de vormen hierin doen denken aan de vorm van de toren zelf. Net als de sluitsteen boven bij de ingang, waarop de toren van het gebouw te herkennen is, lijkt dit dus een 'knipoog naar zichzelf'. Helaas zijn de blauw-turquoise kleuren van het glas in lood van buitenaf niet goed zichtbaar. Zou de toren ooit van binnenuit verlicht zijn?
Recent developmentsTegenwoordig zit in het pand het bedrijf Spaces, dat flexibele werk- en vergaderruimtes aanbiedt.
Sources
Han Timmer 'De Roos & Overeijnder (1895-1942). Een Rotterdams architectenbureau: bouwen voor havenbaronnen en arbeiders' Uitgeverij Verloren, Hilversum 2022
Submitted by Marcel Westhoff
Professional or personal relationNet zo rijk als het exterieur is het interieur van dit imposante kantoorgebouw. Met dank aan Spaces voor het uitgebreid mogen fotograferen van het interieur, inclusief blik in de toren.
Related objects