Details
Name
Transformatorhuisje Ransdorp
Number of images: 3
IntroductionEven opvallend als onopvallend, dit hoge transformatorhuisje in het dorpje Ransdorp ten noorden van Amsterdam.
AddressBloemendalergouw
PlaceRansdorp
CountryNederland
CreatorPublieke Werken (Architect)
Production date1918
Current conditionGesloopt
Original usageTransformator- of elektriciteitshuisje
Object typeGebouw, Nutsvoorziening
BackgroundDe Dienst Publieke Werken van Amsterdam ontwierp, ten behoeve van de Gemeente-Electriciteitswerken, in 1918 twee transformatorhuisjes voor de ten noorden van de hoofdstad gelegen landelijke dorpjes Ransdorp en Holysloot.
Dit exemplaar stond aan de noordoostelijke rand van Ransdorp, aan de andere kant van de sloot langs de Bloemendalergouw; net ten noorden van bruggen 309/310, de Jan Marsisbrug.
Dit exemplaar stond aan de noordoostelijke rand van Ransdorp, aan de andere kant van de sloot langs de Bloemendalergouw; net ten noorden van bruggen 309/310, de Jan Marsisbrug.
DescriptionIn 1919 ontwierp Abel Kok van de dienst Publieke Werken een vijftal basisontwerpen voor een groot aantal transformatorhuisjes in Amsterdam. Ze waren allen gebaseerd op een kubus, maar qua materiaalkeuze, indeling, aankleding en daktype konden de ontwerpen aangepast worden aan de omgeving. Als de plek daarom vroeg werd soms geheel afgeweken van de kubusvorm. Bij de twee exemplaren in Ransdorp en Holysloot is nog wel sprake van een vierkant plattegrond, maar zijn ze qua hoogte een uitzondering in de collectie Amsterdamse transformatiehuisjes. Of dit een puur esthetische keuze is geweest, of dat er ook een praktische reden aan ten grondslag lag, is niet bekend.
Duidelijk is wel dat dit ontwerp van Publieke Werken naadloos in de omgeving past. Het landelijke karakter komt tot uiting in de materiaalkeuze (hout en dakpannen), de vorm en het kleurgebruik (groen). Daarmee waren de huisjes paradoxaal genoeg zowel onopvallend als opvallend. Onopvallend omdat ze qua bouwstijl goed aansloten bij hun omgeving. Opvallend vanwege hun hoogte en de ligging, zeker dit zeer vrijstaande model aan de rand van Ransdorp.
De hoge huisjes hadden een oppervlakte van 2,2 bij 2,2 meter en waren, tot aan de elektriciteitsaansluitingen, zes meter hoog. Dat ze op veengrond stonden wordt duidelijk aan de lengte van de heipalen: maar liefst 10 meter. Die palen waren gecarbolineerd (met carbolineum bestreken om verrotting tegen te gaan) en dat gold ook voor de onderste houten planken. De geschaafde houten planken hierboven waren groen, net als de houten deur. De omlijsting hiervan was echter geel; het sluitwerk zwart.
De verticale, ongeschaafde planken waren eveneens met carbolineum bestreken. De uiteinden vormden een soort kartelpatroon, wat visueel mooi aansloot bij de puntige schubvorsten (de pannen op de hoeken). De rand onder het dak was lichtgeel geverfd met aan elke zijde vier zwart geverfde vlakken. Op de middelste twee daarvan zaten aan een kant aansluitingen voor de elektriciteitsdraden. De dakpannen van het gebogen tentdak zijn volgens de bouwtekening 'verbeterde Hollandse pannen, klein model, rood'. De piron tenslotte was met lood bekleed.
En dan de hamvraag: Is het Amsterdamse School? Het zijn zeker niet de meest expressieve bouwwerken op Wendingen, maar als voorbeeld van de veelzijdigheid van Publieke Werken en haar vermogen met ontwerpen te komen die in de omgeving passen is dit een fantastisch voorbeeld. Hierbij is een lokale, landelijke stijl gehanteerd; een streekarchitectuur die juist van invloed was op vele architecten en kunstenaars van de Amsterdamse School.
Duidelijk is wel dat dit ontwerp van Publieke Werken naadloos in de omgeving past. Het landelijke karakter komt tot uiting in de materiaalkeuze (hout en dakpannen), de vorm en het kleurgebruik (groen). Daarmee waren de huisjes paradoxaal genoeg zowel onopvallend als opvallend. Onopvallend omdat ze qua bouwstijl goed aansloten bij hun omgeving. Opvallend vanwege hun hoogte en de ligging, zeker dit zeer vrijstaande model aan de rand van Ransdorp.
De hoge huisjes hadden een oppervlakte van 2,2 bij 2,2 meter en waren, tot aan de elektriciteitsaansluitingen, zes meter hoog. Dat ze op veengrond stonden wordt duidelijk aan de lengte van de heipalen: maar liefst 10 meter. Die palen waren gecarbolineerd (met carbolineum bestreken om verrotting tegen te gaan) en dat gold ook voor de onderste houten planken. De geschaafde houten planken hierboven waren groen, net als de houten deur. De omlijsting hiervan was echter geel; het sluitwerk zwart.
De verticale, ongeschaafde planken waren eveneens met carbolineum bestreken. De uiteinden vormden een soort kartelpatroon, wat visueel mooi aansloot bij de puntige schubvorsten (de pannen op de hoeken). De rand onder het dak was lichtgeel geverfd met aan elke zijde vier zwart geverfde vlakken. Op de middelste twee daarvan zaten aan een kant aansluitingen voor de elektriciteitsdraden. De dakpannen van het gebogen tentdak zijn volgens de bouwtekening 'verbeterde Hollandse pannen, klein model, rood'. De piron tenslotte was met lood bekleed.
En dan de hamvraag: Is het Amsterdamse School? Het zijn zeker niet de meest expressieve bouwwerken op Wendingen, maar als voorbeeld van de veelzijdigheid van Publieke Werken en haar vermogen met ontwerpen te komen die in de omgeving passen is dit een fantastisch voorbeeld. Hierbij is een lokale, landelijke stijl gehanteerd; een streekarchitectuur die juist van invloed was op vele architecten en kunstenaars van de Amsterdamse School.
Submitted by Marcel Westhoff
Professional or personal relationTijdens onderzoek naar Amsterdamse transformatorhuisjes stuitte ik in de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam op dit bijzondere exemplaar.
Related objects