Details
Naam
Jacobus S. Baars
Aantal afbeeldingen: 11
IntroductieJac. Baars heeft als zelfstandig architect - voor zover valt na te gaan - met name gewerkt voor particuliere en institutionele Joodse opdrachtgevers. Zo ontwierp hij onder andere enkele synagoges.
NaamJacobus S. Baars
GeborenAmsterdam 25-04-1886
Gestorven11-04-1956
Beroep(en)Architect
BiografieJacobus S. Baars, die de naam Jac. S. Baars gebruikte en in bronnen ook wel Jacques S. Baars wordt genoemd, volgde onderwijs aan de HBS en de Ambachtsschool en was daarna werkzaam op diverse niet nader bekende architectenbureaus. Tussen 1912 en 1918 wordt hij in de gemeentelijke adresboeken van Amsterdam vermeld als architect en makelaar. Als zelfstandig architect heeft hij, voor zover valt na te gaan, met name gewerkt voor particuliere en institutionele Joodse opdrachtgevers. Baars volgde in 1925 Harry Elte op als bouwkundige in dienst van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur, nadat Elte tot architect van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge benoemd werd. Van 1913 tot 1942 was Baars lid van het genootschap Architectura et Amicitia.
Uit zijn functies bij verschillende Joodse instellingen blijkt een grote sociale betrokkenheid. Baars was onder meer bestuurslid van een verzorgingshuis en een kleuterschool. Door onderduik in Friesland overleefde hij met zijn gezin de oorlog. Hij was getrouwd met Rachel Tas (1906-1996) en het echtpaar kreeg drie kinderen. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging het Baars op zowel professioneel als privégebied voor de wind. Het kapitale herenhuis annex kantoor dat hij voor zichzelf in de Plantage Franschelaan (tegenwoordig Henri Polaklaan) bouwde, getuigt nog altijd van zijn maatschappelijke welstand en status. Het is bovendien één van de weinige door Baars ontworpen gebouwen die de oorlogsjaren en de periode van de Wederopbouw hebben overleefd.
De belangrijkste werken van Baars stammen uit de jaren twintig en werden gebouwd in Amsterdam. Daartoe behoort allereerst de Synagoge-Oost (1926-1928) aan de Linnaeusstraat (gesloopt 1962). Het bleef in Amsterdam zijn enige gebouwde synagoge. Wel was Baars verantwoordelijk voor de verbouwing van drie zogenaamde verenigingssjoeltjes in de Commelinstraat (1922, gevel nog bestaand), Mauritsstraat (1926, afgebroken) en Sint Antoniesbreestraat (1927, afgebroken). Van de door hem nieuw gebouwde of verbouwde scholen is de nog bestaande Talmud Toraschool in de Tweede Boerhaavestraat het meest bijzonder (1922-1924). Aan de Nieuwe Keizersgracht realiseerde hij verder nog een vleugel en een uitbreiding van het zusterhuis van het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis (1929). Buiten Amsterdam verbouwde hij een voormalige apostolische kerk in Bussum tot synagoge (1930-1931) en ontwierp hij in samenwerking met de Haagse architect Jonas Hegt de synagoge in Den Haag-Bezuidenhout (1937-1938). Het belangrijkste naoorlogse werk van Baars is de Rotterdamse synagoge aan het A.B.N. Davidsplein (1954), die in samenwerking met de architect J. van Duin jr. tot stand kwam. Jac. S. Baars overleed in 1956. Zijn kinderen woonden al in Israël en zijn weduwe emigreerde ook daarheen.
Uit zijn functies bij verschillende Joodse instellingen blijkt een grote sociale betrokkenheid. Baars was onder meer bestuurslid van een verzorgingshuis en een kleuterschool. Door onderduik in Friesland overleefde hij met zijn gezin de oorlog. Hij was getrouwd met Rachel Tas (1906-1996) en het echtpaar kreeg drie kinderen. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging het Baars op zowel professioneel als privégebied voor de wind. Het kapitale herenhuis annex kantoor dat hij voor zichzelf in de Plantage Franschelaan (tegenwoordig Henri Polaklaan) bouwde, getuigt nog altijd van zijn maatschappelijke welstand en status. Het is bovendien één van de weinige door Baars ontworpen gebouwen die de oorlogsjaren en de periode van de Wederopbouw hebben overleefd.
De belangrijkste werken van Baars stammen uit de jaren twintig en werden gebouwd in Amsterdam. Daartoe behoort allereerst de Synagoge-Oost (1926-1928) aan de Linnaeusstraat (gesloopt 1962). Het bleef in Amsterdam zijn enige gebouwde synagoge. Wel was Baars verantwoordelijk voor de verbouwing van drie zogenaamde verenigingssjoeltjes in de Commelinstraat (1922, gevel nog bestaand), Mauritsstraat (1926, afgebroken) en Sint Antoniesbreestraat (1927, afgebroken). Van de door hem nieuw gebouwde of verbouwde scholen is de nog bestaande Talmud Toraschool in de Tweede Boerhaavestraat het meest bijzonder (1922-1924). Aan de Nieuwe Keizersgracht realiseerde hij verder nog een vleugel en een uitbreiding van het zusterhuis van het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis (1929). Buiten Amsterdam verbouwde hij een voormalige apostolische kerk in Bussum tot synagoge (1930-1931) en ontwierp hij in samenwerking met de Haagse architect Jonas Hegt de synagoge in Den Haag-Bezuidenhout (1937-1938). Het belangrijkste naoorlogse werk van Baars is de Rotterdamse synagoge aan het A.B.N. Davidsplein (1954), die in samenwerking met de architect J. van Duin jr. tot stand kwam. Jac. S. Baars overleed in 1956. Zijn kinderen woonden al in Israël en zijn weduwe emigreerde ook daarheen.
BronnenDeze biografie is geheel ontleend aan het artikel van David Mulder "De synagoge-oost te Amsterdam 'reinen parel aan den Oostertrans', opgenomen in het Jaarboek 2014 van het Cuypersgenootschap.
Gerelateerde personen
Gerelateerde objecten