Details
Naam
Hugo de Vries-laboratorium, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 40
IntroductieEen 'vroege' Van der Meij, ongeveer in dezelfde periode gebouwd als het Scheepvaarthuis. Het is geen uitgesproken Amsterdamse School, maar elementen van de stijl die die naam zou krijgen vallen wel in het gebouw te ontwaren.
AdresPlantage Middenlaan 2c-2g
Postcode(s)1018 DD
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Joan van der Meij (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Datum1912 - 1915
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarVan Dijk Nijkamp Stichting
Oorspronkelijke functieHoger Onderwijsgebouw
Huidige functieBedrijfsverzamelgebouw
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer518272
AchtergrondIn 1910 kreeg Hugo de Vries een aanbieding om Head of Department te worden aan de Columbia Universiteit van New York. Hij wilde in Amsterdam blijven op voorwaarde dat hij een nieuw laboratorium zou krijgen en zijn onderwijstaken verminderd zouden worden. Beide verzoeken zijn door Amsterdam gehonoreerd. Dit laboratorium is mede op aanwijzing van prof. dr. Hugo de Vries en zijn assistent Theo Stomps ontworpen.
BeschrijvingHet laboratorium bestaat uit een groot centraal bouwblok van twee bouwlagen en drie maal drie traveeën, waarvan de middelste drie een travee vooruit springend en architectonisch geaccentueerd zijn uitgebouwd. Hierin bevindt zich de opnieuw vooruitspringende toegangspartij. Deze middenpartij heeft een met pannen gedekt schilddak met blauwgrijze pannen. Op de nok van dit dak een koggeschip, symbool voor Amsterdam, als windvaan. De overige daken zijn plat gedekt.
Aan weerszijden van het grote centrale bouwdeel sluit nogmaals een bouwdeel aan. Deze hebben eveneens twee bouwlagen, maar in totaliteit lager dan het centrale deel en ze zijn vijf traveeën breed. In tegenstelling tot het centrale deel, dat geheel in baksteen is uitgevoerd, hebben deze zijvleugels een stucafwerking binnen een omlijsting van baksteen. Doordat het gebouw op enige afstand van de rooilijn ligt, is voor het centrale deel een forse, gemetselde toegangspartij aangebracht met o.a. een trap, bordes, kleine pijlers waartussen een ijzeren hek en afsluitend muurwerk waarin forse pijlers. Het metselwerk van de gevels aan de voorzijde is hoofdzakelijk in staand verband uitgevoerd met rijke variatie in kleurnuances. Verder accenten in natuursteen en decoratief metselwerk.
De centrale toegangspartij bestaat uit een vooruitspringend portiek over twee bouwlagen. De eikenhouten cassettedeur heeft nog het oorspronkelijk hang- en sluitwerk. Hierboven een siersmeedijzeren hekwerk met de tekst "D'ARTZENIJHOFF" en het wapen van Amsterdam. Deze deurpartij is vanaf de straat gezien verborgen achter een in vakken verdeelde glazen pui. De centrale toegangspartij bestaat uit een vooruitspringend portiek over twee bouwlagen. Boven de toegang een gevelsteen met een reliëf van het laboratoriumgebouw. Hierboven een kruisvenster met vierruits gelede benedenlichten en zesruits gelede bovenlichten. Natuurstenen kruis en hoekstenen en gemetselde hanenkam. Het portiek is afgesloten met een natuurstenen fronton waarin de letters SPQA - Senatus Populusque Amstelodamensis- een grapje van Amsterdamse School architecten. (Zie ook brug 41 Amsterdam).
Spaarvelden als liseen met kapiteel en stadswapen in baksteen onder natuurstenen afdekking. De zijwanden van dit portiek bevatten een gemetselde nis. Aan de bovenzijde lancetvensters. Natuurstenen accenten op de hoeken en dekplaten op de gevelbeëindiging. Afgeronde hoeken en decoratief uitkragende baksteen.
Op beide hoeken van het bakstenen gebouw is een ruimte uitgespaard in de bovenlijst waarin de vlaggenstok is bevestigd met aan de zijkanten natuurstenen zuiltjes met weer de letters SPQA. In de rechter zijmuur van het bakstenen gebouw zijn vierkante natuurstenen reliëfs aangebracht met de letters 'HB 1912 HB' en hoog daarboven 'Hortus Botanicus' met waarschijnlijk het jaartal 1912 in Romijnse cijfers. Die zijn echter niet te zien door de klimop. In de linker zijmuur hebben de vierkante reliëfs de letters 'HM 1682 HM' en bovenin 'Hortus Medicus MDCLXXXII'. Het geheel staat op een natuurstenen plint. De vensters in de zijvleugels bevatten op de begane grond schuiframen met roedenverdeling, op de verdieping vensters met tuimelraam.
De achtergevel toont kruisvensters in gevarieerde vormen. Op de hoek een hoge taps toelopende schoorsteen met natuurstenen afdekking. Links en rechts een gepleisterde voorsprong van de aanbouwen. Cordonlijst en kroonlijst. Het middenpaviljoen heeft in het midden een segment vormige halfronde erker over twee bouwlagen, een eenvoudige toegangsdeur en vensters. Bovenzijde met gekoppelde laddervenster en witgeschilderd houten kozijnwerk.
Aan weerszijden van het grote centrale bouwdeel sluit nogmaals een bouwdeel aan. Deze hebben eveneens twee bouwlagen, maar in totaliteit lager dan het centrale deel en ze zijn vijf traveeën breed. In tegenstelling tot het centrale deel, dat geheel in baksteen is uitgevoerd, hebben deze zijvleugels een stucafwerking binnen een omlijsting van baksteen. Doordat het gebouw op enige afstand van de rooilijn ligt, is voor het centrale deel een forse, gemetselde toegangspartij aangebracht met o.a. een trap, bordes, kleine pijlers waartussen een ijzeren hek en afsluitend muurwerk waarin forse pijlers. Het metselwerk van de gevels aan de voorzijde is hoofdzakelijk in staand verband uitgevoerd met rijke variatie in kleurnuances. Verder accenten in natuursteen en decoratief metselwerk.
De centrale toegangspartij bestaat uit een vooruitspringend portiek over twee bouwlagen. De eikenhouten cassettedeur heeft nog het oorspronkelijk hang- en sluitwerk. Hierboven een siersmeedijzeren hekwerk met de tekst "D'ARTZENIJHOFF" en het wapen van Amsterdam. Deze deurpartij is vanaf de straat gezien verborgen achter een in vakken verdeelde glazen pui. De centrale toegangspartij bestaat uit een vooruitspringend portiek over twee bouwlagen. Boven de toegang een gevelsteen met een reliëf van het laboratoriumgebouw. Hierboven een kruisvenster met vierruits gelede benedenlichten en zesruits gelede bovenlichten. Natuurstenen kruis en hoekstenen en gemetselde hanenkam. Het portiek is afgesloten met een natuurstenen fronton waarin de letters SPQA - Senatus Populusque Amstelodamensis- een grapje van Amsterdamse School architecten. (Zie ook brug 41 Amsterdam).
Spaarvelden als liseen met kapiteel en stadswapen in baksteen onder natuurstenen afdekking. De zijwanden van dit portiek bevatten een gemetselde nis. Aan de bovenzijde lancetvensters. Natuurstenen accenten op de hoeken en dekplaten op de gevelbeëindiging. Afgeronde hoeken en decoratief uitkragende baksteen.
Op beide hoeken van het bakstenen gebouw is een ruimte uitgespaard in de bovenlijst waarin de vlaggenstok is bevestigd met aan de zijkanten natuurstenen zuiltjes met weer de letters SPQA. In de rechter zijmuur van het bakstenen gebouw zijn vierkante natuurstenen reliëfs aangebracht met de letters 'HB 1912 HB' en hoog daarboven 'Hortus Botanicus' met waarschijnlijk het jaartal 1912 in Romijnse cijfers. Die zijn echter niet te zien door de klimop. In de linker zijmuur hebben de vierkante reliëfs de letters 'HM 1682 HM' en bovenin 'Hortus Medicus MDCLXXXII'. Het geheel staat op een natuurstenen plint. De vensters in de zijvleugels bevatten op de begane grond schuiframen met roedenverdeling, op de verdieping vensters met tuimelraam.
De achtergevel toont kruisvensters in gevarieerde vormen. Op de hoek een hoge taps toelopende schoorsteen met natuurstenen afdekking. Links en rechts een gepleisterde voorsprong van de aanbouwen. Cordonlijst en kroonlijst. Het middenpaviljoen heeft in het midden een segment vormige halfronde erker over twee bouwlagen, een eenvoudige toegangsdeur en vensters. Bovenzijde met gekoppelde laddervenster en witgeschilderd houten kozijnwerk.
InterieurBelendende gebouwen en kleine laboratoria werden gemoderniseerd en bij het hoofdgebouw getrokken om de door Hugo de Vries nodig geachte lokaliteiten te verkrijgen. Deze waren: beneden een ruime collegezaal en een museumzaal. Op de eerste etage een bibliotheek, wat kleinere werkkamers en twee grote lokalen voor microscopie boven het museum. Op 13 januari 1915 vond de inwijding van het gebouw plaats. Daaraan herinnert nog de gedenkplaat in de hal. Vijfenzeventig jaar later, onder leiding van architectenbureau Van Stigt, waren weer bouwvakkers bezig met metselen, uitbreken en verbouwen. Dit leidt ertoe dat bijna 100% van de beschikbare ruimte wordt toegevoegd door het maken van entresols, de kappen te voorzien van grote dakkapellen en enkele verdiepte souterrains. De ruime entree en het trappenhuis blijven intact.
Recente ontwikkelingenOp voorspraak van prof. J. Heimans (zoon van Eli Heimans) kreeg in 1948 ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van Hugo de Vries het Botanisch Laboratorium zijn naam. In 1991, nadat het in 1990 werd gerenoveerd, werd bij de heropening van het gebouw en gelet op het feit dat veel natuur- en milieuorganisaties in het pand zijn gevestigd, besloten tot de naam Hugo de Vriescentrum. Om het gebouw beter bekend te maken is in 2014 besloten om het gebouw te positioneren onder de naam De Groene Plantage. Door zowel op de website als in het gebouw de geschiedenis en de verbondenheid met Hugo de Vries te benadrukken willen zij eer doen aan dit bijzondere gebouw en zijn eerste gebruiker. "De Groene Plantage" is een centrum voor natuur- en milieueducatie (NME) voor vergaderingen en ontmoetingen, huren van werkplekken en kantoorruimte.
Bronnen
Michiel Kruidenier en Paul Smeets, Joan Melchior van der Meij architect pionier van de Amsterdamse School.
Ik heb teksten op de websites van De Rijksdienst voor Monumentenzorg en De Groene Plantage gebruikt als basis voor mijn beschrijving.
Links
Ingezonden door Corrie Groen- Pickhard
Professionele of persoonlijke bandIedere keer als ik langs dit gebouw kwam dacht ik: Amsterdamse School. Maar de bouwstijl is rationalistisch, niet expressionistisch. En toch... Het is het eerste gebouw dat onder de naam van J.M. van der Meij gebouwd is in de periode dat hij al bezig was met het Scheepvaarthuis. Zo het dan geen Amsterdamse School is, lijkt dit een vingeroefening te zijn geweest.
Graag wil ik het bestuur en de medewerkers van de Van Dijk Nijkamp Stichting en De Groene Plantage bedanken voor de gelegenheid die zij mij boden het interieur te fotograferen.
Graag wil ik het bestuur en de medewerkers van de Van Dijk Nijkamp Stichting en De Groene Plantage bedanken voor de gelegenheid die zij mij boden het interieur te fotograferen.
Gerelateerde objecten