Details
Naam
Kloosterstraat 4, Winsum
Aantal afbeeldingen: 16
IntroductieOver de ontwerper van deze kleurrijke woning bestond lange tijd onduidelijkheid.
AdresKloosterstraat 4
Postcode(s)9951 CE
PlaatsWinsum
LandNederland
Datum1933 - 1934
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
Opdrachtgever Jan van der Laan
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieVilla of geschakelde villawoning
Huidige functieVilla of geschakelde villawoning
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
AchtergrondOntwerper van dit huis en eerste bewoner, was Jan van der Laan, geboren op 22 januari 1904 in Winsum. Van der Laan was accountant en helemaal geen architect. Hij ontwierp het huis dan ook samen met 'bouwmeester Postema', wiens naam wordt vermeld op de aanvraag.
Van der Laan was de tweede zoon van Berend van der Laan, turfschipper uit de Havenstraat. Jan werd bankbediende bij de N.V. D.J. Huizinga's Bank aan de Stationsweg. Later begon hij een eigen accountantskantoor aan huis in de Kloosterstraat en werd daarbij tevens kassier van de Boerenleenbank. Jan van der Laan trouwde op 18 december 1929 met Maria Vos uit Grijpskerk. Het echtpaar kreeg twee zoons. Tijdens de oorlog was Jan lid van een sabotageploeg (K.P. Winsum), die onder Duitse verdenking komt te staan als een van de onderduikers van boer Dijkstra aan de Onderdendamsterweg op 6 februari 1945 door een noodlottig schot om het leven komt en een tweede onderduiker gewond wordt meegenomen voor ondervraging door de SD. Van der Laan werd samen met 12 andere Winsumers opgepakt en via Groningen naar het concentratiekamp Kdo. Sandbostel/Neuengamme vervoerd, waar hij tussen 15 en 18 april 1945 door uitputting en ziekte overleed. Zijn naam wordt vermeld op het bevrijdingsmonument in Winsum.
Van der Laan diende op 26 oktober 1933 een plan voor de bouw van zijn woonhuis in bij de gemeente Winsum. De Adviescommissie voor Bouwontwerpen en Uitbreidingsplannen in de Provincie Groningen gaf op 7 november 1933 advies aan de burgemeester en wethouders. Hieruit blijkt dat men niet gecharmeerd was van het ontwerp. Onder meer valt te lezen: "Het geheel was van slechte proportie, hetgeen voornamelijk te wijten was aan de boven de voorkamer vierkant uitgebouwde, plat afgedekte slaapkamer, waardoor vooral de rechter zijgevel zeer onbevredigend werkte. Verder moeten wij bedenkingen maken tegen den uitbouw bij het kantoortje (voorgevel) en de onsymmetrische hoofdingangpartij (linker zijgevel)."
De commissie had haar opmerkingen (lees: aanpassingen) in een schetstekening verwerkt, die bij het advies was gevoegd. Het meest opvallende aan deze tekeningen is het voorstel een gebroken kap aan te brengen. Van der Laan gaf zich niet zomaar gewonnen. In een brief van drieënhalf kantjes, geschreven op 1 december 1933 in Den Bosch, gaf hij aan: "Wat betreft het ontwerp, ben ik van geheel andere gedachtegang als de commissie. Bij het opzetten van het plan ben ik begonnen de noodzakelijke ruimten, welke voor den bouw noodig waren, op de meest voordelige wijze, met een sierlijke mantel te omkleeden. Doch moest ik vooral rekening houden met een bescheiden beurs. Voor het omkleeden dezer ruimten had ik geen gebroken kap noodig. Bij gebruik maken van een gebroken kap, was het vierkant optrekken met metselwerk niet noodig geweest. Een veel betere oplossing was dan direct gevonden door gebruik maken van dakkapels. Daar nu m.i. één kap met vlakke dakschilden, een laag en flink voorspringende goot zeer mooi is, is dit systeem door mij zoo ver mogelijk doorgevoerd. Daar ik de noodzakelijke ruimten onder deze kap niet behoorlijk kon bergen, werd een der slaapkamers vierkant opgetrokken. m.i. werkt dit op het exterieur in het geheel niet storend. En daar we boven de slaapkamer geen ruimte meer noodig hadden, was het zeer logisch deze ruimte op de meest goedkoope wijze af te sluiten, dus door een plat. (…) Zoals de commissie de schoorsteen van de voorgevel heeft uit laten komen, is m.i. zeer smakeloos. Daar er hier in het geheel geen wet of regel voor bestaat, blijft het aesthetisch inzicht geheel persoonlijk, hetwelk ik in mijn ontwerp in de meest eenvoudige zin heb weergegeven. Mijn ontwerp draagt een individueel karakter."
Het was duidelijk dat Van der Laan zijn ontwerp niet zomaar wilde aanpassen. De gemeente besefte blijkbaar dat verder verzet zinloos was, want reeds op 4 december 1933 werd de vergunning tot het bouwen van een woonhuis verleend, geheel volgens het ontwerp van Van der Laan.
Over de ontwerper van dit pand is in de loop der jaren veel onduidelijk geweest. De uitgave 'Pronkjuwelen van baksteen' noemt het een schepping van de "Leidse architect Johannes Antonius (Jan) van der Laan". Dit was de oudere broer van de architecten Dom Hans van der Laan en Nico van der Laan, grondleggers van de Bossche School en architect van ziekenhuizen, warenhuizen (V&D Leiden) en kerken. Als zodanig was het opmerkelijk, maar niet onmogelijk, dat hij in Winsum een woonhuis zou hebben ontworpen. Het eerder uitgegeven boekje 'Versteende Welvaart' vermeldde nog zijn broer Nico van der Laan als architect. Dat was echter helemaal geen voor de hand liggende keuze gezien het strakke karakter van zijn ontwerpen.
Van der Laan was de tweede zoon van Berend van der Laan, turfschipper uit de Havenstraat. Jan werd bankbediende bij de N.V. D.J. Huizinga's Bank aan de Stationsweg. Later begon hij een eigen accountantskantoor aan huis in de Kloosterstraat en werd daarbij tevens kassier van de Boerenleenbank. Jan van der Laan trouwde op 18 december 1929 met Maria Vos uit Grijpskerk. Het echtpaar kreeg twee zoons. Tijdens de oorlog was Jan lid van een sabotageploeg (K.P. Winsum), die onder Duitse verdenking komt te staan als een van de onderduikers van boer Dijkstra aan de Onderdendamsterweg op 6 februari 1945 door een noodlottig schot om het leven komt en een tweede onderduiker gewond wordt meegenomen voor ondervraging door de SD. Van der Laan werd samen met 12 andere Winsumers opgepakt en via Groningen naar het concentratiekamp Kdo. Sandbostel/Neuengamme vervoerd, waar hij tussen 15 en 18 april 1945 door uitputting en ziekte overleed. Zijn naam wordt vermeld op het bevrijdingsmonument in Winsum.
Van der Laan diende op 26 oktober 1933 een plan voor de bouw van zijn woonhuis in bij de gemeente Winsum. De Adviescommissie voor Bouwontwerpen en Uitbreidingsplannen in de Provincie Groningen gaf op 7 november 1933 advies aan de burgemeester en wethouders. Hieruit blijkt dat men niet gecharmeerd was van het ontwerp. Onder meer valt te lezen: "Het geheel was van slechte proportie, hetgeen voornamelijk te wijten was aan de boven de voorkamer vierkant uitgebouwde, plat afgedekte slaapkamer, waardoor vooral de rechter zijgevel zeer onbevredigend werkte. Verder moeten wij bedenkingen maken tegen den uitbouw bij het kantoortje (voorgevel) en de onsymmetrische hoofdingangpartij (linker zijgevel)."
De commissie had haar opmerkingen (lees: aanpassingen) in een schetstekening verwerkt, die bij het advies was gevoegd. Het meest opvallende aan deze tekeningen is het voorstel een gebroken kap aan te brengen. Van der Laan gaf zich niet zomaar gewonnen. In een brief van drieënhalf kantjes, geschreven op 1 december 1933 in Den Bosch, gaf hij aan: "Wat betreft het ontwerp, ben ik van geheel andere gedachtegang als de commissie. Bij het opzetten van het plan ben ik begonnen de noodzakelijke ruimten, welke voor den bouw noodig waren, op de meest voordelige wijze, met een sierlijke mantel te omkleeden. Doch moest ik vooral rekening houden met een bescheiden beurs. Voor het omkleeden dezer ruimten had ik geen gebroken kap noodig. Bij gebruik maken van een gebroken kap, was het vierkant optrekken met metselwerk niet noodig geweest. Een veel betere oplossing was dan direct gevonden door gebruik maken van dakkapels. Daar nu m.i. één kap met vlakke dakschilden, een laag en flink voorspringende goot zeer mooi is, is dit systeem door mij zoo ver mogelijk doorgevoerd. Daar ik de noodzakelijke ruimten onder deze kap niet behoorlijk kon bergen, werd een der slaapkamers vierkant opgetrokken. m.i. werkt dit op het exterieur in het geheel niet storend. En daar we boven de slaapkamer geen ruimte meer noodig hadden, was het zeer logisch deze ruimte op de meest goedkoope wijze af te sluiten, dus door een plat. (…) Zoals de commissie de schoorsteen van de voorgevel heeft uit laten komen, is m.i. zeer smakeloos. Daar er hier in het geheel geen wet of regel voor bestaat, blijft het aesthetisch inzicht geheel persoonlijk, hetwelk ik in mijn ontwerp in de meest eenvoudige zin heb weergegeven. Mijn ontwerp draagt een individueel karakter."
Het was duidelijk dat Van der Laan zijn ontwerp niet zomaar wilde aanpassen. De gemeente besefte blijkbaar dat verder verzet zinloos was, want reeds op 4 december 1933 werd de vergunning tot het bouwen van een woonhuis verleend, geheel volgens het ontwerp van Van der Laan.
Over de ontwerper van dit pand is in de loop der jaren veel onduidelijk geweest. De uitgave 'Pronkjuwelen van baksteen' noemt het een schepping van de "Leidse architect Johannes Antonius (Jan) van der Laan". Dit was de oudere broer van de architecten Dom Hans van der Laan en Nico van der Laan, grondleggers van de Bossche School en architect van ziekenhuizen, warenhuizen (V&D Leiden) en kerken. Als zodanig was het opmerkelijk, maar niet onmogelijk, dat hij in Winsum een woonhuis zou hebben ontworpen. Het eerder uitgegeven boekje 'Versteende Welvaart' vermeldde nog zijn broer Nico van der Laan als architect. Dat was echter helemaal geen voor de hand liggende keuze gezien het strakke karakter van zijn ontwerpen.
BeschrijvingDe Kloosterstraat in Winsum is een straat in een uitbreidingswijk uit begin dertiger jaren, op een steenworp afstand van het centrum van het dorp. Vele huizen hebben één of meerdere stijlkenmerken van de Amsterdamse School, meer in het bijzonder de Groninger variant daarvan.
Van de vele fraaie huizen uit het interbellum in Winsum is Kloosterstraat 4 samen met de villa van Egbert Reitsma (Stationsweg 18) beslist het opvallendste en kleurrijkste. Vanwege zijn gele, blauwe en rode accenten in combinatie met merendeels rode baksteen, verschillende metselverbanden en de karakteristieke vorm, werd het pand in de volksmond 'Klein Berlage' genoemd. Het had misschien ook 'Klein Reitsma' genoemd kunnen worden, naar de eveneens kleurrijke villa van Reitsma.
Van de vele fraaie huizen uit het interbellum in Winsum is Kloosterstraat 4 samen met de villa van Egbert Reitsma (Stationsweg 18) beslist het opvallendste en kleurrijkste. Vanwege zijn gele, blauwe en rode accenten in combinatie met merendeels rode baksteen, verschillende metselverbanden en de karakteristieke vorm, werd het pand in de volksmond 'Klein Berlage' genoemd. Het had misschien ook 'Klein Reitsma' genoemd kunnen worden, naar de eveneens kleurrijke villa van Reitsma.
Recente ontwikkelingenDe huidige bewoner van het huis, Egbert Kruidhof, heeft zo veel mogelijk informatie over de eerste bewoner en ontwerper van het huis verzameld. In mei 2018 deed hij mee aan Open Joodse Huizen in het kader van de verzetsactiviteiten van Van der Laan.
Bronnen
Archief Gemeente Winsum
Informatie van Egbert Kruidhof, Winsum
Anja Reenders, Versteende Welvaart. Amsterdamse School op het Groninger Hoogeland (Uitgeverij Noordboek 2007).
Norma van der Horst, Pronkjuwelen van baksteen. Amsterdamse School in Groningen (Uitgeverij boekwerk & partners 2017).
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandBijdrage aangemaakt in 2017. Op dat moment stonden er nog geen gebouwen uit Winsum op de website. Dit kleurrijke pand leek mij een uitstekende kandidaat om de rij te openen.
Aangepast in juli 2019 met gegevens over de eerste bewoner/architect, waarover veel onduidelijkheid bestond. Met dank aan Egbert Kruidhof en Harco vM via Twitter.
Aangepast in juli 2019 met gegevens over de eerste bewoner/architect, waarover veel onduidelijkheid bestond. Met dank aan Egbert Kruidhof en Harco vM via Twitter.
Gerelateerde objecten