Details
Naam
Woningbouwcomplex "Goed Wonen", Hoorn
Aantal afbeeldingen: 7
IntroductieDit woningbouwcomplex van 'Goed Wonen' in Hoorn heeft vooral zeer in het oog springende houten pilaren. Maar is dit complex Amsterdamse School met een landelijke uitstraling, of woningbouw in landelijke stijl met Amsterdamse School accenten?
AdresDrieboomlaan 202- 280, Liornestraat 2-12 en 13-23
Postcode(s)1624 BS
PlaatsHoorn
LandNederland
Vervaardiger Zeeger Gulden (Architect)
Melle Geldmaker (Architect)
Melle Geldmaker (Architect)
Datum1920 - 1921
Huidige staatDeels of volledig gerestaureerd
OpdrachtgeverCoöperatieve Woningbouwvereniging "Goed Wonen"
Oorspronkelijke functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Huidige functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Type objectGemeentelijk monument, Blok
AchtergrondIn 1918 heeft de Coöperatieve Woningbouwvereniging “Goed Wonen” de Amsterdamse architecten Gulden en Geldmaker opdracht gegeven een ontwerp te maken. Het is in de jaren 1920-1921 gerealiseerd.
BeschrijvingWoningbouwcomplex “Goed Wonen” aan de Drieboomlaan 202- 280 en de Liornestraat 2- 12 en 13- 23 in Hoorn bestaat uit zes blokken. In totaal omvat het complex 40 arbeiderswoningen. Het grootste blok bestaat uit twaalf woningen die liggen aan een U-vormig hof.
De woningen hebben duidelijke Amsterdamse School-kenmerken, zoals een verticaal gemetselde plint van twee en een halve strekzijde hoog, afgewerkt met een rij bakstenen met de kopse kant naar voren. Het meest in het oog springend zijn de wit houten pilaren met expressief okerkleurig houtsnijwerk en de groene deuren met zes boven elkaar geplaatste raampjes afgewerkt met rode halfronde, opliggende roeden en zijkanten als een ladder. De pilaren “ondersteunen” de gevelrand van de ondiepe portieken, die nog verfraaid zijn met een wit houten plafond dat aan de gevel zes stenen breed is en versierd is met een okerkleurige streep die in een vierkante “krul” eindigt. De overgang tussen stenen en hout is afgewerkt met een geschulpte rand lood die eveneens wit geschilderd is. Daar waar de gevel vanaf de rooilijn schuin het portiek ingaat zijn de bakstenen in een muizentrap gemetseld.
De woningen hebben twee woonlagen. Een op de begane grond en de tweede onder het gebroken zadeldak.
De huizen aan het hof hebben een zadeldak met in het middelpunt van de gevelrij, over twee woningen verdeeld een half schilddak, als een “boerinnenmutsje”. Boven de zijmuren een kleine schilddak afschuining. Ook aan de rooilijn van de Drieboomlaan zijn middenwoningen die onder een “boerinnenmutsje” vallen. Zij hebben geen portiek en geen pilaar met houtsnijwerk. De deuren aan het hof hebben geen portieken.
In de zijmuren zijn ter hoogte van de verdieping versieringen d.m.v. bakstenen richels gemetseld. In het originele ontwerp hadden de ramen een roedeverdeling die bij de renovatie in 1981 verwijderd is.
De woningen hebben duidelijke Amsterdamse School-kenmerken, zoals een verticaal gemetselde plint van twee en een halve strekzijde hoog, afgewerkt met een rij bakstenen met de kopse kant naar voren. Het meest in het oog springend zijn de wit houten pilaren met expressief okerkleurig houtsnijwerk en de groene deuren met zes boven elkaar geplaatste raampjes afgewerkt met rode halfronde, opliggende roeden en zijkanten als een ladder. De pilaren “ondersteunen” de gevelrand van de ondiepe portieken, die nog verfraaid zijn met een wit houten plafond dat aan de gevel zes stenen breed is en versierd is met een okerkleurige streep die in een vierkante “krul” eindigt. De overgang tussen stenen en hout is afgewerkt met een geschulpte rand lood die eveneens wit geschilderd is. Daar waar de gevel vanaf de rooilijn schuin het portiek ingaat zijn de bakstenen in een muizentrap gemetseld.
De woningen hebben twee woonlagen. Een op de begane grond en de tweede onder het gebroken zadeldak.
De huizen aan het hof hebben een zadeldak met in het middelpunt van de gevelrij, over twee woningen verdeeld een half schilddak, als een “boerinnenmutsje”. Boven de zijmuren een kleine schilddak afschuining. Ook aan de rooilijn van de Drieboomlaan zijn middenwoningen die onder een “boerinnenmutsje” vallen. Zij hebben geen portiek en geen pilaar met houtsnijwerk. De deuren aan het hof hebben geen portieken.
In de zijmuren zijn ter hoogte van de verdieping versieringen d.m.v. bakstenen richels gemetseld. In het originele ontwerp hadden de ramen een roedeverdeling die bij de renovatie in 1981 verwijderd is.
Recente ontwikkelingenIn 1981 zijn de woningen gerenoveerd en in 1999 heeft een "na- restauratie" plaatsgevonden, waarbij de gevels zijn gevoegd en gereinigd. Houten onderdelen zijn vernieuwd, het dak is geïsoleerd en voorzien van nieuwe pannen. Het complex is teruggebracht in de oorspronkelijke kleurstelling.
Ingezonden door Corrie Groen- Pickhard
Professionele of persoonlijke bandDit complex wil ik toevoegen omdat het uit de beginperiode van de Amsterdamse School (de ontwerpopdracht is uit 1918) stamt. De pilaren met houtsnijwerk vind ik heel opvallend, helemaal omdat ze ter versiering van eigenlijk heel eenvoudige woningen zijn gemaakt. Dus echt om het leven van de arbeiders een beetje mooier en vrolijker te maken.
Gerelateerde objecten