Details
Naam
Hoek Nassaukade / Tweede Helmersstraat, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 31
IntroductieComplex met woningen en winkels naar ontwerp van Theo Lammers, dat oorspronkelijk een stuk imposanter oogde.
AdresNassaukade 378-382, Tweede Helmersstraat 1-15
Postcode(s)1054 CA
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Theo Lammers (Architect)
Datum1924 - 1925
Huidige staatGerealiseerd
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / winkels
Type objectBlok
AchtergrondOp de hoek van de Nassaukade en de Tweede Helmersstraat was vroeger de lakfabriek van de firma Van Son gevestigd. Uit krantenberichten blijkt het terrein in 1924 in handen te zijn van het Amsterdamse departement van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die er vanaf wilde. Uiteindelijk is hier dus later dat jaar begonnen met de bouw van het huidige blok met woningen en winkelpanden van de hand van architect Lammers.
BeschrijvingDit is voor de oplettende kijker een bijzonder fraai blok op de scherpe hoek van de Nassaukade en de Tweede Helmersstraat. Wie op oude foto's ziet hoeveel fraaier het ooit was, kan niet anders dan een potje flink boos worden. De hoekgevel was een stuk hoger, voorzien van verspringende baksteenrijen en twee vlaggenmasten, en liep licht golvend naar beeldbepalende schoorstenen. De rest van het blok oogt gelukkig nog zo veel mogelijk in originele staat, maar die fraaie hoek is afgetopt: letterlijk een kopje kleiner gemaakt. Het wanneer en waarom maakt een bezoek aan het stadsdeel hopelijk een keer duidelijk.
Architect Theo Lammers heeft voor dit blok, waar vreemd genoeg weinig bekend over is, een opvallende hoekoplossing gecreëerd met ramen in de 'botte' hoek, met in de gevels hiernaast ruitvormige raampjes in driehoekige houten lijsten met getrapt metselwerk. Het metselwerk op de 'botte kant' heeft naar buiten verspringende rijen. Deze vinden we ook op de opvallende concave geveldelen, die beginnen bij de Haagse paraboolboge portieken met en doorlopen tot aan de dakrand (en in de verte doen denken aan Cornelis Kruyswijk in de Rivierenbuurt en West. Vierkante vlakken met sierlijk metselwerk flankeren enkele ramen op de eerste verdieping. De plint is in Beiers graniet uitgevoerd waarbij op twee plekken duidelijk is dat de nummering op de Nassaukade vroeger anders was (4004-444). Dit materiaal is ook elders in de gevel te vinden, zoals onder de kleine uitstekende erkertjes en de plek waar vroeger de torentjes boven het blok uitstaken.
Prof Ir J.G. Wattjes besprak het blok in Bouwbedrijf van 20 juli 1928 in tamelijk lovende woorden: "Het terrein waarop deze bebouwing is tot stand gekomen was een der weinige open punten in dàt gedeelte van Amsterdam, onmiddellijk buiten de voormalige Buitensingelgracht gelegen, dat men reeds bijna als "Oude Stad" gaat beschouwen. De scherpe hoek van het terrein, nauwelijks meer dan 55", gaf in de platte gronden vrij groote moeilijkheden. Een voordeel van dit terrein echter was de mogelijkheid van een zeer groote bebouwde oppervlakte. Hierdoor toch was het eerst mogelijk op dezen - vrij duren - grond een rendabele bebouwing te verkrijgen.
De voorgevel is tot aan de eerste verdieping opgetrokken in Beiersch graniet en daarboven van Waalsteen. De architectuur is in hoofdzaak zeer sober gehouden van geheel en onderdeelen en zorgvuldig gevormde details. De hoekpartij is als hoofdmoment van de architectuur behandeld. Wij hebben hier een goed voorbeeld van architectuur voor een dergelijk met commercieel oogmerk gebouwd blok. Bij den geheelen opzet van een dergelijk bouwblok is de exploitatie uitgangspunts en daarom een der hoofdzaken. De eischen van doelmatige winkel- en woninginrichting vloeien uit dit commercieel uitgangspunt voort. Het spreekt vanzelf dat de nauwgezette en vakkundige architect deze eischen niet alleen in verband met de exploitatiemogelijkheden zal bezien. Eenvoudige zakelijke architectuur, zoo opgezet en zoo gedetailleerd, dat niet slechts de aanlegkosten, doch ook de onderhoudskosten niet hooger zijn dan noodig is, is voor dit soort werk eerste eisch. Meestal wordt die eisch in werkelijkheid veel beter gediend indien men hem nuchter aanvaardt, dan wanneer men er enthousiast een architectonisch principe van maakt, waarvan men als eenig redmiddel de komst eener toekomstige architectuur hoopt. De architect heeft zich klaarblijkelijk op dit eerst bedoelde standpunt geplaatst en heeft, hoewel practisch den eisch van soberheid en zakelijkheid aanvaardend, daarvan toch volstrekt geen stokpaardje gemaakt. Daardoor is nergens in de architectuur de harde noodzakelijkheid van spaarzaamheid en zuinigheid doctrinair en demonstratief naar voren gekomen."
Architect Theo Lammers heeft voor dit blok, waar vreemd genoeg weinig bekend over is, een opvallende hoekoplossing gecreëerd met ramen in de 'botte' hoek, met in de gevels hiernaast ruitvormige raampjes in driehoekige houten lijsten met getrapt metselwerk. Het metselwerk op de 'botte kant' heeft naar buiten verspringende rijen. Deze vinden we ook op de opvallende concave geveldelen, die beginnen bij de Haagse paraboolboge portieken met en doorlopen tot aan de dakrand (en in de verte doen denken aan Cornelis Kruyswijk in de Rivierenbuurt en West. Vierkante vlakken met sierlijk metselwerk flankeren enkele ramen op de eerste verdieping. De plint is in Beiers graniet uitgevoerd waarbij op twee plekken duidelijk is dat de nummering op de Nassaukade vroeger anders was (4004-444). Dit materiaal is ook elders in de gevel te vinden, zoals onder de kleine uitstekende erkertjes en de plek waar vroeger de torentjes boven het blok uitstaken.
Prof Ir J.G. Wattjes besprak het blok in Bouwbedrijf van 20 juli 1928 in tamelijk lovende woorden: "Het terrein waarop deze bebouwing is tot stand gekomen was een der weinige open punten in dàt gedeelte van Amsterdam, onmiddellijk buiten de voormalige Buitensingelgracht gelegen, dat men reeds bijna als "Oude Stad" gaat beschouwen. De scherpe hoek van het terrein, nauwelijks meer dan 55", gaf in de platte gronden vrij groote moeilijkheden. Een voordeel van dit terrein echter was de mogelijkheid van een zeer groote bebouwde oppervlakte. Hierdoor toch was het eerst mogelijk op dezen - vrij duren - grond een rendabele bebouwing te verkrijgen.
De voorgevel is tot aan de eerste verdieping opgetrokken in Beiersch graniet en daarboven van Waalsteen. De architectuur is in hoofdzaak zeer sober gehouden van geheel en onderdeelen en zorgvuldig gevormde details. De hoekpartij is als hoofdmoment van de architectuur behandeld. Wij hebben hier een goed voorbeeld van architectuur voor een dergelijk met commercieel oogmerk gebouwd blok. Bij den geheelen opzet van een dergelijk bouwblok is de exploitatie uitgangspunts en daarom een der hoofdzaken. De eischen van doelmatige winkel- en woninginrichting vloeien uit dit commercieel uitgangspunt voort. Het spreekt vanzelf dat de nauwgezette en vakkundige architect deze eischen niet alleen in verband met de exploitatiemogelijkheden zal bezien. Eenvoudige zakelijke architectuur, zoo opgezet en zoo gedetailleerd, dat niet slechts de aanlegkosten, doch ook de onderhoudskosten niet hooger zijn dan noodig is, is voor dit soort werk eerste eisch. Meestal wordt die eisch in werkelijkheid veel beter gediend indien men hem nuchter aanvaardt, dan wanneer men er enthousiast een architectonisch principe van maakt, waarvan men als eenig redmiddel de komst eener toekomstige architectuur hoopt. De architect heeft zich klaarblijkelijk op dit eerst bedoelde standpunt geplaatst en heeft, hoewel practisch den eisch van soberheid en zakelijkheid aanvaardend, daarvan toch volstrekt geen stokpaardje gemaakt. Daardoor is nergens in de architectuur de harde noodzakelijkheid van spaarzaamheid en zuinigheid doctrinair en demonstratief naar voren gekomen."
InterieurHet blok vanaf de eerste verdieping ziet er - kleurverschil tussen geveldelen daargelaten - redelijk onderhouden uit, hoewel het jammer is dat her en der kozijnen vervangen zijn door kunststof exemplaren. Het is op de begane grond met z'n winkelpuien dat er veel aangepast en veranderd is; het natuursteen is op enkele plekken overschilderd, beplakt met siersteentjes of gaat nu schuil achter reclameborden.
Bronnen
J.G. Wattjes, 'Blok winkelhuizen met bovenwoningen aan de Nassaukade hoek Helmersstraat te Amsterdam, arch. Th.J. Lammers'. In: Bouwbedrijf, 20 juli 1928, blz 302-303.
Links
Ingezonden door Marcel Westhoff
Professionele of persoonlijke bandEen vrij onbekende 'head-turner' dit. Kun je nagaan wat voor indruk het vroeger gemaakt moet hebben.
Gerelateerde objecten