Details
Naam
Apollolaan 25-63, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 36
IntroductieKolossaal maar fijn pand.
AdresApollolaan 25-63, Bachstraat 1, Gerrit van der Veenstraat 2
Postcode(s)1077 AD
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Jan Boterenbrood (Architect)
Datum1928 - 1929
Huidige staatGerealiseerd
OpdrachtgeverJ.B. Sellmeyer & Zn
N.V. Bouwmij 'De Vier'
N.V. Bouwmij 'De Vier'
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer1019216
AchtergrondDe jong gestorven Boterenbrood wordt beschouwd als een van de eersten uit de ‘tweede generatie’ van de Amsterdamse School. Het expressionisme van de eerste generatie is in het werk van de tweede generatie verdwenen en vervangen door een ingetogener, maar ook wat zelfstandiger en rijper gebruik van vormen.
In zekere zin was de ‘tweede generatie’ de meest succesvolle. De Amsterdamse School was alom aanvaard, om niet te zeggen dat ze de touwtjes stevig in handen had. Het bestuur van de belangrijke beroepsvereniging Architectura et Amicitia bestond volledig uit aanhangers van de stroming, het tijdschrift Wendingen genoot internationaal aanzien, en de Amsterdamse School vierde ook in andere steden triomfen – met als hoogtepunt De Bijenkorf in Den Haag van Kramer.
Huize Lydia wordt beschouwd als beste voorbeeld van het bouwen door de tweede generatie van de Amsterdamse School. Het lijdt geen twijfel dat dit in het bescheiden oeuvre van Jan Boterenbrood het belangrijkste werk is. Interessant is het om daarom ook andere werken van hem tegen te komen, zoals dit in 1928-1929 gerealiseerde blok met dertig etagewoningen aan de Apollolaan, dat geheel bestaat uit appartementen en twee min of meer identieke zijgevels met puntgevels heeft aan de Bachstraat en de Gerrit van der Veenstraat (de vroegere Euterpestraat). Apollolaan 25-35 en Gerrit van der Veenstraat 2 zijn gebouwd in opdracht van N.V. Bouwmij. 'De Vier'; de overige huisnummers in opdracht van N.V. Sellmeyer's Bouwmij. Tussen de nummers 39 en 41 bevindt zich een herdenkingssteen met de tekst "gebouwd door J.B. Sellmeijer & Zn anno 1928-1929 arch. J. Boterenbrood." De constructeur was N.Ch. Dekker.
In zekere zin was de ‘tweede generatie’ de meest succesvolle. De Amsterdamse School was alom aanvaard, om niet te zeggen dat ze de touwtjes stevig in handen had. Het bestuur van de belangrijke beroepsvereniging Architectura et Amicitia bestond volledig uit aanhangers van de stroming, het tijdschrift Wendingen genoot internationaal aanzien, en de Amsterdamse School vierde ook in andere steden triomfen – met als hoogtepunt De Bijenkorf in Den Haag van Kramer.
Huize Lydia wordt beschouwd als beste voorbeeld van het bouwen door de tweede generatie van de Amsterdamse School. Het lijdt geen twijfel dat dit in het bescheiden oeuvre van Jan Boterenbrood het belangrijkste werk is. Interessant is het om daarom ook andere werken van hem tegen te komen, zoals dit in 1928-1929 gerealiseerde blok met dertig etagewoningen aan de Apollolaan, dat geheel bestaat uit appartementen en twee min of meer identieke zijgevels met puntgevels heeft aan de Bachstraat en de Gerrit van der Veenstraat (de vroegere Euterpestraat). Apollolaan 25-35 en Gerrit van der Veenstraat 2 zijn gebouwd in opdracht van N.V. Bouwmij. 'De Vier'; de overige huisnummers in opdracht van N.V. Sellmeyer's Bouwmij. Tussen de nummers 39 en 41 bevindt zich een herdenkingssteen met de tekst "gebouwd door J.B. Sellmeijer & Zn anno 1928-1929 arch. J. Boterenbrood." De constructeur was N.Ch. Dekker.
BeschrijvingBoterenbrood ontwierp een kolossaal pand waarin zijn fragmentarische stijl goed tot zijn recht komt. De bouwmassa voegt zich vanzelfsprekend in de bocht van de Apollolaan. De opeenvolging van muurvlakken, vensterritmes, arcades, erkers en dakvormen maakt deze bakstenen kolos haast lichtvoetig. De gevels lijken haast gecomponeerd waarbij gezocht is naar afwisseling en speelsheid zonder dat het totaalbeeld chaotisch werd. De uitbundige ornamenten van de eerste generatie Amsterdamse School-architecten zijn verdwenen, maar de nadruk op vormen en volumes is gebleven.
Ook zien we het voor de Amsterdamse School kenmerkende ‘horizontalisme’, bijvoorbeeld in de ramen, die breder zijn dan de hoogte. We zien avontuurlijk uitgebouwde erkers, de gevel heeft een kromming, er is glas in lood, er is sprake van expressief gemetselde gele baksteen, bijzondere houten en natuurstenen versieringen, aparte voordeuren, grote stenen bollen op borstweringen en naast voordeuren. Aan balkons is ook nog fraai gietijzer te vinden.
Ook zien we het voor de Amsterdamse School kenmerkende ‘horizontalisme’, bijvoorbeeld in de ramen, die breder zijn dan de hoogte. We zien avontuurlijk uitgebouwde erkers, de gevel heeft een kromming, er is glas in lood, er is sprake van expressief gemetselde gele baksteen, bijzondere houten en natuurstenen versieringen, aparte voordeuren, grote stenen bollen op borstweringen en naast voordeuren. Aan balkons is ook nog fraai gietijzer te vinden.
InterieurEr is in ieder geval glas in lood aanwezig in sommige erkers en in trappenhuizen; dit is namelijk van buiten zichtbaar.
Recente ontwikkelingenHoewel het blok goed onderhouden is, is aan de gevel te zien dat het in handen van meerdere verenigingen is. Delen van de gevel zijn schoongemaakt, andere niet. Dit geeft op sommige plaatsen een merkwaardig en onbedoeld effect.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandNaast Huize Lydia is dit waarschijnlijk het mooiste werk van Boterenbrood. Het geeft zijn schoonheid pas prijs als je de tijd neemt om naar de details te kijken. In de herfst en winter is het geheel het best te bewonderen, in de zomer maken bomen het moeilijk om overzicht te krijgen.
Gerelateerde objecten