Details
Naam
Banstraat-Nic. Maesstraat-F. van Mierisstraat, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 20
IntroductieEen buitenbeentje dat toch raakvlakken heeft met de Amsterdamse School. Het past prima in het ensemble gebouwen in de omgeving. Maar als je door je ooghoeken overal weer de ladderramen probeert te zien wordt het beeld een stuk sterker. Een uitdaging voor ACW De Samenwerking!
AdresBanstraat 31-33, Nicolaas Maesstraat 137-145, Frans van Mierisstraat 130-136
Postcode(s)1071 JW
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger D.F. Slothouwer (Architect)
Datum1921 - 1923
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverACW Samenwerking
Huidige eigenaarACW Samenwerking
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectGeen beschermde status, Blok
AchtergrondIn dezelfde periode dat Rochdale La Croix inschakelde voor een woningwetcomplex in de Kinkerbuurt (Bellamystraat) en Eigen Haard De Klerk, was ook ACW Samenwerking op zoek naar architecten voor enkele nieuwe blokken. Uit een door het bestuur samengestelde lijst met daarop Lippits, Van Epen, Staal, Gratama, De Klerk en Versteeg koos de bouwcommissie Lippits, Van Epen en De Klerk. Uiteindelijk werd alleen Van Epens ontwerp gebouwd (Harmoniehof). De bouw van duurdere woningen die De Klerk moest ontwerpen bleek onhaalbaar te zijn en Lippits kreeg ruzie met het bestuur en werd ontslagen. Slothouwer, die niet op het lijstje stond, werd aangesteld als vervanger van Lippits. Dat was een opvallende keus, want Slothouwer had, hoewel hij in 1910 de Prix de Rome had gewonnen, nog niet veel gebouwd en was bovendien geen prominent lid van Arti et Amicitiae. Hieruit blijkt dat Amsterdamse School-architectuur rond 1919 voor woningbouwcorporaties geen vanzelfsprekende keus was. De bouwcommissie was dan ook tevreden met het ontwerp van Slothouwer, dat door Vladimir Stissi in zijn boek Amsterdam, mekka van de volkshuisvesting als "stilistisch onbestemd" wordt gekwalificeerd.
Stissi vindt dat het ontwerp van Slothouwer vooral opvalt door de hoekoplossingen met cilindrische erkers en een hoge opbouw. Hij schrijft: "Felgekleurde baksteen en uitgebouwde ramen geven de verder vlakke en strakke gevels nog een eigen gezicht". De Bossche architect H.W. Valk, een leerling van vader en zoon Cupyers, stelde "wel mis ik eenigermate het middenstands woning karakter. Het rhytme is minder mooi, terwijl de verdeling van den korte gevel in drie gelijke deelen, ook in de hoogte, minder interessant maakt. Van den langen gevel lijken mij de groepen te groot van schaal. De verhooging van de hoeken is m.i. moeilijk te verdedigen". Mieras, de wat moderner georiënteerde criticus van Bouwkundig Weekblad, was meer onder de indruk, al vond hij de hoeken "mislukt" en de kleur "te kunstmatig".
Stissi vindt dat het ontwerp van Slothouwer vooral opvalt door de hoekoplossingen met cilindrische erkers en een hoge opbouw. Hij schrijft: "Felgekleurde baksteen en uitgebouwde ramen geven de verder vlakke en strakke gevels nog een eigen gezicht". De Bossche architect H.W. Valk, een leerling van vader en zoon Cupyers, stelde "wel mis ik eenigermate het middenstands woning karakter. Het rhytme is minder mooi, terwijl de verdeling van den korte gevel in drie gelijke deelen, ook in de hoogte, minder interessant maakt. Van den langen gevel lijken mij de groepen te groot van schaal. De verhooging van de hoeken is m.i. moeilijk te verdedigen". Mieras, de wat moderner georiënteerde criticus van Bouwkundig Weekblad, was meer onder de indruk, al vond hij de hoeken "mislukt" en de kleur "te kunstmatig".
BeschrijvingZoals hierboven al beschreven gaat het om een niet algemeen gewaardeerd blok dat stilistisch wat onbestemd is van een architect die niet zo zeer tot de Amsterdamse School gerekend wordt. Het heeft elementen zoals cilindrische erkers en welvingen in de baksteen die bij de Amsterdamse School aansluiten en de oranjerode baksteen was ook geliefd in de Amsterdamse School. Het meest individueel zijn misschien wel de met lood beklede erkers, hoewel de loden bekleding en de decoratie weer niet als typisch Amsterdamse School gezien kunnen worden. Het lijkt er op dat Slothouwer in dit blok wel aansluiting zocht bij de Amsterdamse School maar zijn voorkeur voor laatmiddeleeuwse en vroeg-renaissancistische elementen niet geheel kon verbergen.
Bronnen
Valdimir Stissi, Amsterdam, het mekka van de volkshuisvesting (Rotterdam, 2007).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandEen buitenbeentje dat toch raakvlakken heeft met de Amsterdamse School. Het past prima in het ensemble gebouwen in de omgeving. Zoals alle gebouwen van ACW Samenwerking wordt het heel goed onderhouden.
Gerelateerde objecten