Details
Naam
Dubbele Villa Olympiaplein 2-4
Aantal afbeeldingen: 10
IntroductieVilla's van Piet Kramer met een worsteling met de Schoonheidscommissie. Ook hij.
AdresOlympiaplein 2-4 2HS
Postcode(s)1076 AB
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Piet Kramer (Architect)
Datum1929 - 1930
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
Oorspronkelijke functieVilla of geschakelde villawoning
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
AchtergrondIn Berlages Plan-Zuid kreeg iedere bevolkingsklasse zijn eigen woonwijk toegewezen. Er waren terreinen voor arbeiderswoningen, terreinen voor middenstandswoningen en enkele mooie, meestal aan het water gelegen percelen bestemd voor de villabouw. Met deze duurdere bouw werd in de tweede helft van de jaren twintig van de vorige eeuw begonnen en Kramer kreeg de opdracht twee villa's te ontwerpen. Zijn definitieve plannen hiervoor waren in juli en augustus 1928 gereed en de percelen en de schetsplannen waren van tevoren al door de Commissie-Zuid uitgewerkt. Het eerste ontwerp betrof een villa aan het Dijsselhofplantsoen. De tweede opdracht betrof een dubbele villa aan het Amstelkanaal, terzijde van de door Kramer gebouwde Lyceumbrug. Opdrachtgever was P. de Graaf, waarschijnlijk een familielid van de directeur van Publieke Werken W.A. de Graaf, die de villa aan het Dijsselhofplantsoen liet bouwen. Omdat de commissie het onder andere niet eens was met een uitbouw en een voorsprong in de gevel, werden Kramers plannen meerdere malen afgekeurd. Er is waarschijnlijk sprake van een compromis.
BeschrijvingHet perceel is driehoekig van vorm, omdat de straat en het Amstelkanaal op die plaats uiteen wijken. Dat was van invloed op het ontwerp. Kramer liet het front het verloop van de straat volgen en de achterzijde het kanaal, zodat het huis een trapeziumvormig grondvlak kreeg. De scheidingswand tussen de beide helften van het pand moest twee keer worden geknikt om scherpe hoeken in het interieur te voorkomen. Daardoor ontstond een ingewikkelde plattegrond. Kramer hief de onregelmatigheden zoveel mogelijk op door dunne, niet dragende tussenwanden, waarvan hij dankzij een betonnen hulpconstructie gebruik kon maken. De woonruimten van de beide delen van het huis liggen rondom een twee verdiepingen hoge hal. Kramer hield de gangbare indeling aan: woonvertrekken en keuken op de begane grond, slaapkamers en overige woon- en werkvertrekken op de bovenverdieping. Door het gecompliceerde grondvlak en de structuur van het pand was de indeling niet zo helder en functioneel als van zijn villa aan het Dijsselhofplantsoen. Een eigenaardigheid is dat de garages tussen de beide hoofdentrees zijn geplaatst. Dit compromis werd met de Commissie-Zuid overeengekomen, omdat deze zich niet kon verenigen met de oorspronkelijke plaats van de garage voor het huis.
De villa kenmerkt zich door een gedegen eenvoud. Kramer liet zich niet meeslepen door buitensporige invallen, zijn detaillering is nogal conventioneel. Een brede, geprofileerde kroonlijst scheidt het bouwvolume van het hoge, bescherming biedende dak met donkerpaarse dakpannen. Met uitzondering van de achtergevel is de kozijnindeling symmetrisch. De inwendige structuur van het breed uitlopende pand is duidelijk af te lezen en verklaart waarom de vormgeving van de oost- en westzijde zo verschillend is. Aan de oostzijde liet Kramer de kroonlijst om de hoek lopen, bracht een axiale symmetrie in de kozijnen aan en plaatste een imposante, vlakke, met natuursteen beklede erker voor de hoofdwoonkamers. Aan de westzijde liet hij uit het dak nog eens twee gevels ontstaan, die licht uiteenlopen en slechts door een vlak afgedekt, wigvormig element bijeengehouden worden. Hieraan is duidelijk te zien dat hij is beïnvloed door de Engelse landhuisarchitectuur. Als geheel maakt het huis een besloten, zij het geen gesloten, kleurrijke en gerieflijke indruk. De synthese van de beide helften is niet helemaal geslaagd, want het front met de twee gevels heeft een duidelijk overwicht.
In de zijgevel van Olympiaplein 2 bevinden zich twee kleine gevelsteentjes met op elk een zwemmende eend. Onderzoek van de Vereniging Vrienden Amsterdamse Gevelstenen wees uit dat het gaat om gevelstenen uit het jaar 1646 van een pand aan de Pieter Jacobszstraat 46. Vermoedelijk had de opdrachtgever van de villa's aan het Olympiaplein via zijn familierelatie met de directeur van Publieke Werken de beschikking gekregen over de twee eendjes die in, of kort na 1928 (in de Monumentenlijst van dat jaar worden ze nog genoemd) vrij kwamen door sloop van Pieter Jacobszstraat 46.
De villa kenmerkt zich door een gedegen eenvoud. Kramer liet zich niet meeslepen door buitensporige invallen, zijn detaillering is nogal conventioneel. Een brede, geprofileerde kroonlijst scheidt het bouwvolume van het hoge, bescherming biedende dak met donkerpaarse dakpannen. Met uitzondering van de achtergevel is de kozijnindeling symmetrisch. De inwendige structuur van het breed uitlopende pand is duidelijk af te lezen en verklaart waarom de vormgeving van de oost- en westzijde zo verschillend is. Aan de oostzijde liet Kramer de kroonlijst om de hoek lopen, bracht een axiale symmetrie in de kozijnen aan en plaatste een imposante, vlakke, met natuursteen beklede erker voor de hoofdwoonkamers. Aan de westzijde liet hij uit het dak nog eens twee gevels ontstaan, die licht uiteenlopen en slechts door een vlak afgedekt, wigvormig element bijeengehouden worden. Hieraan is duidelijk te zien dat hij is beïnvloed door de Engelse landhuisarchitectuur. Als geheel maakt het huis een besloten, zij het geen gesloten, kleurrijke en gerieflijke indruk. De synthese van de beide helften is niet helemaal geslaagd, want het front met de twee gevels heeft een duidelijk overwicht.
In de zijgevel van Olympiaplein 2 bevinden zich twee kleine gevelsteentjes met op elk een zwemmende eend. Onderzoek van de Vereniging Vrienden Amsterdamse Gevelstenen wees uit dat het gaat om gevelstenen uit het jaar 1646 van een pand aan de Pieter Jacobszstraat 46. Vermoedelijk had de opdrachtgever van de villa's aan het Olympiaplein via zijn familierelatie met de directeur van Publieke Werken de beschikking gekregen over de twee eendjes die in, of kort na 1928 (in de Monumentenlijst van dat jaar worden ze nog genoemd) vrij kwamen door sloop van Pieter Jacobszstraat 46.
Recente ontwikkelingenMomenteel is nummer 4 in gebruik bij het Nederlands Psycho-analytisch Instituut. Het is mij onbekend of het pand nog particulier wordt bewoond.
Bronnen
B. Kohlenbach, Pieter Lodewijk Kramer, Architect van de Amsterdamse School 1881-1961 (Naarden, 1994).
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandEen stijlvol, interessant pand met een prachtig pannendak. Opvallend is dat het geen beschermde status heeft.
Gerelateerde objecten