Details
Naam
Vogelbuurt Noord / De Punt, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 2
IntroductieEen van de eerste laagbouw projecten in de sociale woningbouw in Amsterdam.
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
AdresAdelaarsweg 114-133, Flamingostraat 1-9, Kalkoenstraat 1- 34, Kolibristraat 1-6, Meeuwenlaan 267-315, Meeuwenplein 1-45, Merelstraat 2-8, Pelikaanstraat 1-9, Pluvierplein 1-19, Pluvierstraat 1-9
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
Vervaardiger Adriaan Weissman (Architect)
Cornelis Kruyswijk (Architect)
Cornelis Kruyswijk (Architect)
Datum1921 - 1928
Huidige staatGerealiseerd
Huidige eigenaarDe Key
Oorspronkelijke functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Huidige functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
AchtergrondArie Keppler, directeur van de Gemeentelijke Woningdienst pleitte al jaren voor lagere bebouwing en tuinsteden voor arbeiders. Vanwege de hoge (grond)kosten van dergelijke projecten werd dit echter nauwelijks gerealiseerd. In Amsterdam Noord was de grond echter goedkoper, waardoor dergelijke projecten wél van de grond kwamen. Anders dan in andere stadsdelen werden projecten hier dan ook veel ruimer opgezet. Één architect kreeg zo een heel wijkje in plaats van één of enkele blokken toegewezen. Bijna de hele buurt is tussen 1921 en 1927 ontwikkeld door woningstichting Onze Woning, die daarvoor architect A.W. Weismann het ontwerp liet maken. Door fusies zijn deze woningen nu eigendom van woningcorporatie De Key.
Aan de noordkant van de Merelstraat werd in 1920 de P.C. Hillegonda de Zwartschool gebouwd. Aanvankelijk zou de school vrijstaand blijven in deze noordelijke punt van de wijk, maar in 1928 kwamen er toch woningen omheen van de protestants-christelijke woningbouwvereniging Patrimonium. Net als de school waren deze ontworpen door de protestants-christelijke architect Cornelis Kruijswijk. De school is inmiddels omgebouwd tot woningen.
Aan de noordkant van de Merelstraat werd in 1920 de P.C. Hillegonda de Zwartschool gebouwd. Aanvankelijk zou de school vrijstaand blijven in deze noordelijke punt van de wijk, maar in 1928 kwamen er toch woningen omheen van de protestants-christelijke woningbouwvereniging Patrimonium. Net als de school waren deze ontworpen door de protestants-christelijke architect Cornelis Kruijswijk. De school is inmiddels omgebouwd tot woningen.
BeschrijvingDe Vogelbuurt-Noord, "de Punt", is naar ontwerp van A.W. Weissman gebouwd. Aan de zuidkant van de wijk scheidt een brede groenstrook met speel- en sportveldjes de woningen van de Van Hasseltweg. Door de wijk loopt een denkbeeldige as vanuit de basis naar de kop van de buurt.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
BeschrijvingDe Vogelbuurt-Noord, "de Punt", is naar ontwerp van A.W. Weissman gebouwd. Aan de zuidkant van de wijk scheidt een brede groenstrook met speel- en sportveldjes de woningen van de Van Hasseltweg. Door de wijk loopt een denkbeeldige as vanuit de basis naar de kop van de buurt.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
BeschrijvingDe Vogelbuurt-Noord, "de Punt", is naar ontwerp van A.W. Weissman gebouwd. Aan de zuidkant van de wijk scheidt een brede groenstrook met speel- en sportveldjes de woningen van de Van Hasseltweg. Door de wijk loopt een denkbeeldige as vanuit de basis naar de kop van de buurt.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
Aan weerszijden daarvan groepeerde Weissman op symmetrische wijze korte bouwblokjes rond binnenterreinen. Doordat sommige blokjes terugspringen achter de rooilijn, zijn stedelijke ruimtes gecreëerd, zoals het Pluvierplein en pleinruimte voor de school aan de Kalkoenstraat. De Kolibriestraat is de enige straat in de wijk die ook daadwerkelijk in de as ligt. De overige straten, zowel noord-zuid als oost-west hebben besloten zichtassen vanwege knikken of een gekromd verloop. Weissman beoogde intimiteit, maar de hele opzet is wel erg krap bemeten.
De noordelijke kop van de Vogelbuurt verrees tussen 1921 en 1923. Hier was voornamelijk één architect verantwoordelijk, te weten A.W. Weissman. Alleen de noordelijkste punt, inclusief de school, is vijf jaar later door C. Kruyswijk gebouwd. Een andere school, aan de Kalkoenstraat, is van C.B. Posthumus Meyjes uit 1924. Weismann ontwierp een wijkje met een tamelijk open, interne structuur van losse bouwblokjes, dat werd ingesloten door een groene parkachtige omgeving, dat echter anders werd uitgevoerd. Grootschalige verkeerskundige aanpassingen uit de tweede helft van de 20e eeuw hebben de aanvankelijk tamelijk landelijke en rustige omgeving aangetast.
Bronnen
G. Bolhuis, Atlas Gordel ’20-‘40 (Amsterdam 2004).
Frank Smit, De Droom van Howard. Het verleden en de toekomst van de Tuindorpen (Uitgeverij Elmar 1990).
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, Atlas Sociale Woningbouw Amsterdam en regio (1992).
Links
Ingezonden door Peter Mannot
Gerelateerde objecten