Details
Naam
Huizenblok en conciërgewoning Heinzestraat, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 51
IntroductieBlok van 11 middenstandswoningen naar ontwerp van Piet Kramer.
AdresHeinzestraat 13-23
Postcode(s)1071 SK
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Piet Kramer (Architect)
Datum1921 - 1925
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverJ.Th. Boersma
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectRijksmonument, Blok
Monumentnummer505427
AchtergrondIn 1921-1922 gebouwd blok van geschakelde en aan elkaar gespiegelde woningen op een rechthoekige plattegrond in Amsterdamse School-stijl. Het ging om een van de eerste complexen die met gebruikmaking van de premieregeling werden gebouwd. De woningen zijn in 1920 ontworpen door P.L. Kramer in opdracht van bouwondernemer J.Th. Boersma, voor wie Kramer al een ontwerp had gemaakt (Van der Helstplein) en ook het blok in de Okeghemstraat zou ontwerpen. Bij de uitvoering was Kramer niet betrokken. De nummers 15-23 vormen het oorspronkelijke blok. De hoekwoning op nr. 13 is later toegevoegd en hoort niet bij het oorspronkelijke ontwerp van Kramer maar is hier wel opgenomen omdat de vormentaal gelijk is.
Nummer 13 is de conciërgewoning van het achterliggende Lyceum voor meisjes (tegenwoordig Joke Smit College), die in 1925 door de afdeling Gebouwen van Publieke Werken op de binnenplaats van de school werd toegevoegd. De vormgeving sluit geheel aan op de details van Kramer, maar het is onduidelijk of Publieke Werken aan Kramer de ontwerpopdracht heeft gegeven. In verband met de conciërgewoning heb ik de opleverdatum van het blok als geheel op 1925 gezet.
Nummer 13 is de conciërgewoning van het achterliggende Lyceum voor meisjes (tegenwoordig Joke Smit College), die in 1925 door de afdeling Gebouwen van Publieke Werken op de binnenplaats van de school werd toegevoegd. De vormgeving sluit geheel aan op de details van Kramer, maar het is onduidelijk of Publieke Werken aan Kramer de ontwerpopdracht heeft gegeven. In verband met de conciërgewoning heb ik de opleverdatum van het blok als geheel op 1925 gezet.
BeschrijvingIn de Heinzestraat ontwierp Kramer een gevel voor een woonblok met een lengte van ongeveer 40 meter en een diepte van 12 meter. Het gevelmateriaal is rode baksteen, het basement bestaat uit donkerbruin geschilderde baksteen. Er zijn drie (nr. 23: vier) bouwlagen onder een plat dak met terracotta kantelen als daklijst. De schuin tegen elkaar aan gezette houten voordeuren in Amsterdamse School detaillering zijn gelegen in driehoekvormige portieken, bereikbaar via een uit drie treden bestaande hardstenen stoep. De portiek wordt aan beide zijden geflankeerd door naar buiten draaiende houten halfzuilen. Beganegronds aan weerszijden van de portiek is sprake van twee in verschillend formaat uitgevoerde houten vensters met verticale en horizontale roedenverdeling. De verdiepingvensters zijn gekoppeld, in oorsprong alle met horizontale roedenverdeling in decoratief uitgevoerd kozijn. De vensters op de verdiepingen zijn ten opzichte van elkaar sprongsgewijs in de gevel geplaatst. Onder de lijst is sprake van vier siersmeedijzeren hijsbalken met ornamenten.
De gevel van nummer 23 is een verdieping hoger dan de rest van het gebouw. De gevel is hier met een zolderverdieping verhoogd en bevat drie etagewoningen. Er is sprake van twee houten hijsbalken met ornament en een daklijst die afwijkt van de andere daklijsten. De zolderopbouw heeft een prominente schoorsteen die midden op het dak staat maar vanaf de straat zichtbaar is.
Ter hoogte van het oorspronkelijke geveleinde bij nr. 15 is sprake van een erker bovenop een rechthoekige bakstenen uitbouw, de baksteen is hier donkerbruin geschilderd. De gevel heeft hier de vorm van golven, gelijk aan de golven die Kramer creëerde bij de overgang tussen de oorspronkelijke Dageraad en de oostelijke en westelijke toevoegingen. Terecht merkt Kohlenbach over het blok Heinzestraat dan ook op, dat Kramer bij de vormgeving van het blok teruggreep op de vormentaal van De Dageraad. "Het is heel goed voorstelbaar dat dit blok ingebouwd zou zijn in het complex van De Dageraad bijvoorbeeld in de Willem Pastoorsstraat , zonder dat het de harmonie zou verstoren" schrijft Kohlenbach (blz 106).
Vandaag de dag zijn de kozijnen van deuren en ramen en ook enkele deuren wit geschilderd, maar zoals gebruikelijk had Kramer de kleurstelling van het blok zeer bewust gekozen. De straatgevel had oranjegele metsel-werkvlakken, een zwart basement, geelwit hout, groenen entrees (gedeeltelijk nog bestaand) en groene penanten tussen deuren en kozijnen. De originele kleurstelling is volgens Kohlenbach genoteerd op een tekening die bewaard is.
Architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een hechte gevelcompositie en een expressieve detaillering in de stijl van de Amsterdamse School. Tevens van belang in het oeuvre van architect P.L. Kramer.
De gevel van nummer 23 is een verdieping hoger dan de rest van het gebouw. De gevel is hier met een zolderverdieping verhoogd en bevat drie etagewoningen. Er is sprake van twee houten hijsbalken met ornament en een daklijst die afwijkt van de andere daklijsten. De zolderopbouw heeft een prominente schoorsteen die midden op het dak staat maar vanaf de straat zichtbaar is.
Ter hoogte van het oorspronkelijke geveleinde bij nr. 15 is sprake van een erker bovenop een rechthoekige bakstenen uitbouw, de baksteen is hier donkerbruin geschilderd. De gevel heeft hier de vorm van golven, gelijk aan de golven die Kramer creëerde bij de overgang tussen de oorspronkelijke Dageraad en de oostelijke en westelijke toevoegingen. Terecht merkt Kohlenbach over het blok Heinzestraat dan ook op, dat Kramer bij de vormgeving van het blok teruggreep op de vormentaal van De Dageraad. "Het is heel goed voorstelbaar dat dit blok ingebouwd zou zijn in het complex van De Dageraad bijvoorbeeld in de Willem Pastoorsstraat , zonder dat het de harmonie zou verstoren" schrijft Kohlenbach (blz 106).
Vandaag de dag zijn de kozijnen van deuren en ramen en ook enkele deuren wit geschilderd, maar zoals gebruikelijk had Kramer de kleurstelling van het blok zeer bewust gekozen. De straatgevel had oranjegele metsel-werkvlakken, een zwart basement, geelwit hout, groenen entrees (gedeeltelijk nog bestaand) en groene penanten tussen deuren en kozijnen. De originele kleurstelling is volgens Kohlenbach genoteerd op een tekening die bewaard is.
Architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van een hechte gevelcompositie en een expressieve detaillering in de stijl van de Amsterdamse School. Tevens van belang in het oeuvre van architect P.L. Kramer.
InterieurDe portalen achter de voordeuren hebben marmeren wanden. Hier en daar bevindt zich glas in lood. Tussen de trapspijlen bevinden zich driehoekige ornamenten.
Recente ontwikkelingenEen aantal jaren geleden is de gevel grondig gereinigd waardoor deze rood bleek in plaats van lichtbruin, zoals nog vermeld in het monumentenregister. Helaas is de dakopbouw slechts gedeeltelijk gereinigd, wat resulteert in een merkwaardig en te betreuren kleurverschil. Bij een aantal huizen is het oorspronkelijke kelderraam met traliewerk verdwenen ondanks de monumentenbescherming. Het uitgraven van kelders leidt daarnaast tot verzakkingen in de panden.
Bronnen
Bernhard Kohlenbach, Piet Kramer, Architect van de Amsterdamse School (Naarden 1994).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk kom hier vaak langs en geniet dan van de golvende gevel en de smeedijzeren ornamenten. In november 2016 werd ik uitgenodigd door een bewoner om foto's op het dak te maken, waarvoor ik de betreffende bewoner hartelijk dank..
Gerelateerde objecten