Details
Naam
Mollerlyceum en conciërgewoning, Bergen op Zoom
Aantal afbeeldingen: 10
IntroductieHet Mollerlyceum werd beschreven door een enthousiasteling van het eerste uur, Sjaak Kools.
AdresBolwerk-Zuid 168
Postcode(s)4611 DX
PlaatsBergen op Zoom
LandNederland
Vervaardiger Jos Wielders (Architect)
Datum1926
Huidige staatGerealiseerd
OpdrachtgeverGemeente overig
Oorspronkelijke functieMiddelbare School
Huidige functieMiddelbare School
Type objectRijksmonument, Blok
Monumentnummer517067 (Mollerlyceum); 517068 (Conciërgewoning)
AchtergrondHet Dr. Mollerlyceum werd in 1926 gebouwd in expressionistische stijl naar ontwerp van de architecten J. Wielders en Q. J. Horsten. Het pand markeert de hoek van Bolwerk Zuid met Bagijnhofstraat en Legrandstraat. De school werd gebouwd op een geaccidenteerd terrein, hetgeen inwendig zichtbaar is aan niveauverschillen die overbrugd worden door trapjes. Rond 1980 werd het pand sterk uitgebreid aan de achterzijde.
De voormalige conciërgewoning werd gebouwd in 1926 op het terrein van het Dr. Mollerlyceum. Het pand is een ontwerp van J. Wielders en Q.J. Horsten en heeft expressionistische elementen. In 1982 is het pand intern verbouwd en voor administratieve doeleinden in gebruik genomen.
De voormalige conciërgewoning werd gebouwd in 1926 op het terrein van het Dr. Mollerlyceum. Het pand is een ontwerp van J. Wielders en Q.J. Horsten en heeft expressionistische elementen. In 1982 is het pand intern verbouwd en voor administratieve doeleinden in gebruik genomen.
BeschrijvingHet Mollerlyceum:
Het één- tot drielaags pand heeft een L-vormige plattegrond met een levendige afwisseling van bouwvolumes. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, het merendeel der ramen heeft een houten sieromlijsting. De daken zijn plat, afgezet met rode windveerpannen. De hoogste bouwmassa aan de Bolwerk-zijde heeft zeer steile dakschilden met rode verbeterde Hollandse dakpannen. Dit hoofdgebouw is tweezijdig symmetrisch uitgevoerd. Het middendeel met entree springt vooruit. Bij het hoofdgebouw valt de nadruk op de brede middenpartij, waarin de geverniste vleugeldeuren met gedecoreerde schopplaten zijn geplaatst. De deuren zijn voorzien van glas-in-lood-ruitjes, hiernaast zijramen met kleine roedenverdeling. Boven dit geheel een latei met in metalen belettering de naam: Dr. Moller Lyceum. Een hoge rechthoekige massa rijst hier smaller uit op, het rijzende karakter wordt nog extra benadrukt door een verticaal trapraam. Aan weerskanten van de entree bevindt zich een beganegrondverdieping met kleine zesruits roedenraampjes.
De verdieping erboven bezit bandvensters met kleine roedenverdeling en houten omlijsting, doorlopend naar de risaliet. De hoeken van het muurwerk zijn afgerond en deels hoger opgetrokken, afgezet met windveerpannen. Op de tweede etage, feitelijke de ruimte onder het dak, bevinden zich aan weerskanten in het dakvlak twee smallere reeksen vensters met achtruits verdeling. De zijgevels van dit hoge deel tonen, dat de dakschilden aan de achterzijde lager doorlopen. In het midden van de zolderetage bevinden zich drie gebonden negenruits vensters; daaronder links bij de afgeronde hoek, een laddervensters.
De linker zijgevel is door een eenlaagse gang onder plat dak verbonden aan de voormalige conciërgewoning. De bouwmassa wordt rechts afgesloten door een eenlaags rechthoekig bouwdeel, de bibliotheek, met hoog ingezette bandvensters met houten omlijsting, die de hoek omgaan. Hierop volgt een tweelaags bouwdeel van zes vensterassen. Na een hoge plint met siermetselwerk volgen reeksen met vierentwintigruits ramen, op de etage erboven liggende drieruitsraampjes. In de hierna volgende eenlaagse bouwmassa bevinden zich twee ramen met kleine roedenindeling en de westelijke ingang, die oorspronkelijk gedecoreerd was als de hoofdentree.
Conciërgewoning:
Het een tot tweelaagse onderkelderde gebouw heeft een rechthoekige plattegrond en is verbonden aan het lyceum. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, het asymmetrische zadeldak heeft rode verbeterde Hollandse dakpannen. De ingang van het pand bevindt zich aan de zijde van de Legrandstraat. Het dak loopt hier door tot vlak boven het zesruits stolpraam links en het portiek ter rechterzijde. De paneeldeur is voorzien van een zijraam, hoog in de muur is er een klein toiletraam. Het portiek wordt aan de rechterzijde afgeschermd door een laag bakstenen muurtje en een houten paal onder de goot. In het dakvlak is een brede dakkapel onder plat dak aangebracht, met gekoppelde zesruits ramen. De houten lijstgoot loopt deels door in de zijgevel aan de Bolwerkzijde, een klein hoog geplaatst raam en een zestienruits venster omvattend. Hoog in de topgevel is een vierruits zolderraam geplaatst. Het rechter gedeelte van deze gevel is tweelaags met plat dak en springt iets naar voren. Onder de brede houten lijstgoot bevindt zich een zestienruits raam. De zijde van dit bouwdeel is blind, hier achter bevindt zich een vereenvoudigd venster. Het woonhuis is aan de smalle tweelaagse uitbouw verbonden door een hoge eenlaagse gang onder plat dak. De voormalige woonkamer aan de zijde van de achtergevel wordt ontsloten door openslaande deuren.
Het één- tot drielaags pand heeft een L-vormige plattegrond met een levendige afwisseling van bouwvolumes. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, het merendeel der ramen heeft een houten sieromlijsting. De daken zijn plat, afgezet met rode windveerpannen. De hoogste bouwmassa aan de Bolwerk-zijde heeft zeer steile dakschilden met rode verbeterde Hollandse dakpannen. Dit hoofdgebouw is tweezijdig symmetrisch uitgevoerd. Het middendeel met entree springt vooruit. Bij het hoofdgebouw valt de nadruk op de brede middenpartij, waarin de geverniste vleugeldeuren met gedecoreerde schopplaten zijn geplaatst. De deuren zijn voorzien van glas-in-lood-ruitjes, hiernaast zijramen met kleine roedenverdeling. Boven dit geheel een latei met in metalen belettering de naam: Dr. Moller Lyceum. Een hoge rechthoekige massa rijst hier smaller uit op, het rijzende karakter wordt nog extra benadrukt door een verticaal trapraam. Aan weerskanten van de entree bevindt zich een beganegrondverdieping met kleine zesruits roedenraampjes.
De verdieping erboven bezit bandvensters met kleine roedenverdeling en houten omlijsting, doorlopend naar de risaliet. De hoeken van het muurwerk zijn afgerond en deels hoger opgetrokken, afgezet met windveerpannen. Op de tweede etage, feitelijke de ruimte onder het dak, bevinden zich aan weerskanten in het dakvlak twee smallere reeksen vensters met achtruits verdeling. De zijgevels van dit hoge deel tonen, dat de dakschilden aan de achterzijde lager doorlopen. In het midden van de zolderetage bevinden zich drie gebonden negenruits vensters; daaronder links bij de afgeronde hoek, een laddervensters.
De linker zijgevel is door een eenlaagse gang onder plat dak verbonden aan de voormalige conciërgewoning. De bouwmassa wordt rechts afgesloten door een eenlaags rechthoekig bouwdeel, de bibliotheek, met hoog ingezette bandvensters met houten omlijsting, die de hoek omgaan. Hierop volgt een tweelaags bouwdeel van zes vensterassen. Na een hoge plint met siermetselwerk volgen reeksen met vierentwintigruits ramen, op de etage erboven liggende drieruitsraampjes. In de hierna volgende eenlaagse bouwmassa bevinden zich twee ramen met kleine roedenindeling en de westelijke ingang, die oorspronkelijk gedecoreerd was als de hoofdentree.
Conciërgewoning:
Het een tot tweelaagse onderkelderde gebouw heeft een rechthoekige plattegrond en is verbonden aan het lyceum. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, het asymmetrische zadeldak heeft rode verbeterde Hollandse dakpannen. De ingang van het pand bevindt zich aan de zijde van de Legrandstraat. Het dak loopt hier door tot vlak boven het zesruits stolpraam links en het portiek ter rechterzijde. De paneeldeur is voorzien van een zijraam, hoog in de muur is er een klein toiletraam. Het portiek wordt aan de rechterzijde afgeschermd door een laag bakstenen muurtje en een houten paal onder de goot. In het dakvlak is een brede dakkapel onder plat dak aangebracht, met gekoppelde zesruits ramen. De houten lijstgoot loopt deels door in de zijgevel aan de Bolwerkzijde, een klein hoog geplaatst raam en een zestienruits venster omvattend. Hoog in de topgevel is een vierruits zolderraam geplaatst. Het rechter gedeelte van deze gevel is tweelaags met plat dak en springt iets naar voren. Onder de brede houten lijstgoot bevindt zich een zestienruits raam. De zijde van dit bouwdeel is blind, hier achter bevindt zich een vereenvoudigd venster. Het woonhuis is aan de smalle tweelaagse uitbouw verbonden door een hoge eenlaagse gang onder plat dak. De voormalige woonkamer aan de zijde van de achtergevel wordt ontsloten door openslaande deuren.
InterieurDe hoofdentree geeft toegang tot een tochtportaal, waarna een monumentale hal volgt met aan beide zijden bordestrappen. Op de grond liggen rode tegels met een sierrand in zwart en beige. De hoge geglazuurd betegelde lambrizering is okergeel gevlamd. Waar de hal aan beide zijden voortgaat als middengang in de lengte van het pand, staan gestileerde natuurstenen hoekbeelden, St. Gertrudis en een Heilig Hartbeeld. De beelden werden in 1928 geleverd door P. van Os uit Tilburg. Erboven bijbehorende verlichtingsarmaturen in art decostijl. Bij beide beelden gevelstenen uit 1927.
De paneeldeuren die toegang geven tot de klaslokalen hebben art decomotieven. Wanneer men de hal doorloopt wordt, met aan het eind hoekramen en spoelbakken, en een trap afdaalt, nog een gevelsteen zichtbaar ter ere van de Irenebrigade die in 1944-1945 de school bewoond en hersteld heeft. De trappen zijn van graniet, de balustrade van sierijzerwerk. Ook op de verdieping zijn de gangen voorzien van de oorspronkelijke betegeling. De cv-radiatoren zijn geplaatst in voor dit doel uitgespaarde nissen. De zolder heeft links en rechts van de traphal in boogvorm uitgevoerde grenenhouten kapspanten in de tekenzalen. Meer zuidwaarts in het gebouw dient men diverse trapjes af te dalen. Het schoolterrein wordt aan de zijde van het Bolwerk en van de Legrandstraat afgesloten door een uit de bouwtijd daterende lage bakstenen muur waarin expressionistisch smeedijzerwerk is opgenomen.
De paneeldeuren die toegang geven tot de klaslokalen hebben art decomotieven. Wanneer men de hal doorloopt wordt, met aan het eind hoekramen en spoelbakken, en een trap afdaalt, nog een gevelsteen zichtbaar ter ere van de Irenebrigade die in 1944-1945 de school bewoond en hersteld heeft. De trappen zijn van graniet, de balustrade van sierijzerwerk. Ook op de verdieping zijn de gangen voorzien van de oorspronkelijke betegeling. De cv-radiatoren zijn geplaatst in voor dit doel uitgespaarde nissen. De zolder heeft links en rechts van de traphal in boogvorm uitgevoerde grenenhouten kapspanten in de tekenzalen. Meer zuidwaarts in het gebouw dient men diverse trapjes af te dalen. Het schoolterrein wordt aan de zijde van het Bolwerk en van de Legrandstraat afgesloten door een uit de bouwtijd daterende lage bakstenen muur waarin expressionistisch smeedijzerwerk is opgenomen.
Links
Ingezonden door Sjaak Kools
Professionele of persoonlijke bandCitaat uit Dagblad De Zoom uit 1928:
"Een gebouw van artistieke eenvoud en eenvoudige artisciteit. Een harmonie van kleuren en lijnenspel, zonder enige overdaad van luxe, maar wel met de indruk van luxe en kostbaarheid door goede smaak en kunstzinnigheid."
"Een gebouw van artistieke eenvoud en eenvoudige artisciteit. Een harmonie van kleuren en lijnenspel, zonder enige overdaad van luxe, maar wel met de indruk van luxe en kostbaarheid door goede smaak en kunstzinnigheid."
Gerelateerde objecten