Details
Naam
Bosschendijk 30, Oudenbosch


























Aantal afbeeldingen: 26
IntroductieMet dit pand maakt architect Jos Key zijn entree op Wendingen.
AdresBosschendijk 30
Postcode(s)4731 DE
PlaatsOudenbosch
LandNederland
Vervaardiger Jos Key (Architect)
Datum1933
Huidige staatDeels uitgebreid of vernieuwd (nieuwbouw)
OpdrachtgeverH.J. Klijn
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieWoonhuis (vrijstaand)
Huidige functieWoonhuis (vrijstaand)
Type objectGemeentelijk monument, Gebouw
MonumentnummerB 1539
AchtergrondDe Bosschendijk voert richting Hoeven in het oosten. In de jaren dertig werd de weg verbreed tot een heuse straat met een ondergrondse riolering. Het moest een van de mooiste toegangswegen van de gemeente Oudenbosch worden. Een circa 40 meter diepe strook werd van de hier gelegen kwekerijen afgesneden en verdeeld in percelen van 10 meter breed.
Dit woonhuis is opgetrokken in 1933 naar ontwerp van Jos Key, ook bekend als Jef Keij, voor Hendrik Johannes Klijn (1901-?). Het huis is één van de zeven kleine landhuizen die in die jaren werden gebouwd aan de zuidzijde van de Bosschendijk, om te beginnen met nummer 36 (1932), gevolgd door de nummers 34, 22, 28 en 30 (1933), nummer 24 in 1934 en als laatste nummer 32 in 1935.
De huizen op 30, 34 en 36 werden met zekerheid door Key ontworpen. De nummers 22 en 32 waarschijnlijk ook. Nummer 24 werd ontworpen door C. Kuipers uit Bergen op Zoom en nummer 28 door J. Martens uit Roosendaal.
Het huis geldt als een gemeentelijk monument onder de monumentenverordening Halderberge vanwege de schoonheid en de cultuurhistorische waarden.
Dit woonhuis is opgetrokken in 1933 naar ontwerp van Jos Key, ook bekend als Jef Keij, voor Hendrik Johannes Klijn (1901-?). Het huis is één van de zeven kleine landhuizen die in die jaren werden gebouwd aan de zuidzijde van de Bosschendijk, om te beginnen met nummer 36 (1932), gevolgd door de nummers 34, 22, 28 en 30 (1933), nummer 24 in 1934 en als laatste nummer 32 in 1935.
De huizen op 30, 34 en 36 werden met zekerheid door Key ontworpen. De nummers 22 en 32 waarschijnlijk ook. Nummer 24 werd ontworpen door C. Kuipers uit Bergen op Zoom en nummer 28 door J. Martens uit Roosendaal.
Het huis geldt als een gemeentelijk monument onder de monumentenverordening Halderberge vanwege de schoonheid en de cultuurhistorische waarden.
BeschrijvingNummer 30 is bijzonder gaaf bewaard gebleven en schatplichtig aan Jacques Hurks (Halsterseweg 129 in Bergen op Zoom). Tegelijkertijd met Key bouwde architect Rampart in Bergen op Zoom twee huizen die ook lijken op de Halsterseweg 129.
Het pand van rode baksteen in Noors verband heeft een steil zadeldak met de nok haaks op de dijk en een wolfseind bij de voor- en achtergevel. Rechtsvoor zit een tot de eerste bouwlaag afhangend dakschild en hierachter een tweelaags volume onder overstekend plat dak – de uitbouw van het trappenhuis.
Het dak is gedekt met geglazuurde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen met gevelpannen op de gevelranden. Naast de schoorsteen aan de linker voorzijde bezit het pand nog een drietal oorspronkelijke schoorstenen; twee stuks in het rechter dakschild en één in het linker dakschild. De schoorsteen rechtsvoor heeft nooit een functie gehad.
Het trasraam van het pand is gebouwd in een contrasterende steen. Bij de schoorstenen is sprake van siermetselwerk. De voorgevel heeft decoratieve accenten in de vorm van ruitvormig ingemetselde zwarte hardgebakken tegels en betonnen hoekblokjes met fraai siersmeedijzeren strijkankers aan weerszijden van de strekken van de verdiepingsvensters. De betonelementen zijn afgewerkt met een loodrechte, grove 'frijnslag'.
De voorgevel heeft aan de rechter hoek een tweezijdig geopend inpandig portiek met op de hoek een bakstenen borstwering met slanke pijler. Deze pijler is bekleed met zwarte hardgebakken tegeltjes en versierd met twee rode biezen. Aan de voet van de borstwering is een bloembak gemetseld.
De portiekopening wordt aan de rechterzijde ondervangen door een betonlatei, waarvan het uiteinde rust op een pijler. De entree wordt gevormd door een blankhouten deur met een smalle, staande rondbogige raamstrook en aan de voet twee smalle liggende stroken met kleurig glas in lood.
Aan de linker hoek van de voorgevel rijst een hoge schoorsteen op. Rechts hiervan zit een brede vijfzijdige erker met afgeschuinde kanten en een overstekend plat dak met houten gootlijst. Aan weerszijden daarvan bevindt zich een gemetselde bloembak. De gootlijst is voortgezet boven een driestrooks, afgeschuind hoekraam langs de portiek en eindigt om de hoek onder het ter plaats laag afhangende dak.
De samengestelde vensters van de erker en het hoekvenster zijn hetzelfde gedetailleerd met door een horizontale roede verdeelde bovenlichten en hebben gekleurd glas in lood.
Op de verdieping van de voorgevel zit een reeks van vijf gekoppelde vensters met in de bovenlichten gekleurd glas in lood. Onder deze vensters bevindt zich een lange houten bloembak op platte klossen.
In de geveltop een 'uitknikkend' tweezijdig zoldervenster, rustend op een platte console en voorzien van twee smalle staande ramen met gekleurd glas in lood. Boven dit venster is een gepotdekseld beschot gemaakt dat aansluit onder de ruim overstekende bakgoot met houten lijst die rust op twee paar platte klossen.
Het pand van rode baksteen in Noors verband heeft een steil zadeldak met de nok haaks op de dijk en een wolfseind bij de voor- en achtergevel. Rechtsvoor zit een tot de eerste bouwlaag afhangend dakschild en hierachter een tweelaags volume onder overstekend plat dak – de uitbouw van het trappenhuis.
Het dak is gedekt met geglazuurde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen met gevelpannen op de gevelranden. Naast de schoorsteen aan de linker voorzijde bezit het pand nog een drietal oorspronkelijke schoorstenen; twee stuks in het rechter dakschild en één in het linker dakschild. De schoorsteen rechtsvoor heeft nooit een functie gehad.
Het trasraam van het pand is gebouwd in een contrasterende steen. Bij de schoorstenen is sprake van siermetselwerk. De voorgevel heeft decoratieve accenten in de vorm van ruitvormig ingemetselde zwarte hardgebakken tegels en betonnen hoekblokjes met fraai siersmeedijzeren strijkankers aan weerszijden van de strekken van de verdiepingsvensters. De betonelementen zijn afgewerkt met een loodrechte, grove 'frijnslag'.
De voorgevel heeft aan de rechter hoek een tweezijdig geopend inpandig portiek met op de hoek een bakstenen borstwering met slanke pijler. Deze pijler is bekleed met zwarte hardgebakken tegeltjes en versierd met twee rode biezen. Aan de voet van de borstwering is een bloembak gemetseld.
De portiekopening wordt aan de rechterzijde ondervangen door een betonlatei, waarvan het uiteinde rust op een pijler. De entree wordt gevormd door een blankhouten deur met een smalle, staande rondbogige raamstrook en aan de voet twee smalle liggende stroken met kleurig glas in lood.
Aan de linker hoek van de voorgevel rijst een hoge schoorsteen op. Rechts hiervan zit een brede vijfzijdige erker met afgeschuinde kanten en een overstekend plat dak met houten gootlijst. Aan weerszijden daarvan bevindt zich een gemetselde bloembak. De gootlijst is voortgezet boven een driestrooks, afgeschuind hoekraam langs de portiek en eindigt om de hoek onder het ter plaats laag afhangende dak.
De samengestelde vensters van de erker en het hoekvenster zijn hetzelfde gedetailleerd met door een horizontale roede verdeelde bovenlichten en hebben gekleurd glas in lood.
Op de verdieping van de voorgevel zit een reeks van vijf gekoppelde vensters met in de bovenlichten gekleurd glas in lood. Onder deze vensters bevindt zich een lange houten bloembak op platte klossen.
In de geveltop een 'uitknikkend' tweezijdig zoldervenster, rustend op een platte console en voorzien van twee smalle staande ramen met gekleurd glas in lood. Boven dit venster is een gepotdekseld beschot gemaakt dat aansluit onder de ruim overstekende bakgoot met houten lijst die rust op twee paar platte klossen.
InterieurIn het interieur – hoewel gemoderniseerd – herinneren nog vele elementen aan de oorspronkelijke inrichting, zoals langwerpige glas-in-loodbovenlichten, zeer fraaie glas in lood ensuite schuifdeuren en een veelkleurig raam in het trappenhuis. De betimmering van het trappenhuis is nog deels oorspronkelijk, hoewel de kleur van het lakwerk is gewijzigd. Bijzonder fraai is een langwerpige, ingebouwde glas-in-loodlamp bij de overgang van de woonkamer naar de erker, waar mogelijk ooit een cosy corner was gecreëerd. De haardpartij met schouw, die ooit op deze plaats zat en in verbinding stond met de hoge schoorsteen aan de linkerkant van de voorgevel, is niet meer aanwezig. Deze schouw staat afgebeeld op een foto van de heer Klijn uit 1978 uit het West-Brabants Archief.
Recente ontwikkelingenHet huis is steeds in het bezit van de heer Klijn en zijn nazaten gebleven, tot het enkele jaren geleden werd gekocht door de huidige bewoners, die het liefdevol hebben gerenoveerd en gemoderniseerd, onder meer met een aanbouw aan de achterzijde. Hierbij is ook de ensuite inbouw enkele meters naar de tuinzijde verplaatst.
Bronnen
Gemeente Halderberge - Inventarisatie/beschrijving gemeentelijke monumentenlijst, 1999
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk ontdekte dit pand en de naastgelegen panden in de lente van 2024. Te vroeg op de dag. Een jaar later terug met goed licht. Met dank aan de bewoner voor de informatie en voor de mogelijkheid om foto's te nemen.
Gerelateerde objecten