Details
Naam
1931 Congrescentrum Brabanthallen, Den Bosch
Aantal afbeeldingen: 24
IntroductieNet als bij Kessels voormalige belastingkantoor in het centrum, strijden ook hier Amsterdamse School en Delftse School om voorrang.
AdresOude Engelenseweg 1
Postcode(s)5222 AA
Plaats's-Hertogenbosch
LandNederland
Vervaardiger Piet van Kessel (Architect)
Datum1929 - 1931
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverGemeente Den Bosch
Huidige eigenaarGemeente 's Hertogenbosch
Oorspronkelijke functieBedrijfsgebouw
Huidige functieCongrescentrum
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer522513
AchtergrondIn 1929 werd besloten tot de bouw van het complex van de veemarkthallen, dat op 20 mei 1931 officieel in gebruik werd gesteld. Het complex werd ontworpen door P.H. van Kessel van de dienst Gemeentewerken. De bestektekeningen zijn door directeur J.H. Pereij van een handtekening voorzien. De architectuur van de veemarkthal getuigt door het primaat van functionele uitgangspunten (zoals de interne verkeersstromen en hygiënische eisen) van een ontwerpprocedure zoals die ook door het Nieuwe Bouwen werd bepleit.
De aanvoer van vee steeg in de jaren 1892-1933 explosief. Zodoende kon de Bossche veemarkt uitgroeien tot de grootste van Nederland, met de grootste dagaanvoer in het meest uitgebreide gebouwencomplex. Voor het eerst werden veemarkthallen zo grootschalig opgezet en tegelijk geheel overdekt en afgesloten. De runderhal, thans Heusden- en Altenahal geheten, wordt tegenwoordig behalve voor veemarkten ook voor diverse evenementen gebruikt. De steeds veranderende gebruikseisen hebben na de oorlog enkele aanpassingen en moderniseringen (vooral in 1953) tot gevolg gehad. Een oorspronkelijk langs de zuidzijde van de runderhal gelegen losperron is verdwenen.
Het object is aangewezen als rijksmonument. Het is van belang vanwege de gaaf bewaard gebleven hoofdvormen en diverse elementen uit het vrij rijke interieur en bezit een typologische, architectuurhistorische, bouwtechnische en functionele zeldzaamheid.
De aanvoer van vee steeg in de jaren 1892-1933 explosief. Zodoende kon de Bossche veemarkt uitgroeien tot de grootste van Nederland, met de grootste dagaanvoer in het meest uitgebreide gebouwencomplex. Voor het eerst werden veemarkthallen zo grootschalig opgezet en tegelijk geheel overdekt en afgesloten. De runderhal, thans Heusden- en Altenahal geheten, wordt tegenwoordig behalve voor veemarkten ook voor diverse evenementen gebruikt. De steeds veranderende gebruikseisen hebben na de oorlog enkele aanpassingen en moderniseringen (vooral in 1953) tot gevolg gehad. Een oorspronkelijk langs de zuidzijde van de runderhal gelegen losperron is verdwenen.
Het object is aangewezen als rijksmonument. Het is van belang vanwege de gaaf bewaard gebleven hoofdvormen en diverse elementen uit het vrij rijke interieur en bezit een typologische, architectuurhistorische, bouwtechnische en functionele zeldzaamheid.
BeschrijvingDe belangstelling van liefhebbers van de Amsterdamse School betreft de voorbouw. De gedeeltelijk onderkelderde, bakstenen voorbouw beslaat een nagenoeg L-vormige plattegrond en bestaat uit diverse volumes onder grotendeels met divers gekleurde, geglazuurde gotische pannen gedekte daken. Aan de voorzijde zit een pentagonale, eenlaags serre-uitbouw, waarop zich een balkon bevindt met balustrade afgezet met nokpannen.
Aan de dakvoet zit een verspringende, overstekende dakgoot op klossen. Het metselwerk is in Noors of Noords kettingverband, met afwisselend gebruik van donkerbruine en gele baksteen. Details in natuursteen en geglazuurde donkergroene en blauwe baksteen. Er zijn markante vensters (onder andere schuifvensters en bovenlichten met valramen) met horizontale roeden, maar ook – vooral op de verdiepingen en in de dakkapellen – met kleine roedenverdeling en keramische tegelafzaten. De gevelopeningen zijn deels gewijzigd, met name aan de uiterste noordzijde van de voorbouw.
De ingang voor het publiek bevindt zich in een rechthoekige, tot aan de naaldspits circa 25 meter hoge toren van zes verdiepingen met trans onder koperen tentdak met spits op bol. De rondboogvormige centrale entree heeft natuurstenen aanzet- en sluitstukken. De deuren hiervan zijn vernieuwd.
Geheel links bevindt zich een eenlaags, vijfzijdig gesloten volume (als café gebouwd) met een zolderverdieping onder zadeldak met piron op het nokeinde. Ter rechter zijde van de toren zit een smaller, langgerekt tweelaags volume (de begane grond was oorspronkelijk voor kantoren, kantine, opslag, politie, inspecteur veterinaire dienst, en veterinairen) met een zolderverdieping onder een schilddak, waarvan een kopschild met een lagere dakvoet. Op de verdieping zit over de halve lengte van de voorgevel een doorlopend balkon met afgeronde hoek.
Aan de dakvoet zit een verspringende, overstekende dakgoot op klossen. Het metselwerk is in Noors of Noords kettingverband, met afwisselend gebruik van donkerbruine en gele baksteen. Details in natuursteen en geglazuurde donkergroene en blauwe baksteen. Er zijn markante vensters (onder andere schuifvensters en bovenlichten met valramen) met horizontale roeden, maar ook – vooral op de verdiepingen en in de dakkapellen – met kleine roedenverdeling en keramische tegelafzaten. De gevelopeningen zijn deels gewijzigd, met name aan de uiterste noordzijde van de voorbouw.
De ingang voor het publiek bevindt zich in een rechthoekige, tot aan de naaldspits circa 25 meter hoge toren van zes verdiepingen met trans onder koperen tentdak met spits op bol. De rondboogvormige centrale entree heeft natuurstenen aanzet- en sluitstukken. De deuren hiervan zijn vernieuwd.
Geheel links bevindt zich een eenlaags, vijfzijdig gesloten volume (als café gebouwd) met een zolderverdieping onder zadeldak met piron op het nokeinde. Ter rechter zijde van de toren zit een smaller, langgerekt tweelaags volume (de begane grond was oorspronkelijk voor kantoren, kantine, opslag, politie, inspecteur veterinaire dienst, en veterinairen) met een zolderverdieping onder een schilddak, waarvan een kopschild met een lagere dakvoet. Op de verdieping zit over de halve lengte van de voorgevel een doorlopend balkon met afgeronde hoek.
InterieurVan het rijke interieur zijn onder meer van belang: het torenportaal met drie paraboolvensters met geel kathedraalglas; de steil aangesneden trap naar de voormalige woning van de uitbater met dierenkoppen in het smeedijzerwerk en terrazzo treden, afgewisseld met tegelvloertjes op de bordessen; de beglaasde vleugeldeuren met horizontale roeden en oranje-zwart-gele wandtegels in de toiletruimten; blauw-zwarte wandtegels en de aanzetten van de overigens weggetimmerde boogspanten in het café.
In het café bevinden zich een groot aantal belangwekkende geometrische en figuratieve, deels gebrandschilderde glas-in-loodramen (van voorstellingen met vee) van de hand van onder meer E. van Stiphout.
In het café bevinden zich een groot aantal belangwekkende geometrische en figuratieve, deels gebrandschilderde glas-in-loodramen (van voorstellingen met vee) van de hand van onder meer E. van Stiphout.
Recente ontwikkelingenTegenwoordig zit hier 1931 Congrescentrum.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandOp een zonnige maandag in augustus 2024 besloot ik dit complex eens van nabij te bekijken.
Gerelateerde objecten