Details
Naam
Schinkelkade-Derde Schinkelstraat, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 21
IntroductieDit blok kom je in de boeken over de Amsterdamse School niet tegen. Toch is het een klein meesterwerk van een architect die binnen de Amsterdamse School onbekend is. Heel mooi hersteld door Ymere.
AdresSchinkelkade 26-29, Derde Schinkelstraat 41-49
Postcode(s)1075 VJ
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Gerrit Jan Venemans (Architect)
Datum1923 - 1926
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverN.V. Huizen Expl. My. “Museum Kwartier”
Huidige eigenaarYmere
Oorspronkelijke functieGemengde bestemming: woningen en winkels/bedrijfsruimtes
Huidige functieGemengde bestemming: woningen en winkels/bedrijfsruimtes
Type objectBlok, Geen beschermde status
AchtergrondDit Amsterdamse Schoolblok is a-typisch voor de Amsterdamse Schinkelbuurt, waarvan de uiterst smalle straten grotendeels zijn gevuld met speculatiebouw van rond 1900-1910. Het ligt op de hoek van de Schinkelkade en de Derde Schinkelstraat en bestaat oorspronkelijk uit 27 woningen en opslagplaatsen. Opdrachtgever was N.V. Huizen Expl. My. “Museum Kwartier”.
De vergunningsaanvraag voor het blok is, getuige het bouwdossier, van maart 1925. Het ontwerp was van Gerrit Jan Venemans, die ook op de vergunningsaanvraag wordt genoemd, maar al in 1923 was overleden. Dit laatste verklaart waarschijnlijk dat de (uiteindelijke) tekening in het bouwdossier door het kantoor van architect GJ Rutgers is vervaardigd. Vermoedelijk legde men daar de laatste hand aan de tekeningen voor de definitieve aanvraag.
De vergunningsaanvraag voor het blok is, getuige het bouwdossier, van maart 1925. Het ontwerp was van Gerrit Jan Venemans, die ook op de vergunningsaanvraag wordt genoemd, maar al in 1923 was overleden. Dit laatste verklaart waarschijnlijk dat de (uiteindelijke) tekening in het bouwdossier door het kantoor van architect GJ Rutgers is vervaardigd. Vermoedelijk legde men daar de laatste hand aan de tekeningen voor de definitieve aanvraag.
BeschrijvingHet blok kent vier bouwlagen en heeft twee lange gevels onder een plat dak. De gevel in de Derde Schinkelstraat loopt iets schuin weg, zodat hij aansluit op de rest van de straat, hoewel terugliggend van de rooilijn, wat de straat hier wat breder en lichter maakt.
De gevel aan de Schinkelkade voorzag aanvankelijk in vier voordeuren naar de verdiepingen en vier paar garagedeuren op de begane grond. Het meest karakteristieke element in deze gevel wordt gevormd door de verticale erkerstrook rechts, die eindigt in een torentje met plat dak. Links daarvan op de derde verdieping een houten erkertje onder de dakoverstek, die als een band over het hele pand loopt. Het erkertje heeft een puntvormige basis van lood. Links gaat de gevel de hoek om met een strook van rechthoekige erkers, die in de rooilijn van de kade liggen en uitsteken in de zijstraat. In de zijstraat lijkt deze erker te worden bekroond door een zeer ondiep balkon.
De gevel aan de Derde Schinkelstraat voorzag aanvankelijk in twee paar voordeuren en een enkele voordeur, tezamen met zes paar garagedeuren. De voordeuren naar de verdiepingen waren en zijn schuin ten opzichte van elkaar gemonteerd, als een opengeslagen boek. Hierboven vormt een uitstulpend betonnen element de overgang naar de golving in de gevel die de beide trappenhuizen kenmerkt, op de derde verdieping eindigend met wat - van een afstand - lijkt op een overwelfd balkon. vermoedelijk een illusie. Het dak hiervan rust op een houten pilaar. Het uiterst linkse deel van de gevel in de Derde Schinkelstraat wordt gevormd door een golving van de gevel die start boven de enkele voordeur. Op de derde verdieping van dit geveldeel bevindt zich een diep inpandig balkon, ditmaal lijkt sprake van een echte loggia.
Op meerdere plaatsen vallen versieringen op, zoals vierkante blokjes van bakstenen, langwerpige blokjes van natuursteen, een smeedijzeren object als bekroning van de portiekuitbouwen. Bij de garagedeuren op de begane grond zijn hier en daar forse betonnen rondingen aangebracht om de afstand tussen muur en wagens te garanderen.
De gevel aan de Schinkelkade voorzag aanvankelijk in vier voordeuren naar de verdiepingen en vier paar garagedeuren op de begane grond. Het meest karakteristieke element in deze gevel wordt gevormd door de verticale erkerstrook rechts, die eindigt in een torentje met plat dak. Links daarvan op de derde verdieping een houten erkertje onder de dakoverstek, die als een band over het hele pand loopt. Het erkertje heeft een puntvormige basis van lood. Links gaat de gevel de hoek om met een strook van rechthoekige erkers, die in de rooilijn van de kade liggen en uitsteken in de zijstraat. In de zijstraat lijkt deze erker te worden bekroond door een zeer ondiep balkon.
De gevel aan de Derde Schinkelstraat voorzag aanvankelijk in twee paar voordeuren en een enkele voordeur, tezamen met zes paar garagedeuren. De voordeuren naar de verdiepingen waren en zijn schuin ten opzichte van elkaar gemonteerd, als een opengeslagen boek. Hierboven vormt een uitstulpend betonnen element de overgang naar de golving in de gevel die de beide trappenhuizen kenmerkt, op de derde verdieping eindigend met wat - van een afstand - lijkt op een overwelfd balkon. vermoedelijk een illusie. Het dak hiervan rust op een houten pilaar. Het uiterst linkse deel van de gevel in de Derde Schinkelstraat wordt gevormd door een golving van de gevel die start boven de enkele voordeur. Op de derde verdieping van dit geveldeel bevindt zich een diep inpandig balkon, ditmaal lijkt sprake van een echte loggia.
Op meerdere plaatsen vallen versieringen op, zoals vierkante blokjes van bakstenen, langwerpige blokjes van natuursteen, een smeedijzeren object als bekroning van de portiekuitbouwen. Bij de garagedeuren op de begane grond zijn hier en daar forse betonnen rondingen aangebracht om de afstand tussen muur en wagens te garanderen.
InterieurOver de interieurs is mij niets bekend. Van buiten af ontstaat niet de indruk dat er bijzondere elementen aanwezig zijn.
Recente ontwikkelingenUit foto’s in het Stadsarchief blijkt dat de gehele begane grond nog in 1988 werd ingenomen door een autobedrijf. Op dat moment was het onderste deel van de gevel tot vlak onder de ramen van de eerste verdieping wit gesausd. Sinds die tijd is er veel veranderd. Het autobedrijf is vertrokken, de witte verf van de gevels is verwijderd - hetgeen lang niet altijd mogelijk is! - en de voormalige deuren en ramen van de begane grond zijn vervangen door deels houten kozijnen met glas. Eigenaar Ymere: klasse!
Bronnen
Stadsarchief Amsterdam
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandNu ik foto's heb genomen en de bijdrage heb geschreven, waardeer ik het blok des te meer om de mooie details.
Gerelateerde objecten