Details
Naam
Brug 199, Overtoomse Sluis
Aantal afbeeldingen: 21
IntroductieIn de beelden van Hildo Krop op de brug van Piet Kramer wordt verwezen naar de geschiedenis van de Overtoomse Sluis.
AdresKostverlorenvaart / Overtoom
Postcode(s)1058 GK
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectBrug
VervaardigerPublieke Werken (Architect)
Piet Kramer (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Piet Kramer (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Datum - 1949
MateriaalBaksteen, Graniet, Beton, Smeedijzer
Huidige staatLocatie ongewijzigd en nog altijd in gebruik
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarGemeente Amsterdam
AchtergrondDe brug met de naam Overtoomse Sluis, die over de Schinkel ligt, is gebouwd in 1949 en verving toen een ijzeren ophaalbrug uit 1925. De naam verwijst naar een oudere overgang op deze plek. Vanaf 1515 lag hier een overhaal of overtoom, een systeem om vaartuigen met behulp van een lier en een groot wiel over een hellingbaan te trekken om een verschil in waterpeil te overbruggen. Er was een hoogteverschil van 1,6 meter tussen de polder van de Slotervaart en de Kostverlorenvaart. De overtoom werd veel gebruikt door boeren en tuinders die hun waar in Amsterdam verkochten. In 1809 is de overtoom vervangen door een schutsluis, de Overtoomse Sluis. De latere bruggen behielden de naam, ook nadat de functie van de sluis vanaf 1942 werd overgenomen door de Schinkelsluis, iets ten zuiden van het Olympisch Stadion. Deze vervanging was mede de aanleiding om de bestaande brug te vervangen door een moderne basculebrug waar ook de tram overheen kon. De vernieuwing van de Overtoomse Sluis was daarom al voorzien vanaf 1940 en Kramer maakte zijn ontwerp in 1942, maar de uitvoering liep vertraging op door de oorlog.
Bij oplevering in 1949 was de Overtoomse Sluis met 25 meter de grootste basculebrug van Amsterdam, tot de Kattenslootbrug het record een paar jaar later verbrak. Het openen van de brug gebeurde elektrisch vanaf een lessenaar onder de uitstekende kap van het brugwachtershuisje. Dit huisje kreeg, anders dan de vooroorlogse ontwerpen, stalen kozijnen. De doorvaarthoogte van de brug was een halve meter hoger dan zijn voorganger, waardoor het aantal openingen per dag met een derde af kon nemen.
De Overtoomse Sluis werd op 17 september 1949 onder belangstelling van tienduizenden mensen geopend. De mensen hingen uit de ramen en klommen op de daken om een twee kilometer lange stoet te aanschouwen met jeugdorganisaties, praalwagens en ruitergroepen; Burgemeester D’Ailly was aanwezig om de brug te openen.
Het Handelsblad deed 19 september 1949 verslag van de feestelijkheden:
"Zaterdag is de nieuwe brug aan het einde van de Overtoom in Amsterdam-West in gebruik genomen. Men had zich voorgenomen deze opening van “De Overtoomse Sluis” recht feestelijk te doen geschieden, maar de gulle opening van de sluizen des hemels heeft veel in het water doen vallen. In snelle opeenvolging kletterden de buien neer op de duizenden toeschouwers, die zich aan het einde van de Overtoom, in de Surinamestraat en op het Surinameplein hadden opgesteld om maar niets van de gebeurtenissen te missen en telkens vluchtte men weer naar portieken en arcaden of wachtte gelaten in plastic-jas of onder parapluie op droger ogenblikken."
(..) Midden over de brug was een rose lint gespannen; omstuwd door genodigden begaf de burgemeester er zich heen. Eerst sprak de voorzitter van het feestcomité, de heer H. van Stijn, een enkel woord, vervolgens hield de burgemeester een toespraak, waarin hij zijn vreugde uitte over de ontzaglijke belangstelling, die de opening van de nieuwe brug heeft opgewekt. Hij huldigde allen van hoog tot laag, die aan de totstandkoming hebben medegewerkt, feliciteerde de brugwachters, die nu over een vorstelijk verblijf beschikken.
(…) Onder het nauwlettend oog van een batterij geknielde persfotografen en nadat een kinderkoortje had gezongen “In naam van Oranje! “knipte mr. d’Ailly, terwijl grote regendroppels velen, het lint door met een schaar, die Liesje van Stijn hem op een kussentje had gepresenteerd. De stroom van genodigden ging over de brug om een enkel ogenblik later alle gereserveerdheid te laten schieten teneinde een hoosbui te ontvluchten aan boord van een boot die ter ere van het feest in de Schinkel lag."
Bij oplevering in 1949 was de Overtoomse Sluis met 25 meter de grootste basculebrug van Amsterdam, tot de Kattenslootbrug het record een paar jaar later verbrak. Het openen van de brug gebeurde elektrisch vanaf een lessenaar onder de uitstekende kap van het brugwachtershuisje. Dit huisje kreeg, anders dan de vooroorlogse ontwerpen, stalen kozijnen. De doorvaarthoogte van de brug was een halve meter hoger dan zijn voorganger, waardoor het aantal openingen per dag met een derde af kon nemen.
De Overtoomse Sluis werd op 17 september 1949 onder belangstelling van tienduizenden mensen geopend. De mensen hingen uit de ramen en klommen op de daken om een twee kilometer lange stoet te aanschouwen met jeugdorganisaties, praalwagens en ruitergroepen; Burgemeester D’Ailly was aanwezig om de brug te openen.
Het Handelsblad deed 19 september 1949 verslag van de feestelijkheden:
"Zaterdag is de nieuwe brug aan het einde van de Overtoom in Amsterdam-West in gebruik genomen. Men had zich voorgenomen deze opening van “De Overtoomse Sluis” recht feestelijk te doen geschieden, maar de gulle opening van de sluizen des hemels heeft veel in het water doen vallen. In snelle opeenvolging kletterden de buien neer op de duizenden toeschouwers, die zich aan het einde van de Overtoom, in de Surinamestraat en op het Surinameplein hadden opgesteld om maar niets van de gebeurtenissen te missen en telkens vluchtte men weer naar portieken en arcaden of wachtte gelaten in plastic-jas of onder parapluie op droger ogenblikken."
(..) Midden over de brug was een rose lint gespannen; omstuwd door genodigden begaf de burgemeester er zich heen. Eerst sprak de voorzitter van het feestcomité, de heer H. van Stijn, een enkel woord, vervolgens hield de burgemeester een toespraak, waarin hij zijn vreugde uitte over de ontzaglijke belangstelling, die de opening van de nieuwe brug heeft opgewekt. Hij huldigde allen van hoog tot laag, die aan de totstandkoming hebben medegewerkt, feliciteerde de brugwachters, die nu over een vorstelijk verblijf beschikken.
(…) Onder het nauwlettend oog van een batterij geknielde persfotografen en nadat een kinderkoortje had gezongen “In naam van Oranje! “knipte mr. d’Ailly, terwijl grote regendroppels velen, het lint door met een schaar, die Liesje van Stijn hem op een kussentje had gepresenteerd. De stroom van genodigden ging over de brug om een enkel ogenblik later alle gereserveerdheid te laten schieten teneinde een hoosbui te ontvluchten aan boord van een boot die ter ere van het feest in de Schinkel lag."
BeschrijvingOm de herinnering aan de rijke geschiedenis van deze plek levend te houden verwijzen de beelden “Overhaal” en “Verladers”, beide vervaardigd door Hildo Krop, naar de vroegere overtoom. In een afdeksteen aan de oostzijde is de lier te zien waarmee twee mannen een bootje omhoog trekken. Aan de overkant laden twee mannen kisten met handelswaar in een schuit. Beide beelden zijn van graniet.
Op de brughoofden aan oostelijke en westelijke zijde zijn nog een een drietal granieten versieringen aangebracht. Ze tonen een pijl met het woord “zuid”, een “waaier” en een soort van pijl die met enige fantasie met een letter “N” verwijst naar het noorden. Ze worden echter in geen enkele lectuur vermeld en/of in verband gebracht met Hildo Krop. Wellicht zijn ze door Piet Kramer zelf ontworpen.
De smeedijzeren hekken zijn vrij eenvoudig en strak vormgegeven.
Op de brughoofden aan oostelijke en westelijke zijde zijn nog een een drietal granieten versieringen aangebracht. Ze tonen een pijl met het woord “zuid”, een “waaier” en een soort van pijl die met enige fantasie met een letter “N” verwijst naar het noorden. Ze worden echter in geen enkele lectuur vermeld en/of in verband gebracht met Hildo Krop. Wellicht zijn ze door Piet Kramer zelf ontworpen.
De smeedijzeren hekken zijn vrij eenvoudig en strak vormgegeven.
Bronnen
W. de Boer en Peter Evers, Amsterdamse bruggen, 1910-1950 (Amsterdam, 1983).
Sebas Baggelaar en Pim van Schaik, Piet Kramer, Bruggenbouwer van de Amsterdamse School (Cultuurhistorische uitgeverij Stokerkade, 2016).
Ingezonden door Annemarieke Verheij
Professionele of persoonlijke bandDe brug zelf is niet zo opvallend. Het brugwachtershuisje mist de expressionistische elementen van de vooroorlogse exemplaren. Maar de beelden van Hildo Krop zijn prachtig en dit tezamen met de kleine granieten versieringen maken het tot een mooi geheel.
Gerelateerde objecten