Details
Naam
Brug 159, Oosterpark
Aantal afbeeldingen: 19
IntroductieEen brug van Kramer, geïnspireerd op de collectie in het naastgelegen Koloniaal Instituut?
AdresLinnaeusstraat t.o. Eerste van Swindenstraat
Postcode(s)1092 CK
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectBrug
Vervaardiger Piet Kramer (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Datum - 1929
Huidige staatLocatie ongewijzigd en nog altijd in gebruik
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarGemeente Amsterdam
AchtergrondKramer ontwierp de houten bruggen hoofdzakelijk voor een landelijke omgeving of parken, waar geen zwaar verkeer overheen ging. Deze bruggen hebben een duidelijk oosterse invloed. Kramer had concrete voorbeelden van houten bruggen uit Japen, China en (destijds) Indië. De brug in het Oosterpark is een van de oudere houten voetbruggen van Kramer. Het gebruik van de Chinese maskers in de zijkanten van de brug zou ingegeven zijn door het in de directe nabijheid gelegen Koloniaal Instituut, thans Koninklijk Instituut voor de Tropen, dat een paar jaar voor de plaatsing van de brug was geopend. Of dit echt waar is, weet ik niet.
BeschrijvingDe houten brug in het Oosterpark verbindt de twee oevers aan het begin van de grote vijver . De leuningen aan beide zijden bestaan uit 12 witte pilaren met een zwart "hoedje". In deze ronde pilaren zijn vier boven elkaar geplaatste balken bevestigd. De balken hebben telkens een ander formaat. De onderste balk is donkergroen geschilderd. Daarop rusten dwarse, groene dragers die de volgende, witte, balk mede ondersteunen. In de ruimte tussen de tweede en derde witte balk zijn rode Chinese maskers geplaatst. Op de derde balk rust een bredere witte leuning. Bij de vier uiteinden van de brug zijn ingewerkt in de leuning houten zuilen gemaakt met een windroos, afgedekt met een loden (?) hoed met tentakels als stralen van een zinderende zon.
Er zijn in de brug vier verschillende maskers gebruikt.
Het loopvlak van de brug is van hout, maar het lijkt erop dat de vloer op een betonnen balklaag of ondergrond rust.
De houten pijlers onder de hele breedte van de brug zijn bekleed met planken, aan de uiteinden als muizentanden afgezaagd. De houten pijlers lijken ondersteund te worden door metalen leggers die via een dunne ijzeren stang in de bodem van de vijver staan.
Er zijn in de brug vier verschillende maskers gebruikt.
Het loopvlak van de brug is van hout, maar het lijkt erop dat de vloer op een betonnen balklaag of ondergrond rust.
De houten pijlers onder de hele breedte van de brug zijn bekleed met planken, aan de uiteinden als muizentanden afgezaagd. De houten pijlers lijken ondersteund te worden door metalen leggers die via een dunne ijzeren stang in de bodem van de vijver staan.
Recente ontwikkelingenHet boek Amsterdamse Bruggen, uitgegeven door de Amsterdamse Raad voor de Stedenbouw, geeft als bouwjaar van de brug 1929. Het Ned. Architectuur Instituut geeft als startjaar 1924 en als eindjaar 1934.
Bronnen
Wim de Boer en Peter Evers, Amsterdamse bruggen, 1910-1950 (Amsterdamse Raad voor de Stedebouw 1983).
Ingezonden door Corrie Groen- Pickhard
Gerelateerde objecten