Details
Naam
Brug 283
Aantal afbeeldingen: 14
IntroductieOnlosmakelijk verbonden met Het Scheepvaarthuis, deze destijds bekritiseerde, 'massieve' brug van Van der Meij.
AdresBuiten Bantammerstraat
Postcode(s)1011 AX
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectRijksmonument, Brug
Monumentnummer518384
Vervaardiger Joan van der Meij (Architect)
Piet Kramer (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Piet Kramer (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Datum1914
MateriaalBeton, Baksteen, Smeedijzer
Huidige staatLocatie ongewijzigd en nog altijd in gebruik
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarGemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam
AchtergrondBrug 283 over de Waalseilandgracht bij Het Scheepvaarthuis, ook wel Kromme Waal genoemd, werd in 1914-1915 vernieuwd. Het conceptbestek was gereed in juni 1914. Het werd door het college van B en W goedgekeurd op 23 oktober. In november werd het werk middels een openbare aanbesteding gegund aan Cornelus Hoen voor een bedrag van 18.530 gulden. De pijlers van de oude vaste brug werden opnieuw gebruikt.
De vernieuwde brug werd in de dag- en vakbladen streng bekritiseerd vanwege zijn massieve, gesloten karakter. Het ontlokte felle protesten tegen de “schending van het oude Amsterdamse stadsschoon” die door dit bouwwerk zou worden veroorzaakt.
De brug stond tot april 2016 officieus bekend als Waalseilandbrug (de naam Kraanboomsluisbrug wedr ook wel gebruikt). In die maand had de gemeente de keus of het die officieuze benaming officieel zou maken dan wel dat de naam ingetrokken werd. Voor deze brug gold de tweede keus, sindsdien gaat ze alleen met het brugnummer door het leven. Dat brugnummer is trouwens anders dan bij andere bruggen te vinden in siersmeedijzeren cijfers te vinden onder de lantaarns.
De vernieuwde brug werd in de dag- en vakbladen streng bekritiseerd vanwege zijn massieve, gesloten karakter. Het ontlokte felle protesten tegen de “schending van het oude Amsterdamse stadsschoon” die door dit bouwwerk zou worden veroorzaakt.
De brug stond tot april 2016 officieus bekend als Waalseilandbrug (de naam Kraanboomsluisbrug wedr ook wel gebruikt). In die maand had de gemeente de keus of het die officieuze benaming officieel zou maken dan wel dat de naam ingetrokken werd. Voor deze brug gold de tweede keus, sindsdien gaat ze alleen met het brugnummer door het leven. Dat brugnummer is trouwens anders dan bij andere bruggen te vinden in siersmeedijzeren cijfers te vinden onder de lantaarns.
BeschrijvingDe Waalseilandgracht is door zijn breedte en situering niet goed te vergelijken met de andere grachten in Amsterdam. Transparantie is niet een noodzakelijk programmapunt voor deze brug. De met elkaar te verbinden oevers liggen zo’n vijftig meter uit elkaar in een bocht in de gracht. De brug probeert met zijn vorm de gracht te versmallen. De kaden lijken dichter bij elkaar te komen, omdat ze in de brug doorlopen.
De traditionele gietijzeren brugleuning loopt vanaf de kade een stuk de brug op. De plaats waar deze leuning in de gemetselde borstwering overgaat, geeft de indruk dat daar de echte brug pas begint. De brugmassa wordt doorbroken door de driehoekige waterdoorgangen en de doorvaart in het midden.
De situering van de vier, hoogstwaarschijnlijk door Piet Kramer ontworpen smeedijzeren lantaarns, knabbelt op een subtiele manier eveneens iets af van de lengte van de brug. De “rust” van deze brug staat tegenover de “onstuimigheid” van het nabijgelegen Scheepvaarthuis. De expressie van beide bouwwerken is echter even sterk. Ze verdragen elkaar goed. Het afsluitende karakter, de lengte en het smalle wegdek geven de brug iets landelijks.
De plaatbrug is voorzien van vier doorvaarten uitgevoerd als keperboog en een middendoorvaart met naar binnen hellende brughoofden. Eén van de meest bijzondere kenmerken van deze brug zijn de lange aanbruggen, de landhoofden en pijlers van baksteen (aan de onderzijde voorzien van vlechtwerk) afgezet met geprofileerde blokken en banden van natuursteen.
De traditionele gietijzeren brugleuning loopt vanaf de kade een stuk de brug op. De plaats waar deze leuning in de gemetselde borstwering overgaat, geeft de indruk dat daar de echte brug pas begint. De brugmassa wordt doorbroken door de driehoekige waterdoorgangen en de doorvaart in het midden.
De situering van de vier, hoogstwaarschijnlijk door Piet Kramer ontworpen smeedijzeren lantaarns, knabbelt op een subtiele manier eveneens iets af van de lengte van de brug. De “rust” van deze brug staat tegenover de “onstuimigheid” van het nabijgelegen Scheepvaarthuis. De expressie van beide bouwwerken is echter even sterk. Ze verdragen elkaar goed. Het afsluitende karakter, de lengte en het smalle wegdek geven de brug iets landelijks.
De plaatbrug is voorzien van vier doorvaarten uitgevoerd als keperboog en een middendoorvaart met naar binnen hellende brughoofden. Eén van de meest bijzondere kenmerken van deze brug zijn de lange aanbruggen, de landhoofden en pijlers van baksteen (aan de onderzijde voorzien van vlechtwerk) afgezet met geprofileerde blokken en banden van natuursteen.
Bronnen
Wim de Boer en Peter Evers, Amsterdamse bruggen, 1910-1950 (Amsterdamse Raad voor de Stedebouw 1983).
Michiel Kruidenier en Paul Smeets, Joan Melchior van der Meij. Pionier van de Amsterdamse School (nai010 2014).
Links
Ingezonden door Annemarieke Verheij
Professionele of persoonlijke bandDe brug stond op het wensenlijstje van de organisatoren om gedocumenteerd te worden.
Gerelateerde objecten