Details
Naam
Brug 381, Vierwindstrekenbrug
Aantal afbeeldingen: 37
IntroductieEen gave brug met beeldhouwwerk. Het brengt de fantasie op gang, zoals blijkt uit deze omschrijving en jeugdherinnering van Alexander Mooi.
AdresJan van Galenstraat
Postcode(s)1056 BS
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectGemeentelijk monument, Brug
Vervaardiger Piet Kramer (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Jan Trapman (Kunstenaar)
Jaap Kaas (Kunstenaar)
H. van Lith (Kunstenaar)
Publieke Werken (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Jan Trapman (Kunstenaar)
Jaap Kaas (Kunstenaar)
H. van Lith (Kunstenaar)
Datum1932 - 1933
Huidige staatLocatie ongewijzigd en nog altijd in gebruik
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarGemeente overig
AchtergrondDe Vierwindstrekenbrug is aangelegd om zowel de Centrale Markthallen, even verderop aan de Jan van Galenstraat, te ontsluiten, als om de nieuwe wijk rondom het naastgelegen Erasmuspark te verbinden met de binnenstad. Het is een wijde, vaste plaatbrug geworden om de verwachte, grote hoeveelheden vrachtvervoer te verwerken. Daarnaast fungeert de brug ook als afsluiting van de Admiralengracht en toegang tot het volkspark.
Vanwege deze verscheidenheid aan functies is er tijdens de ontwerpfase meer dan het gebruikelijke aan investeringskosten gereserveerd; voor een totaalbedrag van 240.000 gulden zou er, naast de brug zelf, ook enkele zitbanken, sculpturen en een kleine kiosk gerealiseerd worden. Die laatste is er uiteindelijk nooit gekomen. De totale aanbesteding was in 1932 dan ook nog maar een kleine 75.000 gulden. Hoewel het jaartal 1932 ook op de brug zelf te vinden is, kwam deze in 1933 gereed.
Vanwege deze verscheidenheid aan functies is er tijdens de ontwerpfase meer dan het gebruikelijke aan investeringskosten gereserveerd; voor een totaalbedrag van 240.000 gulden zou er, naast de brug zelf, ook enkele zitbanken, sculpturen en een kleine kiosk gerealiseerd worden. Die laatste is er uiteindelijk nooit gekomen. De totale aanbesteding was in 1932 dan ook nog maar een kleine 75.000 gulden. Hoewel het jaartal 1932 ook op de brug zelf te vinden is, kwam deze in 1933 gereed.
BeschrijvingDe naam van de burg is ontleend aan de vier prominente sculpturen op de bruggenhoofden, naar een ontwerp van Hildo Krop. Elk van de zogenaamde brugbekroningen symboliseert één van de vier windstreken, telkens vertegenwoordigd door eigen, kenmerkelijke attributen: het Noorden wordt gerepresenteerd door een Eskimo geflankeerd door een rob en een walrus, het Westen is uitgebeeld door een beurshandelaar met telefoon, auto’s en handelskoersen, het Zuiden door een Afrikaanse krijger omringd door twee leeuwen en tenslotte het Oosten door een Chinese werker ingeklemd tussen twee stoomboten.
Bij de toegang naar het park zijn eveneens twee beeldhouwwerken te vinden, hier van de hand van Jan Trapman; een tijger en een ijsbeer die eveneens symbool staan voor verre, exotische oorden. Een thematische uitzondering vormen de werken die zich naast de trap naar het voormalige korfbalveld van Blauw-Wit bevinden. Achter een zitbank, aan beide kanten voorzien van het jaartal 1932, zijn een naakt van H. van Lith en een moeder met kind van Jaap Kaas te zien. Datzelfde jaartal is ook te vinden bij de twee halfronde zitbanken, bezijden de twee brughoofden aan de Admiralengracht en de toegang tot het Erasmuspark. De brug en de zitbanken worden omringd door een ambachtelijk vervlochten stalen hekwerk, waar inmiddels ook de naam van de brug vermeld staat.
Bij de toegang naar het park zijn eveneens twee beeldhouwwerken te vinden, hier van de hand van Jan Trapman; een tijger en een ijsbeer die eveneens symbool staan voor verre, exotische oorden. Een thematische uitzondering vormen de werken die zich naast de trap naar het voormalige korfbalveld van Blauw-Wit bevinden. Achter een zitbank, aan beide kanten voorzien van het jaartal 1932, zijn een naakt van H. van Lith en een moeder met kind van Jaap Kaas te zien. Datzelfde jaartal is ook te vinden bij de twee halfronde zitbanken, bezijden de twee brughoofden aan de Admiralengracht en de toegang tot het Erasmuspark. De brug en de zitbanken worden omringd door een ambachtelijk vervlochten stalen hekwerk, waar inmiddels ook de naam van de brug vermeld staat.
Bronnen
Wim de Boer en Peter Evers, Amsterdamse bruggen, 1910-1950 (Amsterdamse Raad voor de Stedebouw 1983)., p.14,19,290.
M. Casciato, The Amsterdam School (1987), p. 7, 8, 9, 1.
E.J. Lagerweij-Polak, Hildo Krop (1992).
'Bouwsculptuur, Bouwsculptuur', Ons Amsterdam 25 (1973), p. 10, 310-313.
Algemeen Handelsblad, 14 juli 1931.
Algemeen Handelsblad, 30 maart 1932.
De Sumatra Post, 6 november 1933.
De Telegraaf, 11 oktober 1933.
De Telegraaf, 30 maart 1932.
Links
Ingezonden door Alexander Mooi
Professionele of persoonlijke bandHet Erasmuspark vervult tot op de dag vandaag de functie van volkspark voor vermaak en vertier. Ook tijdens mijn eigen jeugd was het maar wat leuk om tussen de sculpturen van Krop en consorten te spelen. Met name de imposante tijger en wollige ijsbeer bij de ingang maakten veel indruk. In mijn verbeelding was de eerste tot sabeltandtijger uitgegroeid en vervulde deze een hoofdrol in vele fantasieën. De brugbekroningen zelf waren een pleziertje voor elke dag; aan de hand van mijn moeder staren en mijmeren bij de aanblik van de Eskimo, de Chinees of de leeuwen. Ook werd er door ijverige vissers of zich vervelende hangjongeren veelvuldig gebruik gemaakt van de bankjes aan de gracht. Het waren kleine plekjes van rust en afzondering aan de drukke Jan van Galenstraat.
Gerelateerde objecten