Details
Naam
Gemeentewerken Groningen - interieur
Aantal afbeeldingen: 19
IntroductieExpressief glas in lood treffen we bij veel Amsterdamse School-objecten aan. De vormentaal van dit kleurrijke exemplaar in het trappenhuis van Gemeentewerken, van de hand van Siebe Jan Bouma, heeft z'n wortels in Groningen zelf.
AdresGedempte Zuiderdiep 96
Postcode(s)9712 HJ
PlaatsGroningen
LandNederland
Vervaardiger Siebe Jan Bouma (Architect)
Datum1927 - 1928
OpdrachtgeverGemeente Groningen
Huidige eigenaarGemeente Groningen
AchtergrondSiep Bouma was geboren in 1899 en dus nog vrij jong toen hem in 1927/1928 de eer te beurt viel om het gebouw van de dienst Gemeentewerken te ontwerpen. Het geloof in de jonge architect moet groot geweest zijn, aangezien men hem het visitekaartje van de dienst Gemeentewerken toevertrouwde. Het is een Gesamtkunswerk geworden. Het exterieur wordt hier belicht.
BeschrijvingHet interieur is geheel van de hand van Bouma. De gangen zijn verlevendigd door groen geglazuurde wandtegels, geometrische tegelpatronen en ingenieus in het plafond verwerkte lichtarmaturen. Verder ontwierp Bouma stoelen, banken en bureaus. Helaas is niet alles bewaard gebleven.
Het hoogtepunt van het gebouw is de hal. Twee trappen voeren met knikken omhoog. Het rode, haast industrieel vormgegeven, smeedwerk van de leuningen knalt de bezoeker tegemoet. In het trapgat hangt een zeer bijzondere monumentale lamp, een samenspel van kettingen, stalen stangen en melkglazen bollen. De trappen staan enigszins los in de ruimte, er is een flinke ruimte tussen de trap en de achterwand. Deze achterwand wordt gevormd door zeer kleurrijk glas in lood. Bouma kreeg speciaal toestemming om, buiten werkuren om, het ontwerp voor het glas in lood te maken. De directeur van Gemeentewerken gaf Bouma op 12 september 1928 toestemming tot "het in Uw vrijen tijd vervaardigen van glas in lood ramen."
Het Gemeentewerkengebouw van Bouma kan zonder twijfel tot de Amsterdamse School gerekend worden. De vormentaal van de buitenkant maakt het tot een hoogtepunt van de Amsterdamse School. Met het glas in lood beweegt Bouma zich echter een andere kant op. In de monografie over de architect geeft Herma Hekkema het als volgt heel treffend weer: "Glas-in-lood is door zijn expressieve uitstraling favoriet bij de Amsterdamse School. Het is dan ook zowel afsluiting als opening, zowel binnen als buiten, zowel vlak als ruimtelijk, zowel sierend als functioneel, zowel massa als lijn. De populariteit van het medium mag op Bouma zijn weerslag hebben, het glas-in-lood dat hij voor het Gemeentewerkengebouw en ander projecten ontwerpt, heeft in zijn vormentaal niet veel van doen met de Amsterdamse School. De kleurstellingen - hardgroen, paars, rood, geel, diep blauw, oranje, roze - stemmen weliswaar overeen met het kleurengamma van de moderne expressionistische schilderkunst, waar de Amsterdamse School zeker aan verwant is, maar ze komen vooral voort uit de Groninger variant ervan: het schilderwerk van de expressionistische 'maestri' van De Ploeg. De motieven die Bouma in zijn glas-in-lood toepast zijn nog Groningser. In de geometrische opzet, het grafische lijnenspel en het veelvuldige voorkomen van driehoeken en hele, halve en kwartcirkels vertonen die motieven veel gelijkenis met het werk van Jan van der Zee en Wobbe Alkema, de constructivisten onder de Ploegers." (Hekkema, blz 35).
Een portret van Bouma, afgebeeld op Wendingen bij de biografie van de architect, is in 2012 door Stichting De Ploeg verkregen en opgehangen in de hal.
Het hoogtepunt van het gebouw is de hal. Twee trappen voeren met knikken omhoog. Het rode, haast industrieel vormgegeven, smeedwerk van de leuningen knalt de bezoeker tegemoet. In het trapgat hangt een zeer bijzondere monumentale lamp, een samenspel van kettingen, stalen stangen en melkglazen bollen. De trappen staan enigszins los in de ruimte, er is een flinke ruimte tussen de trap en de achterwand. Deze achterwand wordt gevormd door zeer kleurrijk glas in lood. Bouma kreeg speciaal toestemming om, buiten werkuren om, het ontwerp voor het glas in lood te maken. De directeur van Gemeentewerken gaf Bouma op 12 september 1928 toestemming tot "het in Uw vrijen tijd vervaardigen van glas in lood ramen."
Het Gemeentewerkengebouw van Bouma kan zonder twijfel tot de Amsterdamse School gerekend worden. De vormentaal van de buitenkant maakt het tot een hoogtepunt van de Amsterdamse School. Met het glas in lood beweegt Bouma zich echter een andere kant op. In de monografie over de architect geeft Herma Hekkema het als volgt heel treffend weer: "Glas-in-lood is door zijn expressieve uitstraling favoriet bij de Amsterdamse School. Het is dan ook zowel afsluiting als opening, zowel binnen als buiten, zowel vlak als ruimtelijk, zowel sierend als functioneel, zowel massa als lijn. De populariteit van het medium mag op Bouma zijn weerslag hebben, het glas-in-lood dat hij voor het Gemeentewerkengebouw en ander projecten ontwerpt, heeft in zijn vormentaal niet veel van doen met de Amsterdamse School. De kleurstellingen - hardgroen, paars, rood, geel, diep blauw, oranje, roze - stemmen weliswaar overeen met het kleurengamma van de moderne expressionistische schilderkunst, waar de Amsterdamse School zeker aan verwant is, maar ze komen vooral voort uit de Groninger variant ervan: het schilderwerk van de expressionistische 'maestri' van De Ploeg. De motieven die Bouma in zijn glas-in-lood toepast zijn nog Groningser. In de geometrische opzet, het grafische lijnenspel en het veelvuldige voorkomen van driehoeken en hele, halve en kwartcirkels vertonen die motieven veel gelijkenis met het werk van Jan van der Zee en Wobbe Alkema, de constructivisten onder de Ploegers." (Hekkema, blz 35).
Een portret van Bouma, afgebeeld op Wendingen bij de biografie van de architect, is in 2012 door Stichting De Ploeg verkregen en opgehangen in de hal.
Recente ontwikkelingenHekkema schreef in 1992 dat het karakter van de hal bij een renovatie begin negentiger jaren werd aangetast. Onder meer merkte zij op dat de monumentale lamp was verdwenen: "Onachtzaamheid, onwetendheid en onduidelijkheid over verantwoordelijkheden zijn er de oorzaken van dat de lamp eind 1991, notabene bij de grootscheepse renovatie van het Gemeentewerkengebouw, in stukken gezaagd op de vuilnisbelt belandde." Op een aantal foto's van de hal in diverse boeken is inderdaad de hal zonder lamp te zien. Ik ken het verdere verloop niet, maar feit is dat de lamp (een replica?) vandaag de dag weer op de oorspronkelijke plaats hangt en dat het trappenhuis er schitterend uit ziet.
Bronnen
Herma Hekkema, S. J. Bouma 1899-1959 (Groningen, 1992).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandIk ging speciaal op een doordeweekse dag naar Groningen om onder meer dit trappenhuis te zien, dat in het weekend altijd dicht is. Bij de gemeente is men wel gewend dat architectuurliefhebbers zich bij de balie melden met de vraag of ze even een kijkje mogen nemen, mits niet met grote aantallen.
Gerelateerde objecten