Details
Naam
Siedlung Schillerpark, Berlijn
Aantal afbeeldingen: 28
IntroductieIn 2020 organiseert Museum Het Schip een tentoonstelling over de Duitse architect Bruno Taut. Deze bijdrage maakt in ieder geval de invloed van de Amsterdamse School op dit Berlijnse ontwerp van Taut duidelijk.
AdresBristolstrasse 1-11, Oxforder Strasse 3-7 en 4-10, Windsorer Strasse 3-11 en 4-10, Corker Strasse 25-35, Dubliner Strasse 62-66
Postcode(s)13349
PlaatsBerlijn
LandDuitsland
Vervaardiger Bruno Taut (Architect)
Datum1924 - 1930
OpdrachtgeverBerliner Spar- und Bauverein
Huidige eigenaarBerliner Bau- und Wohnungsgenossenschaft von 1892
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectBlok
Monumentnummer09030287
AchtergrondDe Duitse architect Bruno Taut (Koningsbergen 1880 - Istanbul 1936) ontwierp kleurrijke arbeiderswijken en utopische paviljoens, fantasievolle staalconstructies en groene tuinsteden. Hij was een eigenzinnige architect, die in de woelige jaren na de Eerste Wereldoorlog naam maakte als avant-gardist, volkshuisvester en utopist. Uiteindelijk was Taut in Berlijn verantwoordelijk voor de bouw van ruim 10.000 woningen. Deze werden gebouwd in zogenaamde Siedlungen (wooncomplexen). Hoewel de Siedlungen grote overeenkomsten hadden, kreeg iedere wijk toch een eigen gezicht. Bekende Siedlungen van Taut zijn onder meer de Hufeisensiedlung (tevens UNESCO werelderfgoed) en Onkel Toms Hütte.
De ontwerpen van Taut kenmerken zich door zijn voorkeur voor licht, lucht, ruimte en kleur. In tegenstelling tot de in Berlijn gebruikelijke Mietskasernen (huurkazernes), gesloten en benauwde blokken van huurwoningen, streefde hij ernaar ook op kleine percelen de huiskamers op de zon te richten, zo veel mogelijk licht binnen te laten en in de ruimte om de woningen heen zo veel mogelijk groen te plannen. In dit opzicht sloot hij aan bij het streven van architecten als Michel de Klerk en Piet Kramer om ook de minder verdienende groepen in de samenleving in wijken onder te brengen die gekenmerkt werden door schoonheid en netheid. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat uiteindelijk de woningen voor arbeiders vaak net wat te duur waren, zodat vooral Jan Modaal huurder werd.
Bruno Taut was geen baksteenexpressionist zoals de architecten van de Amsterdamse School. De enige buurt waar Taut wél de baksteen centraal stelde, was de Siedlung Schillerpark in Berlijn-Wedding, gebouwd vanaf 1924 in opdracht van de Berliner Spar- und Bauverein. De buurt toont verschillende kenmerken van de Amsterdamse School en wordt daarom wel Tauts Nederlandse buurt genoemd.
De wijk werd in vijf delen gebouwd. In totaal gaat het om 13 woonblokken met ongeveer 300 woningen. Het ontwerp van de eerste drie delen was in handen van Bruno Taut, zijn broer Max Taut (1884-1967) en Franz Hoffmann (1884-1951), die samen een architectenbureau vormden. Hiervan is het eerste deel het meest uitgewerkt. Dit deel wordt ook het hoogst gewaardeerd. Het kwam tot stand tussen 1924 en 1925 en beslaat de adressen Bristolstrasse 1-11, Dubliner Strasse 62-66 en Oxforder Strasse 3-7. De delen twee en drie dateren uit de jaren twintig maar zijn al aanzienlijke soberder vormgegeven, mede door de verslechterende economische omstandigheden. De delen vier en vijf zijn nog weer soberder en kwamen pas vanaf midden jaren vijftig tot stand, naar ontwerp van de architect Hans Hoffmann. Hier en daar zijn delen herbouwd als gevolg van oorlogsschade.
De ontwerpen van Taut kenmerken zich door zijn voorkeur voor licht, lucht, ruimte en kleur. In tegenstelling tot de in Berlijn gebruikelijke Mietskasernen (huurkazernes), gesloten en benauwde blokken van huurwoningen, streefde hij ernaar ook op kleine percelen de huiskamers op de zon te richten, zo veel mogelijk licht binnen te laten en in de ruimte om de woningen heen zo veel mogelijk groen te plannen. In dit opzicht sloot hij aan bij het streven van architecten als Michel de Klerk en Piet Kramer om ook de minder verdienende groepen in de samenleving in wijken onder te brengen die gekenmerkt werden door schoonheid en netheid. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat uiteindelijk de woningen voor arbeiders vaak net wat te duur waren, zodat vooral Jan Modaal huurder werd.
Bruno Taut was geen baksteenexpressionist zoals de architecten van de Amsterdamse School. De enige buurt waar Taut wél de baksteen centraal stelde, was de Siedlung Schillerpark in Berlijn-Wedding, gebouwd vanaf 1924 in opdracht van de Berliner Spar- und Bauverein. De buurt toont verschillende kenmerken van de Amsterdamse School en wordt daarom wel Tauts Nederlandse buurt genoemd.
De wijk werd in vijf delen gebouwd. In totaal gaat het om 13 woonblokken met ongeveer 300 woningen. Het ontwerp van de eerste drie delen was in handen van Bruno Taut, zijn broer Max Taut (1884-1967) en Franz Hoffmann (1884-1951), die samen een architectenbureau vormden. Hiervan is het eerste deel het meest uitgewerkt. Dit deel wordt ook het hoogst gewaardeerd. Het kwam tot stand tussen 1924 en 1925 en beslaat de adressen Bristolstrasse 1-11, Dubliner Strasse 62-66 en Oxforder Strasse 3-7. De delen twee en drie dateren uit de jaren twintig maar zijn al aanzienlijke soberder vormgegeven, mede door de verslechterende economische omstandigheden. De delen vier en vijf zijn nog weer soberder en kwamen pas vanaf midden jaren vijftig tot stand, naar ontwerp van de architect Hans Hoffmann. Hier en daar zijn delen herbouwd als gevolg van oorlogsschade.
BeschrijvingTaut bouwde in de Siedlung Schillerpark woningen met badkamers, keukens en op de zon georiënteerde loggia’s en balkons. De bouwblokken liggen rondom een openbaar binnenhof met bouwlagen van drie verdiepingen en een zolder. De huizen zijn geheel opgebouwd uit rode baksteen. De invloed van de Amsterdamse School komt tot uiting in inspringende hoeken, ingebouwde loggia’s en platte daken met overhangende randen. Aan weerszijden van de toegangsdeuren bevinden zich uitspringende stroken van baksteen. Ramen zijn onderverdeeld in roedes. De ramen, inpandige balkons en loggia’s zijn vlakken die naar binnen gekeerd zijn, terwijl lichte stroken van afwisselend baksteen en stucwerk naar buiten gekeerd zijn. De balkons steken uit en worden gedragen door betonnen pijlers, die in het niets eindigen. De diepliggende voordeuren, omgeven door schuine muren, leiden tot een spel van licht en schaduw.
InterieurHet betreft zeer bescheiden woningen, zeker naar huidige maatstaven. Kleine types hadden één woon/slaapkamer, een woonkeuken en een badkamer. Grotere types hadden nog een aparte slaapkamer. Zoals hierboven aangegeven, vormt de buitenruimte in de vorm van een loggia of een balkon een belangrijk onderdeel, maar ook hiervan zijn de afmetingen beperkt. De trappenhuizen zijn tamelijk kleurig vormgegeven, zoals meestal bij Taut.
Recente ontwikkelingenIn de Tweede Wereldoorlog werden delen van de Siedlung sterk beschadigd. Delen zijn herbouwd. Begin jaren negentig volgde een grootscheepse sanering. Hierbij werden de gevels gereconstrueerd en de loggia’s en balkons van de woningen op de begane grond werden met glas dichtgezet. Sinds 2008 behoort de Siedlung Schillerpark tot Werelderfgoed van de Unesco als belangrijke getuige van sociale woningbouw.
Bronnen
Jörg Haspel, Annemarie Jeggi, Siedlungen der Berliner Moderne. UNESCO-Welterbe (DKV-Edition Deutscher Kunstverlag Berlin München, 2012).
Winfried Benne, Bruno Taut Master of colourful architecture in Berlin Meister des farbigen Bauens in Berlin (Verlagshaus Braun, 2008).
Alice Roegholt, Ton Heijdra, Nadia Abdelkaui, Laura Lubbers, Bruno Taut. De fantasie voorbij (Museum Het Schip, Amsterdam, 2020).
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandHoewel de architectuur van Bruno Taut behoorlijk verschilt van die van de Amsterdamse School, valt bij het complex Schillerpark wel degelijk invloed van de Amsterdamse School waar te nemen. Dit wordt ook benadrukt in diverse publicaties. Vandaar dat ik er aandacht aan wilde besteden. Verder is het gewoonweg een erg mooi complex.
Gerelateerde objecten