Details
Naam
NACO huisje (J.E. Koppe’s Scheepsagentuur), Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 22
IntroductieNa een succesvolle crowdfunding-actie werd het NACO huisje pandje op 13 december 2021 op een nieuwe plek schuin achter het Centraal Station geplaatst, waar het verder wordt gerestaureerd.
AdresDe Ruijterkade
Postcode(s)1011 AB
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Guillaume la Croix (Architect)
Datum1919
Huidige staatDeels of volledig gerestaureerd
OpdrachtgeverJ.E. Koppe’s Scheepsagentuur
Huidige eigenaarStadsherstel
Oorspronkelijke functieBedrijfsgebouw
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer1010871
AchtergrondLiefhebbers van de Amsterdamse School zullen dit gebouwtje wel kennen, maar meestal uit een boek. Het stond al sinds 2004 niet meer op zijn oorspronkelijke plaats achter het Amsterdamse Centraal Station en stond jaren te verkommeren op een Zaans industrieterrein verkommert. Tot Stadsherstel zich er over ontfermde.
Het gebouwtje stond tussen 1919 en 2004 aan de achterkant van het station op een speciaal voor dit pand ontworpen steiger. Het werd in 1919 gebouwd in opdracht van J.E. Koppe’s Scheepsagentuur naar een ontwerp van architect La Croix. Om gewicht te besparen werd gekozen voor een houten gebouw op palen.
Vanuit het scheepskantoor werden kaartjes verkocht voor o.a. lijnvaarten naar Lemmer. Ook veel andere zogenaamde ‘tramboten’ vertrokken vanaf deze steiger. Sinds 1960 was het in gebruik als kantoor van de scheepvaartafdeling van de NACO, de Noordhollandsche AutoCar Onderneming en daarom staat het ook wel bekend als het NACO-huisje.
Het gebouwtje stond tussen 1919 en 2004 aan de achterkant van het station op een speciaal voor dit pand ontworpen steiger. Het werd in 1919 gebouwd in opdracht van J.E. Koppe’s Scheepsagentuur naar een ontwerp van architect La Croix. Om gewicht te besparen werd gekozen voor een houten gebouw op palen.
Vanuit het scheepskantoor werden kaartjes verkocht voor o.a. lijnvaarten naar Lemmer. Ook veel andere zogenaamde ‘tramboten’ vertrokken vanaf deze steiger. Sinds 1960 was het in gebruik als kantoor van de scheepvaartafdeling van de NACO, de Noordhollandsche AutoCar Onderneming en daarom staat het ook wel bekend als het NACO-huisje.
BeschrijvingHet gaat om een houten cargadoorskantoor met gebruik van koloniale en expressionistische elementen, dat is gebouwd op een rechthoekige plattegrond met een half open begane grond, een verdieping en een zadeldak. Er ligt een sterk architectonisch accent aan de landzijde van het gebouw. De kap is hier schuin naar voren hellend uitgebouwd. Aan de waterzijde heeft de kap een schild. De begane grond is aan de westzijde open. Hier bevindt zich een reeks van vijf verjongende palen met uitkragende koppen, aan de oostzijde een smal bouwvolume met aan de landzijde een decoratieve houten toegangspartij tussen uitzwenkende consoles. De beschotdelen die in de vooroverhellende puntgevel in V-vorm zijn geplaatst aan weerszijden van een vertikale stijl en verder horizontaal toegepast, zijn vermoedelijk vastgezet op een stalen regelwerk.
De onregelmatig geplaatste vensters zijn deels voorzien van een roedenverdeling deels met ruitvorm. Aan de landzijde is het walkantoor gedecoreerd met vlammende zaagmotieven die bij de rechte zijden uitsteken, alsook met smalle consoles onder het gekoppelde venster. Het voorover hellende dakvlak krijgt hier bovendien een extra accent door middel van een lange vlaggenmast in de vlaggenmasthouder.
Het gebouwtje is aangewezen als rijksmonument vanwege de architectuurhistorische waarde met name de op Nederlands-Indische stijlvormen geïnspireerde kap, alsmede van belang vanwege de bijzondere situering aan het IJ. Tevens van belang vanwege de zeldzaamheidswaarde.
In de beschrijving van het huisje wordt, ook door het monumentenregister, vaak verwezen naar de minankabau-bouwtrant vanwege de overhellende punt. Hierover kan men van mening verschillen. De vorm lijkt mij eerder geïnspireerd op de bouwkunst van de Batakkers die rond het Tobameer op het Indonesische eiland Sumatra wonen, dan op die van de Minangkabauers, een andere Sumatraanse stam. Duidelijk is in ieder geval de invloed van de traditionele Indische architectuur, hoewel ook de invloed van houten huizen op Marken zichtbaar is.
De onregelmatig geplaatste vensters zijn deels voorzien van een roedenverdeling deels met ruitvorm. Aan de landzijde is het walkantoor gedecoreerd met vlammende zaagmotieven die bij de rechte zijden uitsteken, alsook met smalle consoles onder het gekoppelde venster. Het voorover hellende dakvlak krijgt hier bovendien een extra accent door middel van een lange vlaggenmast in de vlaggenmasthouder.
Het gebouwtje is aangewezen als rijksmonument vanwege de architectuurhistorische waarde met name de op Nederlands-Indische stijlvormen geïnspireerde kap, alsmede van belang vanwege de bijzondere situering aan het IJ. Tevens van belang vanwege de zeldzaamheidswaarde.
In de beschrijving van het huisje wordt, ook door het monumentenregister, vaak verwezen naar de minankabau-bouwtrant vanwege de overhellende punt. Hierover kan men van mening verschillen. De vorm lijkt mij eerder geïnspireerd op de bouwkunst van de Batakkers die rond het Tobameer op het Indonesische eiland Sumatra wonen, dan op die van de Minangkabauers, een andere Sumatraanse stam. Duidelijk is in ieder geval de invloed van de traditionele Indische architectuur, hoewel ook de invloed van houten huizen op Marken zichtbaar is.
InterieurIk heb nooit foto's van het interieur in oorspronkelijke staat gezien.
Recente ontwikkelingenIn 2004 moest het huisje plaats maken vanwege grootscheepse bouwactiviteiten achter het Centraal Station. Het werd toen in zijn geheel overgebracht naar een industrieterrein in Zaandam en werd niet onderhouden. Een rijksmonument onwaardig. Dat heeft de conditie ervan geen goed gedaan, waardoor de restauratie kostbaar werd. Stadsherstel heeft het gekocht met behulp van een grote donatie van haar vriendenvereniging. Voor de restauratie startte in 2016 een crowdfundingsactie om € 100.000 bij elkaar te krijgen. Het Prins Bernhard Cultuurfonds doneerde € 25.000, waarvan € 12.500 bij de start. De actie kreeg veel publiciteit. Het huisje bleek geliefd.
In december 2016 kon Stadsherstel verheugd melden dat de benodigde € 100.000 bijeen was gebracht. Met dit geld kon het gebouwtje in de loop van 2017 tot in de kleinste details worden gerestaureerd. Toch was niet direct bekend wanneer het huisje naar Amsterdam zou terugkeren. Er was namelijk nog geen overeenstemming met de gemeente over waar het pandje mocht komen; de pier waar het huisje origineel op stond is er namelijk niet meer. Stadsherstel wilde dat het zo dicht mogelijk bij de originele plek terug zou komen, en dat is uiteindelijk gelukt. Op 13 december 2021 is het huisje teruggevaren vanuit Zaandam naar de nieuwe staplaats: aan het IJ, net ten oosten van het Centraal Station. Daar wordt het de komende maanden verder gerestaureerd (onder meer de dakbedekking moet nog terugkeren) en gebruiksklaar gemaakt. De beoogde huurders van het monument zijn het Scheepvaartmuseum, de Plantage (oa Artis, Hermitage en Joods Kwartier) en Stromma. De bedoeling is het NACO-huisje als opstapplaats te gebruiken, zodat vanaf deze mooie en passende plek diverse culturele instellingen in de Plantage en Oosterdok via het water ontsloten worden.
In december 2016 kon Stadsherstel verheugd melden dat de benodigde € 100.000 bijeen was gebracht. Met dit geld kon het gebouwtje in de loop van 2017 tot in de kleinste details worden gerestaureerd. Toch was niet direct bekend wanneer het huisje naar Amsterdam zou terugkeren. Er was namelijk nog geen overeenstemming met de gemeente over waar het pandje mocht komen; de pier waar het huisje origineel op stond is er namelijk niet meer. Stadsherstel wilde dat het zo dicht mogelijk bij de originele plek terug zou komen, en dat is uiteindelijk gelukt. Op 13 december 2021 is het huisje teruggevaren vanuit Zaandam naar de nieuwe staplaats: aan het IJ, net ten oosten van het Centraal Station. Daar wordt het de komende maanden verder gerestaureerd (onder meer de dakbedekking moet nog terugkeren) en gebruiksklaar gemaakt. De beoogde huurders van het monument zijn het Scheepvaartmuseum, de Plantage (oa Artis, Hermitage en Joods Kwartier) en Stromma. De bedoeling is het NACO-huisje als opstapplaats te gebruiken, zodat vanaf deze mooie en passende plek diverse culturele instellingen in de Plantage en Oosterdok via het water ontsloten worden.
Bronnen
Radboud van Beekum, G.F. la Croix 1877-1923. Amsterdamse School Architect (Uitgeverij Bonas, 2008).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandGeweldig dat de actie van Stadsherstel om dit prachtige gebouwtje te redden zo veel mensen in beweging heeft gebracht. Fantastisch dat het nu weer is teruggekeerd.
Gerelateerde objecten